Tarzan in de jungle&villa politica So& onderweg Flashcards

1
Q

Verklaar het begrip regenwoud

A

Een regenwoud is een omschrijving voor een woud waar het voortdurend vochtig is. Het regent hier het hele jaar door.
Het wolkendek beschermt het woud tegen de hitte van de dag en de koelte van de nacht waardoor de temperatuur heel de tijd schommelt tussen de 23°C en 31°C.

Regenwouden zijn te vinden in een smalle strook aan de evenaar.
Ze vertegenwoordigen 7% van de totale landoppervlakte van de aarde. Minstens de helft van alle planten en dieren leeft in deze gebieden.

Het grootste regenwoudgebied ter wereld is het Amazonebekken in Zuid - Amerika. Hier stroomt de op één na langste rivier ter wereld : de Amazone.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verklaar het begrip moessonbos

A

Dit is een tropisch regenwoud met 3 of meerdere droge manden per jaar.
In het droge seizoen zullen de loofbomen hun bladeren verliezen. Zodra het natte seizoen begint, zullen de loofbomen terug bladeren krijgen.

Doordat de lucht in deze bossen droger is, groeier er minder klimplanten dan in het regenwoud. Er groeien wel meer planten op de bosbodem die in het droogseizoen meer zonlicht krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verklaar het begrip nevelwoud

A

Deze mistige nevelwouden zijn terug te vinden in hoge en tropische berggebieden.

We vinden hier knoestige bomen die begroeid zijn met felgroene mossen en druipen van het water.
Korstmossen zullen als baarden aan de takken hangen.
Door de hoge vochtigheid, zullen er varens, orchideeën en andere planten op de stammen groeien.

Door de lage temperaturen en hevige winden vinden we hier wel minder plantsoorten dan in de regenwouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verklaar het begrip Mangrovebossen

A

Deze zijn terug te vinden aan de tropische kusten die grenzen aan de zee.

De bomen staan met hun wortels in het zoute water. Ze hebben vaak steltwortels die uit de stam groeien. Dit is nodig om zichzelf te verankeren wanneer het zeewater bij vloed hoog staat.

Er leven zelfs vissen in deze bossen !

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verklaar het biotoop regenwoud en geef enkele typische organismen die er thuis horen.

A

Het regenwoud zorgt voor een hele warme en vochtige omgeving waar een varia aan planten en dieren in voorkomen. Elk regenwoud is ook anders waar je alleen in dat gebied bepaalde soorten planten en dieren gaat terugvinden.

Sommige dieren hebben zich hier (om die redenen) tot reuzen kunnen ontwikkelen.
Enkele voorbeelden :
- ruizenduizendpoten
- Grootste kikker : Goliathkikker
- Grootste vlinder : Koningin Alexandra - vogelvlinder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Som van enkele dieren uit het regenwoud enkele kenmerken op waaruit hun aangepastheid blijkt aan omgevingsinvloeden, bescherming tegen hun vijand en hun voeding

A

De luiaard
- Zoogdier dat in Zuid - Amerika en Midden-Amerika leeft
- Slapen grote delen van de dag maar zijn goed gecamoufleerd in de bomen.
- Scherpe klauwen waarmee ze zich goed kunnen verdedigen
- Komen enkel op de grond om te eten, te paren en naar de wc te gaan.
- Ze eten bladeren en kleine diertjes

De Kameleon
- Dit is een soort hagedis
- Hij kan van kleur veranderen om zich te camoufleren (vooral wanneer hij slaapt)
- Wanten als voeten wat klimmen gemakkelijk maakt en een lange tong om prooi te kunnen grijpen

De hondskopboa
- Lengte van 1.4 - 2 meter
- Groen lichaam met soms zwarte puntjes en witte streep waardoor hij goed gecamoufleerd is
- Zeer fors lichaam met een sterke grijpstaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Som enkele planten op waaruit blijkt dat ze zijn aangepast aan hun omgeving.

