Taal Deel 1 Flashcards

1
Q

Aansluiten

A

Iets verbinden met iets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dimmen

A

Dempen, minder vel laten schijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De fitting

A

Dat is een houder waarin je een gloeilamp in draait

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Flakkeren

A

Onrustig branden (van een flam)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fluorescerend

A

Licht uitstralend dat eerder is opgevangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Infrarood

A

Soort licht dat mensen niet kunnen zien, maar wel kunnen voelen als warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kunstmatig

A

Door mensen gemaakt. Het tegengestelde van natuurlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De levensduur

A

De tijd dat iets meegaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De lichtbron1

A

Een voorwerp dat licht geeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Natuurlijk

A

Alles wat met de natuur te maken heeft, niet door mensen gemaakt. Het tegengestelde van kunstmatig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly