TBK Flashcards
Going-concerngedachte
Je gaat bij het nemen van management beslissingen uit van de continuïteit van de organisatie
Interdisciplinair
Het verbinden en in contact brengen van verschillende vakgebieden.
Onderneming
Bedrijf dat altijd gericht is op het maken van winst
Organisatie
Een menselijke samenwerking die doelgericht en als blijvend bedoeld is
Bedrijf
Een organisatie die goederen en/of diensten voorbrengt met het doel deze op een afzetmarkt te verkopen
Synergie-effect
Het resultaat van het totale samenwerkingsverband is groter dan een optelling van de resultaten van de individuele prestaties
Transformatieprocess
Omzettingsproces in organisaties van input (via transformatie) naar output
ERP
Enterprise Resource Planning. Geautomatiseerd planningsysteem voor alle soorten bedrijfsprocessen.
Flowproductie
Productieproces dat nooit stil ligt (behalve bij onderhoud). Ook continue proces
Ingaande logistiek
Aanvoer van productiemiddelen aan het begin van het primaire proces
Integraal ketenbeheer
Proces waarbij bedrijven in een bedrijfskolom alle bestel- en voorraadsystemen op elkaar hebben afgestemd (supply chain management)
Interne logistiek
Beweging van productiemiddelen door het primaire proces
KOOP
Klantorderontkoppelpunt. punt in het productieproces vanaf waar het proces wordt aangestuurd door individuele orders
Lineair programmeren
Wiskundige methoden om optimaliseringsvraagstukken op te lossen
Marketing
Alle activiteiten die gerelateerd zijn aan het verkopen van een product of dienst
Marketingconcept
Marketingmethode
Marketingmix
Kotler
De vijf P’s van marketing gezamenlijk, te weten product, plaats, prijs, promotie, personeel
Markt
Fysieke of virtuele plaats waar producten of diensten worden verkocht
Materials management
Managementstroming waarbij het gaat om grondstoffen en halffabricaten zo efficiënt mogelijk door het productieproces te voeren.
MRP
Materials Requirements Planning. Geautomatiseerd productieplannigsysteem
Niet-fysieke waarde
Waarde die wordt toegevoegd aan een product of dienst die niet tastbaar is
NPR Inkoop
Non product related inkoop. inkoop die ondersteunend is aan het primaire proces
Overhead
Algemene kosten die niet direct te herleiden zijn tot het primaire proces
Primaire functies
Deelhandelingen van het primaire proces, te weten inkoop, productie, logistiek, marketing, verkoop en dienstverlening
Primair proces
Gezamenlijke kernactiviteiten waar het in elk bedrijf om gaat
PR Inkoop
Product related inkoop. Inkoop die met het eindproduct en/of de dienst te maken heeft
Proces
Serie handelingen met een bepaald doel
Publieke dienstverlener
Dienstverlenend bedrijf dat in handen is van de overheid
Service
Inspanningen van een bedrijf om de afnemer van het product of de dienst tevreden te houden
Strategische beslissing
Managementbeslissing die van invloed is op de strategie van het bedrijf
Transformatie
Totstandkoming van een product of dienst waarbij de fysieke of chemische samenstelling verandert.
Winstmarge
Verschil tussen de kosten en de opbrengsten van een product of dienst
Controlfunctie
Functie in het bedrijf die door middel van administratie diverse processen controleert
Ondersteunende functies
COPAFIJH Ondersteunende functies: Communicatie, Onderzoek&ontwikkeling, Personeelszaken, Administratie, Financiën, Informatievoorziening, Juridische zaken, Huisvesting
ICT
Informatie en communicatietechnologie. Vakgebied en ondersteunend proces in bedrijven dat zich bezighoudt met informatiesystemen, telecommunicatie en computers
Contextuele omgeving
Organisatieomgeving in termen van politieke, sociale en technologische factoren die invloed hebben op de organisatie
Externe belanghebbenden
Groepen die geen onderdeel zijn van de organisatie maar wel een duidelijk belang hebben, zoals concurrenten, klanten, leveranciers, overheden, pressiegroepen, media, vakbonden en financiële instellingen
GE Model
General Electric. Manager via een duidelijk overzicht laat zien welke concurrentie positie de bedrijfsproducten innemen
Attractiviteit tov Concurrentiepositie voor een product.
