Symptomen en ziektes Flashcards

1
Q

Osteoporose

A

Botontkalking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Artrose

A

Versleten kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heupdisplatie

A

Kom van de heup is niet diep genoeg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Contractuur

A

Een dwangstand van lichaamsdeel omdat spieren verkort zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Spieratrofie

A

Verlies van spiermassa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Obstipatie

A

Verstopping van dikke darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Decubitus

A

Doorligplek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Intertrigo

A

Smetplek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Longemfyseem

A

Beschadiging aan de longblaasjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bronchitus

A

Onsteking van bronchieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Anopsie

A

Uitval van zicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hemianopsie

A

Uitval van helft gezichtsveld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Akinesie

A

Niet meer mogelijk om te bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Retentie

A

Niet meer kunnen plassen/poepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Afasie

A

Taalstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Apraxie

A

Moeite met doelgericht handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ataxie

A

Moeite met coordineren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Anterograde amnesie

A

Geen nieuwe herinneringen op kunnen slaan, wel oude herinneringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Angnosie

A

Herkenningsstoornis (mensen niet herkennen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Parese

A

Verlamming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hemiparese

A

Verlamming aan één kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Anesthesie

A

Gevoelverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hemianesthesie

A

Gevoelverlies aan één kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Incontinentie

A

Niet kunnen ophouden van plas/poep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Tachycardie

A

Snel hartritme in rust (hartkloppingen)

26
Q

Hyperhidrose

A

Overmatig zweten

27
Q

Somnolentie

A

Slaperig/suf

28
Q

Nausea

A

Misselijkheid

29
Q

Insomnie/Insomnia

A

Slapeloosheid

30
Q

Orthostatische hypotensie

A

Lage bloeddruk in staande houding

31
Q

Angio-oedeem

A

Zwelling van huid of slijmvliezen

32
Q

Eprysipelas

A

Wondroos

33
Q

Herpes zoster

A

Gordelroos

34
Q

Pericarditis

A

Ontsteking hartzakje

35
Q

Afasie

A

Taalstoornis

36
Q

Apraxie

A

Moeite met uitvoeren van handelingen

37
Q

Parese

A

Verzwakking van spieren

38
Q

Norovirus

A

Buikgriep

39
Q

Coronaire sclerose

A

Vernauwing kransslagaders

40
Q

Basaal celcarinoom

A

Vorm van huidkanker

41
Q

Hyperthyreoidie

A

Te veel schildklierhormoon

42
Q

Hypothyreoidie

A

Te weinig schildklierhormoon

43
Q

Dyspnoe

A

Kortademigheid

44
Q

Gonartrose

A

Slijtage knie

45
Q

Coxartrose

A

Slijtage heup

46
Q

Pruritis senilis

A

Ouderdomsjeuk

47
Q

Luxatie

A

Uit de kom

48
Q

Diabetische ulcus

A

Diabetesvoet

49
Q

Presbyacussis

A

Ouderdoms doofheid

50
Q

Hyponatriëmie

A

Te laag natrium gehalte

51
Q

Erytheem

A

Roodheid van huid

52
Q

Atriumfibrileren

A

Boezem fibrileren

53
Q

Myocardinfarct

A

Hart infarct

54
Q

Ileus

A

Plotselinge darm afsluiting

55
Q

Syncope

A

Wegraking

56
Q

Hemochromatose

A

Ijzer opstapelingziekte

57
Q

Otitis externa

A

Ontsteking gehoorgang

58
Q

Leukocytose

A

Te veel witte bloedcellen

59
Q

Hydrocephalus

A

Waterhoofd

60
Q

Phimosis

A

Voorhuid vernauwing

61
Q

Varices

A

Spataderen