te kennen structuren Flashcards
1
Q
CH3COOH
A
azijnzuur
2
Q
A
vaniline
3
Q
C3H7COOH
A
boterzuur
4
Q
A
dioxine
5
Q
A
malonzuur
ethaan dizuur
6
Q
C7H8
A
tolueen
7
Q
A
benzoezuur
8
Q
C10H19OH
A
methanol
9
Q
A
d glucose
10
Q
HCOOH
A
mierenzuur
11
Q
A
aceton
12
Q
A
acetylsalicylzuur
13
Q
A
citroenzuur
14
Q
C6OCH3
A
anisol
15
Q
A
benzylchloride
16
Q
A
ureum
17
Q
HOOC_COOH
A
oxaalzuur
18
Q
C6H11COOH
A
capronzuur
19
Q
A
fumaarzuur
butaan dizuur
20
Q
C6Br
A
broombenzeen
21
Q
C6OH
A
fenol
22
Q
A
furaan
23
Q
A
fructose
24
Q
A
ethanol
25
Q
A
chloroform
26
Q
A
vitamine k
27
Q
A
d glyceraldehyde
28
Q
A
aniline
29
Q
A
ethaanzuur
30
Q
A
hydroxybenzoeenzuur
31
Q
A
tetrahydrofuraan
32
Q
A
formaldehyde
33
Q
A
wijnsteenzuur