Keuze:
Investeren (Hoog attractiviteit, sterke positie)
Selecteren (mid/mid)
Deinvesteren (Laag attractiviteit, zwakke positie)
STEP-variabelen
Sociale, technologische, economische en politieke variabelen die de indirecte omgeving bepalen.
Ook PEST
Toetredingsbarrieres
Hindernissen die een bedrijf moet overwinnen als het wil toetreden tot een bepaalde markt of bedrijfstak
Transactionele omgeving
Organisatieomgeving, gedefinieerd als de partijen waarmee de organisatie relaties heeft
Uittredingsbarrieres
Hindernissen die een bedrijf moet overwinnen als het een bepaalde markt of bedrijfstak wil verlaten
Vijfkrachtenmodel
Michael Porter waarmee hij de vijf krachten identificeert die de concurrentie in een bedrijfstak bepalen.
Dreiging van toetreders
Onderhandelingsmacht van leveranciers
Onderhandelingsmacht van kopers
Dreiging van substituten
Onderlinge rivaliteit tussen concurrenten
BCG Matrix
Boston Consulting Group. Hulpmiddel om het evenwicht in de productportfolio van een bedrijf inzichtelijk te maken. Vraagteken Ster Melkkoe Gebeten hond
Benchmarking
Het voortdurende proces van meten van producten, diensten en werkwijzen in vergelijking met de sterkste concurrenten of met die bedrijven die erkend worden als marktleider.
Best-practice methode
Methode waarbij het bedrijf op zoek gaat naar de best denkbare methode om de bedrijfsactiviteiten uit te voeren en vervolgens bekijt hoe ver het bedrijf nog verwijderd is van die ideale situatie.
Blue Ocean Strategie
Een strategie met een door waarde innovatie gecreëerde nieuwe markt waarop geen concurrentie plaatsvindt doordat er maar een aanbieder is
Confrontatiestrategie
Alternatief uitgangspunt voor concurrentie strategieën door de confrontatie met de concurrentie aan te gaan in plaat van het ontwijken van een confrontatie (Cooper)
Consolidatie
Een bedrijf probeert de positie op de huidige markt met het huidige product te verdedigen
Differentiatiestrategie
2de Generieke strategie van Porter
Het zoeken naar een unieke positie in de bedrijfstak door zich te onderscheiden van de concurrentie
(unieke positie)
Direct investment
Internationaal investeren dat erop gericht is via aandelenpakketten zeggenschap te krijgen over productie en marketing in het buitenland
Diversificatie
Een bedrijf gaat een nieuwe product voor een nieuwe markt ontwikkelen
Focusstrategie
3de Generieke strategie van Porter
Een bedrijf focust maar op een bepaald marktsegment
(niche)
Franchising
Samenwerkingsvorm waarbij de franchisegever merken, logo’s, materialen, middelen, werkmethoden en marketing verzorgt en de franchisenemer hiervan gebruikmaakt en als tegenprestatie een vergoeding afstaat aan de franchisegever.
Kostenleiderschapstrategie
1ste Generieke strategie van Porter
Bedrijfstrategie met als uitgangspunt het tegen de laagste kosten produceren in vergelijking met de rest van de bedrijfstak
Marktontwikkeling
een producent gaat zich met zijn huidige productenpakket proberen te begeven op nieuwe markten
Marktpenetratie
Strategische richting met als bedoeling het marktaandeel te vergroten terwijl de producten onveranderd blijven
Missie
Uitspraken over het brede doel van het bedrijf, haar waarden en haar plaats in de wereld
Outsourcing
vorm van direct investment waarbij het bedrijf delen van de productie uitbesteedt aan landen waar grondstoffen, lonen of diensten goedkoper zijn
Overlevingsdriehoek
Hulpmiddel waarmee men de levensvatbaarheid van een confrontatiestrategie kan bepalen (Cooper)
- Kostprijs van een product
- Productkwaliteit
- Functionaliteit van een product
Overlevingszone
Lucratief gedeelte op de overlevingsdriekhoek van Cooper
Productontwikkeling
Het bedrijf streeft naar de ontwikkeling van nieuwe producten die gelanceerd moeten worden op de markt waarop het bedrijf al actief is
SWOT analyse
Bedrijf kijkt naar sterke en zwakke punten (intern) in verhouding tot de kansen en bedreigingen (extern).
