SWOT Flashcards

1
Q

Waar staat de “S” voor?

A

Strengths (sterktes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar staat de “W” voor?

A

Weaknesses (zwaktes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar staat de “O” voor?

A

Opportunities (kansen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar staat de “T” voor?

A

Threats (bedreigingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke zijn intern?

A

Strengths en weaknesses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke zijn extern?

A

Opportunities en threats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom maak je een SWOT analyse?

A

Om de beste marktstrategie voor jouw onderneming te bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat laat een SWOT analyse zien?

A

Waar de kansen liggen voor je onderneming en wat extra aandacht vraagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly