Systeem Aarde 3 Flashcards
Aride zone
Zone met droge klimaten
Atmosferische luchtcirculatie
De verplaatsing van lucht in de atmosfeer
Bodemerosie
Het door erosie verdwijnen van het voor planten belangrijke deel van de verweringslaag
Boreale zone
Overgangsgebied tussen de gematigde en de polaire zone op de continenten dus op het noordelijk halfrond
Drainage
Verlaging van de grondwaterstand door het aanleggen van greppels en afvoerbuizen in de grond
Duurzaam landgebruik
Natuurlijke hulpbronnen zodanig gebruiken dat men tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie, zonder die van toekomstige generaties gevaar te laten lopen
Gematigde zone
Gordel tussen de subtropische en de boreale zone
Geofactoren
Factoren die door hun onderlinge relaties landschapszones vormen. De belangrijkste zijn het klimaat de gesteenten het reliëf en de mens
Intertropische convergentiezone
Het lagedrukgebied rond de evenaar waar zowel winden uit het zuiden als uit het noorden bij elkaar komen. Heet ook equatoriale lage druk.
Irrigatie
Bevloeiing of beregening van landbouwgronden
Klimaatgebied
Groot gebied op aarde met kenmerkende eigenschappen van temperatuur neerslag en wind
Klimaatverandering
De verandering op lange termijn van de temperatuur de neerslag en de wind op aarde
Koude zeestroming
Relatief koude waterstromen in oceanen en zeeen
Landdegradatie
De achteruitgang van de kwaliteit van de bodem en het landschap door verdroging, bodemerosie, bodemuitputting en verzilting.
Landschapszone
Gebied met karakteristieke kenmerken
Luchtdruk
Druk die de lucht door zijn gewicht op het aardoppervlak uitoefend
Moesson
Land of zeewind die elk half jaar van richting veranderd
Oceanische circulatie
De verplaatsing van water in de oceanen
Ontbossing
Het kappen van bossen door de mens
Overbeweiding
Meer vee houden dan de natuurlijke vegetatie kan verdragen
Passaat
Relatief droge wind die van de subtropische hogedrukgebieden altijd uit dezelfde richting naar de evenaar waait
Polaire zone
Gordel tussen de poolcirkel en de Polen
Subtropische zone
Gordel tussen de tropen en de gematigde breedte zone
Tropische zone
Gordel tussen 10 N.B en 10 Z.B
Verwoestijning
Proces waarbij woestijnen zich in oppervlakte uitbereiden
Verzilting
Toename van het zoutgehalte in de bodem of in het grond en oppervlaktewater door verkeerd landgebruik
Warme zeestroming
Relatief warme zeestroming in oceanen en zeeen
wet van buys ballot
Lucht beweegt van een hogedruk naar lagedrukgebied als je de wind in de rug hebt heeft de wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links