Strength, Weakness, Opportunities, Threats
Waardeinnovatie
Hoeksteen van Blauwe Oceaan Strategie
het door middel van innovatie van een product, service of distributiemethode bieden van nog niet eerde geboden extra waarde voor de klant
Waardeketen
Porter valuechain Alle activiteiten die nodig zin om de warde van het te produceren product te verhogen 1 Inkomende logistiek 2 Productie 3 Uitgaande logistiek 4 Marketing en verkoop 5 After sales service
Activa
Bezittingen van het bedrijf (weergegeven als posten op de balans)
Activiteitensturing
Merchant drie vormen van sturing
Sturingsproces om zeker te zijn dat individuen bepaalde acties (niet) uitvoeren waarvan het bedrijf weet dat ze het bedrijf voordelen (nadelen) opleveren
Balanced scorecard
Kernachtige samenvatting van de voor het bedrijf belangrijkste prestatieindicatoren 4 verschillende invalshoeken: 1. Financieel perspectief 2. Intern perspectief 3. Perspectief van de klant 4. Innovatieve perspectief
Balans
Overzicht van de bezittingen en schulden van het bedrijf
Bureaucratische sturingsmethoden
Sturingmethoden waarbij de manager strenge formele regels gebruikt om het bedrijf te beheersen
Corrigerende of curatieve sturing
Sturing waarbij het bedrijf achteraf afwijkingen van e eerder opgestelde norm corrigeert
Effectiviteit
De verhouding tussen het werkelijk bereikte resultaat en het normresultaat
Efficiëntie
De verhouding tussen de normoffers en de werkelijk gebrachte offers
Gedecentraliseerde sturing
Laag in het bedrijf leggen van de meet en stuurverantwoordelijkheid
Gelijklopende sturing
Bijsturing al gedurende de uitvoering van een activiteit door continu te meten
KPI
Key Performance Indicators.
KRI
Key result indicators in het verleden
Liquiditeit
Mate waarin het bedrijf in staat is op korte termijn op tijd haar kortlopende schulden te voldoen
Management by objectives
MBO Cascade van doelstellingen van groot op bedrijfsniveau naar klein op individueel werknemerniveau waarmee de organisatie voornamelijk bestuurd wordt (Peter Drucker)
Passiva
Schulden van het bedrijf (als posten op balans)
Personeelsturing
Merchant drie vormen van sturing
Sturing die werknemers de gewenste beroepshouding aannemen en daarmee het gewenste gedrag vertonen
Preventieve sturing
Sturing waarbij het bedrijf vooraf probeert afwijkingen van de norm te voorkomen
Productiviteit
De verhouding tussen het bereikte resultaat en de daarvoor gebrachte offers
Resultatensturing
Merchant drie vormen van sturing
Terugkoppelend sturingsproces. Gerealiseerde resultaten worden vergeleken met de productiedoelstelling. Afwijkingen van de doelstelling leiden tot ingrepen (Merchant)
Solvabiliteit
mate waarin het bedrijf, in geval van beeindigen, in staat is volledig alle schulden te voldoen
Terugkoppelendsturingsproces
Sturingsproces waarbij meetgegevens aanleiding kunnen geven tot ingreep enige stappen terug in het organisatieproces
Ansoff
Groeistrategiemodel Marktpenetratie Productontwikkeling Marktontwikkeling Diversificatie Naast de 4 richtingen, terugtrekken: Consolidatie
Voorwaartskoppelend sturingsproces
Sturingsproces waarbij metingen van invoer via mogelijke ingreep richting proces gekoppeld worden.
