Sympathisch En Parasympathisch Stelsel Flashcards

1
Q

Sympathisch stelsel gestimuleerd

A

Wordt gestimuleerd wanneer lichaam actief is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sympathisch Hartactiviteit en ademhaling

A

verhoogd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sympathisch spijsvertering

A

Wordt afgeremd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sympathisch stelsel en parasympathisch zijn deel van

A

Autonoom zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

parasympathisch gestimuleerd

A

Gestimuleerd als lichaam passief is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

parasympathisch hartactivitei en ademhaling

A

Wordt verlaagd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

parasympathisch spijsvertering

A

Wordt gestimuleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hebben tegenwerkende werking (antagonisten)

A

Hoe meer het sympathisch actief wordt hoe minder parasympatisch actief is en anders om hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doen de twee stelsel (sympathisch en parasympatisch

A

Houden het lichaam in homeostase door organen te activeren en af te remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly