symptomen Flashcards

1
Q

Wat is melancholie?

A

Somberheid die langer dan 2 weken aanhoud (depressie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is anhedonie?

A

Geen plezierbeleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Katatonie?

A

Overmatig Rigide gedrag; mutisme, negativisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is dysartrie?

A

Slechte articulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is hemiplegie?

A

eenzijdige verlamming (door CVA)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is afasie?

A

Niet meer in staat zijn taal te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hemianopsie?

A

Eenzijdige blindheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hemihypaesthesie?

A

Eenzijdige vermindering van gnostische sensibiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hemihypalgesie?

A

Eenzijdige vermindering van vitale sensibiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Homonieme hemianopsie?

A

Bijde ogen vertonen uitval aan dezelfde kant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dysfasie?

A

Niet goed kunnen vormen van taal:

-Wernicke of Broca dysfasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ptosis?

A

Afhangend bovenooglid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Miosis?

A

Verkleinde pupil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Anhidrosis?

A

Niet kunnen zweten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Diplopie?

A

Dubbelzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Intentietremor?

A

Tremor als het maken van de beweging dichterbij komt

17
Q

Bradykinesie?

A

Traag bewegen (parkinson)

18
Q

Hypalgesie en hypesthesie?

A

Vitale en gnostische uitval

19
Q

Chorea?

A
Huntington:
Onwillekeurige bewegingen van distale lichaamsdelen
-lippen tuiten, grimassen
-snuiven, zuchten kuchen
-ataxisch loopje
-niet stilzitten
-vaak stoten, dingen laten vallen
20
Q

Dysfagie?

A

Slecht kunnen slikken

21
Q

Dysfonie?

A

Heesheid (bij 9 of 10 uitval)

22
Q

Dysmeteie?

A

Afstand slecht inschatten: vaak misgrijpen

23
Q

Stupor?

A

Lijkt buiten bewustzijn/slaap, bij katatonie

24
Q

Apatie?

A

Geen emotie

25
Q

Anterograde amnesie?

A

Geheugenverlies binnen elkele minuten (bij laesie hippocampus)

26
Q

Rigiditeit?

A

Stijfheid (parkinson)

27
Q

Agnosie?

A

Wel dingen kunnen waarnemen, maar niet kunnen plaatsen/herkennen

28
Q

Sedatie?

A

Verlaagd bewustzijn

29
Q

Delier?

A

In de war

30
Q

Dystonie?

A

Aanhoudend of wisselende spiersamentrekkingen