Direct toezicht
Coordinatiemechanisme waarbij leidinggevende direct contact heeft met ondergeschikte en zo aanstuurt en afstemt
Eenheid van bevel
Elke positie in het bedrijf is via een keten van bevelvoerders verbonden met de top
Eenheid van gezag
iedereen heeft maar 1 baas boven zich
Functie
Geheel van taken dat iemand moet uitvoeren
Functionele indeling (F-indeling)
4 functie groeperingen van afdelingen
Structureringskeuze waarbij functies gegroepeerd worden naar de functie die uitgeoefend worden voor de organisatie
Geografische indeling (G-indeling)
4 functiegroeperingen van afdelingen
Structureringskeuze waarbij afdelingen geworden worden op basis van de geografische gebieden waarvoor het bedrijf werkt
Incrementele strategische verandering
1 van 3 te onderscheiden strategische veranderingen
Een continu patroon van kleine veranderingen; door kleine veranderingen blijft het bedrijf op het juiste pad
7 organisatie structuren van Mintzberg
Verschillende configuraties:
- Ondernemers organisatie
- Machine organisatie
- Professionele organisatie
- Gediversifieerde organisatie
- Innovatie organisatie
- Missionaire organisatie
- Politieke organisatie
Ondernemersorganisatie
Mintzberg configuratie
Dominante organisatiedeel: Strategische top (directeur)
Primair coördinatiemechanisme: Direct toezicht
Structuur met weinig afdelingen, die gegroepeerd zijn naar functie, geleid worden door ondernemer zonder veel werkvoorbereiding en regels (MKB)
Machineorganisatie
Mintzberg configuratie
Dominante organisatiedeel: Technostructuur (mensen die het primaire proces voorbereiden, structureren en beheren)
Primair coördinatiemechanisme: Standaardisatie van werkprocessen
Formeel gestructureerde organisatie, nadruk op regels en procedures, functionele afdelingenstructuur
(McDonalds)
Professionele organisatie
Mintzberg configuratie
Dominante organisatiedeel: Operationele kern (zelfstandige, hoogopgeleide kern)
Primair coördinatiemechanisme: Standaardisatie van kennis en vaardigheden
Organisatie met een functionele structuur, met daarin hoogopgeleide professionals (ziekenhuizen)
Gediversifieerde organisatie
Mintzberg configuratie
Dominante organisatiedeel: Middenkader (SBU directeuren)
Primair coördinatiemechanisme: Standaardisatie van output
Systeem van meer organisaties binnen 1 overkoepelende organisatie (Philips)
Innovatieve organisatie
Mintzberg configuratie
Dominante organisatiedeel: Ondersteunende staf (projec tteams)
Primair coördinatiemechanisme: Onderlinge afstemming
Creatieve, op innovatie gerichte organisatie. Hoogopgeleid. (ingineursbureau)
Missionaire organisatie
Mintzberg configuratie
Dominante organisatiedeel: Ideologie
Primair coördinatiemechanisme: Standaardisatie van normen
Een organisatie gedreven door een gezamenlijke ideologie (kerk, vrijwilligersorganisatie voor goede doelen)
Politieke organisatie
Mintzberg configuratie
Dominante organisatiedeel: geen
Primair coördinatiemechanisme: geen
Organisatie die uiteengedreven wordt door politieke spelletjes
Lerende organisatie
Peter Senge
Organisatie waarin managers verandering initiëren, bevoegdheden zo laag mogelijk in het bedrijf leggen en hiërarchie zo veel mogelijk vermijden
Lijn-staforganisatie
Lijnorganisatie (eenvoudig met functionele afdelingen) met daaraan toegevoegd 1 of meer stafafdelingen
Marktindeling (M-indeling)
4 functiegroeperingen
Structureringskeuze waarbij de afdelingen gevormd worden op basis van de markten die het bedrijf dient
Productindeling (P-indeling)
4 functiegroeperingen
Structureringskeuze waarbij gegroepeerd wordt aan de hand van het product waaraan mensen werken
Spanwijdte
Aantal mensen aan wie je direct leiding geeft
Spand of control
Spandiepte