A

Mangrove (boom)
- Hebben steltwortels die zich kunnen verankeren om zich vast te houden bij hoogtij

Korstmossen
- Hangen aan takken in vochtige gebieden, moeilijker te bereiken voor dieren

Orchideeën & varens
- Groeien hoog in bomen bij vochtige gebieden waar ze zonlicht kunnen krijgen maar ver weg zitten van mogelijke planteneters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom starten voedselketens steeds bij planten?

A

Omdat onze voedselketen steeds bij onze planten zal starten en zo in niveau zal toenemen.
Planten kunnen hun eigen voeding maken maar dieren kunnen dat niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Je kan de wet van eten en gegeten worden aan de hand van een voedselketen,een voedselpiramide, minstens 2 met elkaar verbonden voedselketels,(voedselweb) uitleggen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Je kan kenmerken beschrijven van het tropische klimaattype.

A

Het is daar altijd tussen de 23°C en 31°C.
Er valt elk jaar bijna 3 en 6 meter regen per vierkante meter,bijna elke namiddag vindt hier een wolkbeurt plaats,dat zorgt voor groene bladeren en nectar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Je kan iets meer vertellen over camouflagetechnieken bij dieren en enkele opsommen.

A

-Indonesische bladvlinder
lijkt op een blad.
-Spanrups lijkt op een takje
-Bidsprinkhaan lijkt op een bloem
-Kameleon kan van kleur veranderen
-Uilenvlinder heeft 2 ogen op zijn vleugels en lijkt op een uil
-Luiaard camoufleerd bijna heel de dag in bomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Je kan iets vertellen over de Korowai.

A

Ze zijn een volk in Zuidoost-Papoea,het Zuidoostelijke deel van Westelijk Nieuw-Guinea,ze bestaan ongeveer uit 3000 puit 3000 personen,ze zijn een eigen groep en enkele volken.Hun huizen staan een paar meters van de grond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef verschillende redenen waarom mensen hun land verlaten.

A

Door oorlog,hongersnood, armoede,werk,liefde, studies enzovoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Je kan enkele voorbeelden geven waar vluchtelingen van komen.

A

Oekraïne,Rusland, Palestina,Israël

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Je kan uitleggen wat migreren betekent.

A

Mensen die van de eene naar de andere plaats gaan wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Je kent het verschil tussen verhuizen en vluchten.

A

Verhuizen doe je voor je eigen wil en vluchten word je gedwongen om te doen.

17
Q

Je weet dat mensen die aankomen in België moeten asiel aanvragen voor ze naar een verblijfplaats mogen.

A

Mensen die in België aankomen moeten asiel aanvragen voordat ze naar een verblijfplaaats mogen.

18
Q

Je weet dat de Red Star Line een boot was die uit Anrwerpen die naar Amerika vertrok rond de 19de eeuw

A

Rond de 19de eeuw vertok
de Red Star Line uit Antwerpen naar Amerika .

19
Q

Je weet dat er in de schepenen van het Red Star Line verschillende klassen had.

A

In het schepenen van het Red Star Line waren er verschillende klassen.

20
Q

Je kan een schip benoemen die vaarde voor de Red Star Line

A

Belgenland, Vaderland,SANBA

21
Q

Je kan in eigen woorden vertellen wat de landverhuizers eerst moesten doen voor ze op een schip van de Red Star Line konden stappen.

A

Ze moesten zorgen dat ze geen ziekte hadden of dat ze ziek waren en dat ze genoeg geld hedden

22
Q

Je kan in je eigen woorden vertellen wat vluchteling,migrant,ontheemde,asielzoeker, mensensmokkel, regulariseren,vervolging, subsidiaire bescherming betekenen.

A

-vluchteling is iemand die gedwongen word om te vluchten
-migrant zijn personen die uit hun eigen beslissing hun land verlaten
-ontheemde is iemand die gedwongen word om te vluchten maar steekt geen grenzen over
-asielzoeker is iemand die een asielvraag heeft ingediend in een ander land en wacht op beoordeling
-mensensmokkel is het illegale vervoer van mensen
-regulariseren is Type stedenbouwkundige vergunning
-vervolging is het systematisch lastigvallen,discrimineren of bedreigen van een persoon op basis van ras,religie,nationaliteit of politieke overtuiging
-subsidaire bescherming is een vorm bescherming voor personen die geen vluchtelingenstatus hebben,maar wel risico lopen op schade bij terugkeer naar hun land

23
Q

Je kent organisaties die vluchtelingen helpen

A

UNHCR

24
Q

Verklaar burgemeester,schepen, gemeente,gemeenteraad,gemeenteraadslid, provincie,provincieraad, politieke partij,democratie, stemrecht,gewest, gemeenschap,parlement,
regering in je eigen woorden.

