Tekst 17: Orakeluitspraak Vertaling Flashcards

1
Q

Ἧκεν εἰς τοὺς Δελφοὺς ὁ τῶν Λυδῶν βασιλεὺς Κροῖσος.

A

Naar Delphi kwam de koning van de Lydiërs, Kroisos.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ὁ δὲ Κροῖσος σφόδρα ἠγανάκτει τῇ Πυθίᾳ καὶ εἶπεν αὐτῇ·

A

Kroisos was erg boos op de Pythia en zei tegen haar:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

«Τούσδε τοὺς δεσμοὺς παρέχω τῷ θεῷ ὡς ἀκροθίνια τοῦ πολέμου·

A

‘Deze boeien geef ik aan de god als buit van de oorlog;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ἐμὲ γὰρ ἐνίκησεν ὁ Κῦρος, ὁ τῶν Περσῶν βασιλεύς, καὶ εἰς δεσμούς μ’ ἤγαγεν.

A

Want mij overwon Kyros, de koning van de Perzen, en hij bracht me in boeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ἀλλ’ ἐθέλω σ’ ἐρωτᾶν· τί οἱ τῶν Ἑλλήνων θεοὶ ἄπιστοί εἰσιν;

A

Maar ik wil je vragen: waarom zijn de goden van de Grieken onbetrouwbaar?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ἐγὼ γὰρ ἀεὶ τὸν Ἀπόλλωνα ἐτίμων μάλιστα, πολλάκις δὲ δῶρα δεῦρο ἔπεμψα· πολλὰ δὲ ἱερὰ ἔθυσα.

A

Ik eerde immers altijd vooral Apollo en vaak heb ik geschenken hierheen gestuurd: vele offerdieren heb ik geofferd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ἀλλὰ σὺ ἔψευσάς με. Προέλεξας γάρ ποτέ μοι· «Εἰ τοῖς Πέρσαις πολεμήσεις, μεγάλην ἀρχὴν καταλύσεις.»

A

Maar jij hebt me bedrogen. Je hebt me immers ooit voorspeld: ‘Als je oorlog zult voeren tegen de Perzen, zal je een groot rijk vernietigen.’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Διότι δ᾽ ἡ τῶν Περσῶν ἀρχὴ μείζων ἐστὶν ἢ ἡ τῶν Λυδῶν ἀρχή, ἐνόμιζον ὅτι σὺ συνεβούλευές μοι πολεμεῖν.

A

Doordat het rijk van de Perzen groter is dan het rijk van de Lydiërs, meende ik dat jij me aanried om oorlog te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ἀλλ’ ἐπειδὴ ἐπολεμήσαμεν, ἐνίκων οἱ Πέρσαι. Τί οὖν σὺ καὶ ὁ θεὸς τὴν ἀλήθειάν με ἐκρύψατε;

A

Maar toen we oorlog voerden, wonnen de Perzen. Waarom dus hebben jij en de god de waarheid voor me verborgen?!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ἡ δὲ Πυθία ἐγέλασε καὶ εἶπεν τῷ Κροίσῳ· « Ὦ νήπιε, μὴ ἀγανάκτει.

A

De Pythia lachte en zei tegen Kroisos: ‘O dwaas, wees niet boos.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Οὐδενὶ γὰρ ἀνθρώπων ἔξεστι τὴν τύχην φυγεῖν,

A

Want voor niemand van de mensen is het mogelijk om het lot te ontvluchten,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

καὶ σοί ποτε ἐπέκλωσαν αἱ Μοῖραι ὅτι οἱ Πέρσαι σε πέρσαι ἔμελλον.

A

en voor jou hebben ooit de Moirai bepaald dat de Perzen je zouden verwoesten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ἐπειδὴ δὲ ἤκουσας τὸ μάντευμά μου, οὐδὲν ἔτι ἐπηρώτησας·

A

Toen je mijn orakel hoorde, heb je verder niets gevraagd;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

πολεμεῖν γὰρ ἐπεθύμησας καὶ τὴν τῆς νίκης τιμὴν λαβεῖν ἤλπισας.

A

Want je verlangde ernaar om oorlog te voeren en je hoopte de eer van de overwinning te krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ἡ δὴ τῶν Περσῶν ἀρχὴ μείζων ἐστὶν ἢ ἡ τῶν Λυδῶν ἀρχή,

A

Het rijk van de Perzen is groter dan het rijk van de Lydiërs,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ἀλλὰ σκόπει τάδε· ὁ μῦς τοῖς μὲν ἀνθρώποις μικρὸς εἶναι δοκεῖ, ταῖς δὲ ψύλλαις μέγας.

A

Maar beschouw het volgende: de muis lijkt voor mensen klein te zijn, maar voor vlooien groot.

17
Q

Ἐγὼ μὲν οὖν οὔποτέ σε ἔψευσα, σὺ δ’ ἠγνόησας τὸ μάντευμα καὶ τοὺς Λυδοὺς οὐχ ἱκανῶς ἐφύλαξας.

A

Ik heb je dus nooit bedrogen, maar jij begreep het orakel niet en je hebt de Lydiërs niet voldoende beschermd.