Aantal medewerkers aan wie je direct en indirect leiding geeft
Depth op control
Taakroulatie
wisselen van taken met iemand anders
Job rotation
Taakverrijking
uitbreiden van takenpakket met moeilijkere taken van een hoger niveau
Job enrichment
Taakverruiming
uitbreiden van het aantal taken met hetzelfde niveau
Job enlargement
Strategische flux
1 van 3 te onderscheiden strategische veranderingen
Continu patroon van strategische veranderingen, waarbij een duidelijke richting ontbreekt
Strategische transformatie
1 van 3 te onderscheiden strategische veranderingen
Grote, revolutionaire verandering
Standaardisatie van werkprocessen
Coördinatiemechanisme waarbij de afstemming geregeld is doordat strak is voorgeschreven hoe er gewerkt moet worden
Standaardisatie van kennis en vaardigheden
Coördinatiemechanisme waarbij de afstemming geregeld is doordat iedereen de juiste opleiding heeft waarbinnen is geleerd hoe er gewerkt moet worden
Standaardisatie van output
Coördinatiemechanisme waarbij de afstemming geregeld is doordat strak is voorgeschreven wat het resultaat van het werkproces moet zijn. De werknemer/eenheid kan zelf bepalen hoe er gewerkt wordt en hoe het resultaat bereikt worden
Standaardisatie van normen
Coördinatiemechanisme waarbij het werk afgestemd is doordat iedereen dezelfde waarden nastreeft
Onderlinge afstemming
Coördinatiemechanisme waarbij medewerkers afstemmen door onderling contact, zonder tussenkomst leidinggevende
Organisatieomgeving
Interne belanghebbenden (transactionele omgeving = werknemers) Externe belanghebbenden (transactionele omgeving = afnemers, banken, leveranciers, concurrenten, etc.) Indirecte omgeving (contextuele omgeving = STEP)
5W2H methode
Probleemoplossingstechniek Wat? Wie? Wanneer? Waar? Waarom? Hoe? Hoeveel?
Ishikawa-diagram
Probleemoplossingstechniek
Visgraatdiagram
Productiesector: 7 S-en (McKinsey) Strategie Structuur Systemen Stijl Staff Skills Shared Values
Dienstensector: 6 M-en of 4 P’s
Mens, Machine, Metingen, Materialen, Moedernatuur, Methode
Policies, Procedures, People, Plant (technologie)
8D
Probleemoplossingstechniek
D0 Bewustwording (probleem gerechtvaardigd?)
D1 Formeer het team (kennis, authoriteit, vaardigheden)
D2 Beschrijf het probleem (bijv door 5W2H)
D3 Bepaal beheersingsacties (tussentijdse acties)
D4 Bepaal oorzaken
D5 Kies de acties
D6 Implementeer de acties
D7 Voorkom herhaling
D8 Feliciteer het team
Procesmatige manier naar bedrijf kijken
- Effectiviteit - beoogde effect en de mate waarin gehaald
- Efficiëntie - hoeveel middelen
- Besturing - hoe proces besturing
Ethische benaderingen
- Utilitaire benadering (beslissing voor grootste aantal mensen goed zal uitpakken)
- Moreel-rechtelijke benadering (fundamentele rechten van de mens)
- Rechtvaardige benadering (kosten/baten evenredig en onpartijdig verdelen)
- Individuele benadering (individueel belang beslisser op lange termijn dienen)
Besturingsvormen
Merchant, 3 stuks.
Resultatensturing
Activiteitensturing
Personeelsturing
Autocraat
Typisch autoritaire leidinggevende
Bedrijfscultuur
waarden, opvattingen, tradities, filosofieen, regels, helden en symbolen die men binnen een bedrijf deelt
Behoeftepiramide van Maslow
Motivatietheorie
- Fysiologische behoeften (basissalaris)
- Behoefte aan zekerheid (pensioen)
- Behoefte aan acceptatie (vrienden in werkgroep)
- Behoefte aan waardering en erkenning (titel van functie)
- Behoefte aan zelfontplooiing (uitdagende functie)
Macht
- Legitieme macht
- Beloningsmacht
- Sanctionele macht
- Informationele macht
- Referentiemacht
- Deskundigheidsmacht
Beloningsmacht
Macht die een leidinggevende bezit omdat hij medewerkers extra kan belonen (financieel en niet-financieel). Tegenovergestelde van sanctionele macht.
