Tema 7 Flashcards
De grootmoeder
Abuela
De overgrootmoeder
Bisabuela
De aanleunwoning
Casa pequeña para ancianos
Amper
Apenas / escasamente
De bezigheid
Actividad
Het chagrijn
Mal humor / mala leche
De gedachte
El pensamiento
Geruststellen
Tranquilizar / calmar
De grootouders
Abuelos
Heden (tot op Heden)
Ahora (hasta ahora )
De Klasgenoot
Compañero de clase
Het koppel
La pareja
Afpakken
Quitar/arrebatar
De beslissing
Decisión
Discussiëren
Discutir
Dwingen
Forzar
Klimmen
Escalar
De leider
Lider
De moskee
Mezquita
Onderhandelen
Negociar
Opvoeden
Educar/ criar
Opknappen
Arreglar/restaurar
Oppassen
Cuidar / vigilar
Pikken
Robar ( picar un mechero)
De samenvatting
Resumen
Puzzelen
Hacer puzzles
De slok
El trago / el sorbo
Vertrouwd
Persona de confianza
Zalig
Delicioso/ genial
Zodoende
Por eso / por lo tanto
Slaan
Pegar/ golpear
Besteden
Gastar