A

-de De burgemeester zorgt voor de gemeente en is de voorzitter van het schepencollege.
-Schepen=De schepenen voeren de besluiten van de gemeenteraad uit en besturen de gemeente.
-Gemeente=Is een plek waar een groep mensen die samenwonen in een dorp of een stad die zelf mogen beslissen over veel zaken die in hun dorp of stad gebeuren
-Gemeenteraadslid=Ze vertegenwoordigen de burgers van de gemeente.
-Provincie=Een deelgebied van een land met een eigen regionaal bestuur.
-
Provincieraad=De volksvertegenwoordiging van een Belgische provincie.
-Politieke partij=mensen die in de politiek willen gaan kiezen een politieke partij die het dichtst aansluit bij hun visie op de wereld
-Democratie=Heeft de bevolking de macht
-Stemrecht=Het recht hebben om te stemmen.
Gewest=Gebiedsgebonden overheid in België.
-Gemeenschap= Samenleving van een groep mensen.
-Parlement=Controleert het beleid van de regering
-Regering=Bestaat uit de koning en alle ministers.

25
Q

Je kan illustreren dat er in het bestuur van ons land een taak verdeling is tussen het gemeentelijke bestuur,het provinciaal bestuur,de Vlaamse regering en federale regering

A

In het bestuur van ons land is er een taak verdeling tussen het gemeentelijke bestuur,het provinciaal bestuur,de Vlaamse regering en federale regering

26
Q

Je weet dat België een federaal land is die in gewesten en gemeenschappen verdeeld zijn

A

België is een federaal land is die in gewesten en gemeenschappen verdeeld zijn

27
Q

Je kan de verschillende gemeenschappen en gewesten opsommen en aanduiden op een blinde kaart van België

A

-Vlaams gewest,Waals gewest,Brussels hoofdstedeijks gewest
- Vlaamse Gemeenschap. Franse Gemeenschap. Duitstalige Gemeenschap

28
Q

Je kan illustreren dat sommige beslissingen worden genomen door de Vlaamse regering(Vlaanderen) en andere door de federale regering

A

Sommige beslissingen worden genomen door de Vlaamse regering(Vlaanderen) en andere door de federale regering

29
Q

Je kan uitleggen dat de verkiezingen een basiselement zijn van het democratisch functioneren van onze instellingen.

A

de verkiezingen zijn een basiselement van het democratisch functioneren van onze instellingen.

30
Q

Je kan de verschillende verkiezingen opsommen en vertellen wanneer ze worden gehouden

A

Europese verkiezing is om de 4 JAAR,Federale VERKIEZING OM DE 6 JAAR

31
Q

Je kan uitleggen hoe je geldig kan stemmen bij een verkiezing

A

Je moet naar een stembus gaan en daar kan je kiezen op een partij of een persoon

32
Q

Je weet dat er in ons land een scheiding der machten bestaat,namelijk de rechterlijke macht,de uitvoerende macht en de wetgevende macht

A

In ons land is er een scheiding der machten die bestaat,namelijk de rechterlijke macht,de uitvoerende macht en de wetgevende macht

33
Q

Welke gevoelens krijg je als je verliefd ben?

A

Dopamine,Oxytocine,
Adrenaline

34
Q

Hoeveel maanden ben je zwanger

A

9 maanden ben je zwanger of je kan vroeger bevalen of later

35
Q

Welke geslacht deel heeft een jongen?

A

Een jongen heeft een piemel

36
Q

Hoeveel zaadcelen maakt een jongen per dag?

A

Een jongen maakt 160 000 zaadcellen per dag

37
Q
A