Sanctionele macht
Macht waarbij je invloed kan aanwenden omdat je in de positie bent anderen op een of andere wijze te straffen. Tegenovergestelde van beloningsmacht
Sanctionele macht
Macht waarbij je invloed kan aanwenden omdat je in de positie bent anderen op een of andere wijze te straffen. Tegenovergestelde van beloningsmacht
Informationele macht
Macht die je bezit op basis van de informatie die je uit hoofde van jouw functie krijgt
Referentiemacht
Macht waarbij ondergeschikten tegen de leidinggevende opkijken omdat hij een zekere aantrekkingskracht op hen uitoefent
Deskundigheidsmacht
Macht waarbij de invloed op anderen voortvloeit uit deskundigheid
Besluitvorming in groepen
Nominale groepstechniek
Delphi techniek
Brainstormen
Besluitvormingsregels bij groepsbesluiten
- Vetorecht
- Unanimiteitsregel
- Consensusregel
- Meerderheidsregel
- Eenmansregel
Managerial grid
Blake en Mouton Vergelijk tussen Zorg voor mensen & Zorg voor productie Teammanagement Taakmanagement Tussenpositie Gezelligheidsvereniging Verarmd management
Situationeel leiderschap
Gedachte van Fiedler dat elke situatie (markt, product, personeel, omstandigheden) haar bijbehorende succesvolste en effectiefste leiderschapstype kent
Coachingstijlen
Delegeren (Sterke motivatie & deskundig)
Aansporen (Zwak motivatie & deskundig)
Begeleiden (Sterke motivatie & weinig deskundig)
Leidinggeven (Zwak motivatie & weinig deskundig)
Organisatiecultuur
- Waarden en Normen
- Rituelen en tradities
- Helden en verhalen
- Symbolen
- Cultuur
Cultuurtypering van Hofstede
Procesgericht vs. Resultaatgericht Mensgericht vs. Werkgericht Organisatieclub vs. Vak Open vs. Gesloten Los vs. Strak Regels vs. Klanten
Cultuurtypering van Handy
2 cultuurdimensies
Machtspreiding vs Samenwerkingsgraad
Rollencultuur (laag macht, laag samenwerking)
Personencultuur (hoog macht, laag samenwerking)
Machtscultuur (laag macht, hoog samenwerking)
Taakcultuur (hoog macht, hoog samenwerking)
Rollencultuur
Machineorganisatie
Personencultuur
Professionele organisatie
Machtcultuur
Ondernemersorganisatie
Taakcultuur
Innovatieorganisatie
Cultuurtypering van Schein
Relatie bedrijf en omgeving Aard van menselijk handelen Aard van realiteit en waarheid Aard van tijd Aard van de menselijke natuur Aard van menselijke relaties Homogeniteit versus diversiteit
Rollen van bedrijfskundige
Adviseur, bestuurder/manager en onderzoeker
Competenties bedrijfskundige
Vermogen om meervoudig te kijken Herkennen en analyseren van bedrijfskundige problemen Kritisch beoordelen en analyseren van bedrijfsprocessen Informatie verzamelen en verwerken Ontwerpen en structureren van organisaties en processen Interpersoonlijke vaardigheden Implementeren Verslaggeving Presenteren Teamgeest Projectmatig werken 10 stuks!
Betrouwbaarheid
Onderzoek is betrouwbaar wanneer het onderzoek bij herhaling steeds dezelfde uitkomsten genereert.
