t2 h2 Flashcards

1
Q

uit wat bestaat een demografisch transitiemodel

A

uit vijf fasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

fase1:

A

-religieuze/ culturele trends
-vroeg trouwen
-grote gezinnen waren ‘in’
-kinderen nodig om mee te werken op het land
-gezondheidszorg nog niet op punt: amper voorbehoedsmiddelen, meer kindersterfte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fase2:

A

-Het sterftecijferdaalt
-geboortecijfer blijft hoog
-groot aandeel jongeren
-stijging natuurlijke aangroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fase3:

A

-Geboortecijferdaalt
-Sterftecijfer blijft verder dalen maar minder sterk
-natuurlijke aangroei neemt eerst nog toe en neemt daarna af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fase4:

A

Het sterfte- en het geboortecijfer liggen nu beide lager. De natuurlijke aangroei daalt geleidelijk tot nul: dat is de nulgroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fase5:

A

“-Sterftecijfer>geboortecijfer
- vergrijzing
- negatieve natuurlijke aangroei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat betekent geboortebeleid

A

wanneer de overheid het geboortecijfer probeert te beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een geboortebeperking

A

mensen aanmoedigen met als doel om het geboortecijfer omlaag te halen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat betekent vergrijzing

A

de bevolking wordt ouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de actieve bevolking

A

bestaat uit alle mensen in een land die kunnen en mogen werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de bevolkingsexplosie

A

de evolutie die een land kent in fase 2 en 3 ( grote natuurlijke aangroei)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe kom je aan de natuurlijke aangroei

A

geboortecijfer- sterftecijfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

geef de betekenis van demografisch transitiemodel

A

het patroon van de vergelijking van de natuurlijke aangroei tussen landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fase 1 sterftecijfer?

A

honger, slechte gezondheidszorg, oorlog= lage natuurlijke aangroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

leeftijdshistogram fase 1

A

driehoek met gebogen zijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

fase 2 geboortecijfer?

A

religieuze/ culturele trends

17
Q

fase 2 sterftecijfer?

A

verbetering medische zorg:
meer hygiëne, minder kindersterfte door vroege opsporing ziektes of afwijkingen

18
Q

leeftijdshistogram fase 2

A

regelmatige driehoek

19
Q

fase3 geboortecijfer?

A

-culturele veranderingen minder kinderen ‘nodig’
-aantal geboortes per vrouw neemt af

20
Q

fase 3 sterftecijfer?

A

goede gezondheidszorg

21
Q

leeftijdshistogram fase3

A

stolp

22
Q

fase4 geboortecijfer?

A

sommige landen: geboortebeperking, goede gezondheidszorg, later trouwen,
veranderende positie van vrouw binnen het gezin (werk, carrière …)

23
Q

fase4 sterftecijfer?

A

goede gezondheidszorg (nulgroei)

24
Q

leeftijdshistogram fase4

A

urne

25
Q

geboortecijfer fase5

A

daalt

26
Q

sterftecijfer fase5

A

stijgt zeer licht (negatieve natuurlijke aangroei)

27
Q

leeftijdshistogram

A

basis heel smal, brede top

28
Q

hoe kan de overheid zorgen voor een daling van de bevolking

A

voorbehoedsmiddelen voorzien, voorrang bij kinderopvang, betere scholen
straffen door: boetes, verplichte abortus

29
Q

welke impact heeft vergrijzing op onze samenleving

A

Grote groep ouderen moet ‘onderhouden’ worden (=actieve bevolking). Meer geneeskundige verzorging (=druk op ziekenhuizen en woonzorgcentra). Meer pensioenen (=kosten voor de regering).

30
Q

mogelijke oplossingen tegen vergrijzing

A

Actieve bevolking vergroten, Pensioenleeftijd verhogen, Pensioenuitkering verlagen

31
Q

in welke twee fases is er vooral veel bevolkingsexplosie

A

fase 2 en 3

32
Q

plaatsgebrek bij bevolkingsexplosie

A

Meer woningen nodig; wat met landbouwgrond?
Meer industrieterreinen; wat met groene open ruimte?
Link met biodiversiteit…

33
Q

meer diensten bij bevolkingsexplosie

A

Hoger geboortecijfer: meer kinderopvang, meer scholen, meer leerkrachten
Hoger sterftecijfer: meer plaats in rusthuizen en ziekenhuizen, meer verpleegkundigen en dokters nodig