T7 Flashcards
1
Q
Since
A
Aangezien
2
Q
Whereas
A
Terwijl
3
Q
Conversely
A
Daartegen
4
Q
Unless
A
Tenzij
5
Q
Initially
A
Aanvankelijk
6
Q
Likewise/ similarly
A
Op dezelfde manier
7
Q
Approving
A
Instemmend
8
Q
Matter-of-fact
A
Geeft de feiten
9
Q
Disbelieving
A
Gelooft het niet
10
Q
Pessimistic
A
Somber gesteld
11
Q
To lack
A
Ontbreken
12
Q
To demand
A
Eisen
13
Q
Ability
A
Bekwaamheid
14
Q
Credit
A
Erkenning
15
Q
Indignant
A
Verontwaardigd
16
Q
To tend to
A
Ertoe neigen om