Supply chain management Deel 1 Flashcards

1
Q

Wat is een supply chain

A

Een supply chain bestaat uit alle stappen die direct en indirect te maken hebben met het vervullen van de klantenbehoeftes. Een supply chain bestaat niet alleen uit de fabriek en leverancier maar ook uit de vervoerders, opslag, verkopers en klanten zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houd een ultieme supply chain in

A

Een ultieme supply chain is een supply chain die bestaat uit alle organisaties down en up stream.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom wordt een supply chain ook wel een value chain genoemd?

A

omdat elke schakel in de supply chain waarde toevoegd aan het product/dienst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een demand chain?

A

een vraag gerichte / pull gestuurde keten. Eerst wachten waar de vraag naar gaat zijn en dan bepalen hoeveel je hier van gaat produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom supply network

A

vaak toch gebruik van di/convergentie en shared resource
supply chains van meerdere soorten producten verbonden zoals bij wallmarkt
partijen uit verschillende supply chains werken vaak samen doormiddel van transport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar staat OEM voor

A

original equipment manufacturer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een oerproducent

A

een producent die “raw material” maakt kan direct aan consument leveren zoals een eierenman naast de weg of aan business.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de gevolgen van globalisering

A

wereldwijd opereren, competitief zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de gevolgen van internationalisering

A

wegvallen handelsbelemmeringen, lagere kosten transport/communication, orientatie op buitenland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is offshoring

A

fabrikanten die delen van hun productie uitbesteden aan lageloon landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is back/reshoring

A

terug halen van prodcutie om kwaliteit te verbeteren en risicos te verminderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de soorten actoren

A

fabrikanten, groothandelaren, oerproducenten, detailisten, logistieke dienstverleners, (lucht)havenbedrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorbeelden van concurrentie in detailhandel

A

buitenlandse met sterke winkelformules in bijne elke gmeente, online winkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke gevolgen hebben de sterke concurrentie in de detailhandel

A

Flink wat saneringen ; het aantal ondernemingen en vestigingen in de detailhandel zijn flink afgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn logistieke dienstverleners

A

een logistiek dienstverlener levert logistieke diensten aan producenten, groothandelaars, retailers of andere logistiek dienstverleners. veel zijn begonnen als transporteurs maar leveren nu ook andere diensten zoals opslag/ in-om verpakken / displays samenstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verschil Agenten, commissionairs, makelaars en groothandelaars

A

groothandelaars zijn eigenaars van de producten en de andere lenen het

17
Q

functies groothandelaars

A

hoeveelheidsverschillen : groot inkopen kleiner doorverkopen. assortiment samenstellen
tijdverschillen; spullen tijdelijk opslaan
plaatsverschillen; import export
hoedanigheidsverschillen: in om en verpakken

18
Q

Waardoor is de marktkennis vergroot bij detailisten

A

makkelijk te verzamelen door spaarsystemen, barcodes, scanning. winkelpromotie toegenomen door social media

19
Q

functies van retailer/detailist

A

assortiment samenstelling/ opslag en voorraad veheer/ marketing/verkoop

20
Q

verschillende retailvormen

A

winkelketens/ zelfstandigen/ franchise/cooperates

21
Q

verschil 3th en 4th party

A

3th party wordt ingehuurd om spullen van a naar b te vervoeren. is uitvoerend bezig. 4th party is eigelijk een 3th+ omdat ze ook spullen van a naar b brengen maar ze denken mee en zijn dus niet uitvoerend bezig

22
Q

wat is een mainport

A

knooppunt van belangrijke transport routes.

23
Q

waarom is een mainport eco belangrijk

A

levert transport opslag maar ook werkgelgegenheden

24
Q

brainport en greenport voorbeelden

A

brainport -> regio eindhoven -> veel ict bedrijven

greenport -> aalsmeer -> bloemenveiling

25
Q

trends 2020

A
verschuivende macht inde wereld
grote middenklasse in ontwikkelingslanden
schaarste energie water voedsel
Vergrijzende bevolking
Veeleisender consument
Consument gebruikt nieuwe technologieën
Focus op gezondheid, veiligheid en welbevinden
Zorg om en voor het milieu
Verstedelijking
Toename wet- en regelgeving
26
Q

trends van ivloed op supply chain

A

> Technologische mogelijkheden (bijv. 3D Printing)
– Minder retouren door betrokkenheid afnemer bij
ontwerp en realisatie product
– Kleinschalig en dicht bij klant produceren
– Minder waste tijdens productie
– Toename pakketpost, afname langeafstandsvervoer
Transparantie en Traceerbaarheid vergroten

27
Q

Noodzaak tot samenwerking: Waarom?

A
> Veranderende consument
– Beter aan klantwens kunnen voldoen
– Wil betere keuze
– Eist beschikbaarheid en transparantie
– Verlangt leversnelheid
– Verwacht traceerbaarheid (herkomst)
> Internetverkopen
– Toename orders, ook Cross-Border E-commerce
– Beschikbaarheid steeds belangrijker
– Leveringen (thuisbezorgen) en retouren stijgen