Validiteit
Onderzoek is valide wanneer die zaken gemeten zijn die men beoogt te meten
Waarom sturing
Aanpassen aan gewijzigde omstandigheden
Verminderen van fouten en voorkomen van opeenstapeling van fouten
Kunnen omgaan met complexiteit
Minimaliseren van kosten
Componenten van attitude
Instelling of houding van iemand
- Cognitieve component (vanuit studie & praktijk)
- Emotionele (of affectieve) component (niet beredeneerd of uit kennis/ervaring)
- Gedragscomponent (intentie)
Sociale verantwoordelijkheid
Verplichting van een onderneming om de positieve impact op de samenleving te maximaliseren en de negatieve gevolgen van haar beleid op de maatschappij te minimaliseren
Verschil Ethiek & Sociale verantwoordelijkheid
Ethiek slaat op individuele normen en waarden
Sociale verantwoordelijkheid slaat op de invloed op de samenleving door het collectief handelen van de onderneming
Kwalitatief onderzoek
Onderzoek gericht op verkrijgen van informatie over wat, hoe, waarom
Kwantitatief onderzoek
Onderzoek dat antwoord geeft op vragen die in termen van hoeveelheid kunnen worden uitgedrukt
Bronnen weerstand individueel
- Gewoonte
- Veiligheid
- Economische factoren
- Angst voor het onbekende
- Gebrek aan bewustheid
- Sociale factoren
Adviesproces
Kempen & Keizer
- Orientatiefase
- Doorlichtings- en oplossingsfase
- Invoeringfase
Bedrijfskundige benaderingswijzen
7 stuks
- Contingentiebenadering
- Omgevingsdenken
- Machtsbenadering
- Technologiebenadering
- Structuurbenadering
- Systeembenadering
- Leerbenadering
Contingentiebenadering
1 van 7 referentiekaders voor bedrijfskundig onderzoek
Stroming in bedrijfskunde die het verband tussen omgeving en interne organisatie onderzoekt
Omgevingsdenken
1 van 7 referentiekaders voor bedrijfskundig onderzoek Vooral omgevingsonderzoek (DESTEP)
Machtsbenadering
1 van 7 referentiekaders voor bedrijfskundig onderzoek
Vooral vanuit machthebbers onderzoeken. Probleemhebbers, belangen, machtsmiddelen
Fasen Onderzoek en ontwikkelproces
- Vooronderzoek
- Analyse
- Conceptontwerp
- Detailontwerp
- Realisatie
- Nazorg
Hiërarchie van doelen en plannen
Topmanagement: Strategische doelen/plannen
Middenkader: Tactische doelen/plannen
Werkvloer: Operationele doelen/plannen
Productcyclus PLC
Introductie (geen winst, weinig afzet) Groei (weinig winst, veel afzet) Rijpheid (veel winst, veel afzet) Verzadiging (afnemende winst, afnemende afzet) Neergang (weinig winst, weinig afzet)
Strategisch management
Het behelst het bepalen van de relatie tussen de omgeving en het bedrijf. Vaststellen wat het wil bereiken en hoe het dat wil bereiken.
Canvas model
Customer Segments (R: Rechts) Value Proposition (midden) Customer Relationships (R: linksboven) Channel (R: linksonder) Revenue streams (rechtsonder) Key Resources (L: rechtsonder) Key Activities (L: rechtsboven) Key Partners (L: Links) Cost Structure (linksonder)
Strategic Intent
Hamel en Prahalad
Lange termijn een schier onmogelijk en uiterst ambitieus doel.
Niet de haalbaarheid toetsen
Ontdooien, verschuiven, bevriezen
Lewin
Greiner
Groeimodel
Groei door creativiteit -> Leiderschapscrisis
Groei door leidinggeven -> Autonomiecrisis
Groei door delegatie -> Beheerscrisis
Groei door coördinatie -> Bureaucratiecrisis
Groei door samenwerking
Peter Senge
Lerende organisatie
Aanpassen van mensen
Regulatieve cyclus
Van Strien Probleemstelling Diagnose Plan Ingreep (Implementatie) Evaluatie
Empirische onderzoekcyclus
De Groot
Observatie
Inductie (formuleren van hypothesen)
Deductie (doen van toetsbare voorspellingen)
Toetsing (nagaan of voorspellingen uitkomen)
Evaluatie (koppelen uitkomsten aan theorie, hypothesen)
Primaire processen omschrijving
processen die direct waarde toevoegen of het gehele waardetoevoegingsproces of gezamenlijke kernactiviteiten waar het om gaat in het bedrijf
Secundaire processen omschrijving
scheppen van voorwaarden om primaire proces goed te laten verlopen of ondersteunend aan het primaire proces
Bestuurlijke processen omschrijving
activiteiten die beleid uitvoeren (d.m.v. plannen, controleren, evalueren, bijsturen)
Basisprincipes communicatie
Chester Bernard
- Iedereen moet de communicatiekanalen kennen
- Iedereen toegang tot officieel communicatiekanaal
- Communicatiekanalen kort en rechtstreeks mogelijk
Cultuurdimensies Hofstede
- Machtsafstand
- Onzekerheidsvermijding
- Individualisme versus collectivisme
- Masculiniteit versus femininiteit