T2 P2 Flashcards
Wat is geslachtelijke voortplanting?
Door celfusie ontstaan nakomelingen met erfelijke eigenschappen van beide ouders.
Wat zijn geslachtscellen?
Cellen met chromosomen in enkelvoud.
Wat zijn haploïde cellen?
Cellen met één volledige set chromosomen (n).
Wat zijn lichaamscellen?
Cellen met chromosomen in tweevoud.
Wat zijn diploïde cellen?
Cellen met twee volledige sets chromosomen (2n).
Wat is bevruchting?
Het versmelten van een vrouwelijke en mannelijke geslachtscel, waarbij een zygote ontstaat (2n).
Wat is een zygote?
Een bevruchte eicel.
Wat is reductiedeling of meiose?
Proces waarbij het aantal chromosomen van een cel wordt gereduceerd.
Wat is meiose I?
Celdeling waarin één diploïde cel zich in twee haploïde cellen deelt.
Wat is meiose II?
Celdeling waarin uit twee haploïde cellen vier haploïde dochtercellen ontstaan.
Wat is een meeldraad?
Mannelijk voortplantingsorgaan van een plant.
Wat is een stamper?
Vrouwelijk voortplantingsorgaan van een plant.
Wat zijn voortplantingsorganen?
Organen die een rol spelen bij de voortplanting.
Wat is plantenveredeling?
Kruisen van geselecteerde gewassen om nakomelingen met gewenste eigenschappen te verkrijgen.
Wat zijn eierstokken?
Orgaan waar eicellen ontstaan.