Stuvia-1394-europees-arresten-www.brainscape.com-en-import Flashcards
zaak Las
16 april 2013 nationale instanties mogen geen maatregelen uitvoeren die de uitoefening van de in het verdrag gewaarborgde fundamentele vrijheden door unie-onderdanen van gelijk welke lidstaat kan belemmeren of minder aantrekkelijk maken. dergelijke belemmeringen kunnen wel worden gerechtvaardigd door:1. de redenen die uitdrukkelijk in het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie zijn voorzien2. dwingende redenen van algemeen belang (rule of reason (evenredig)Vlaamse gemeenschap had de verplichting opgelegd aan alle ondernemingen op zijn grondgebied om de arbeidsovereenkomsten met grensoverschrijdend karakter uitsluitend in het Nederlands op te stellen (op straffe van nietigheid van de overeenkomst) Vlaanderen verdedigde door te stellen dat deze wijze het gebruik van 1 oficiële taal bevorderde en de werknemers werden beschermd en sociale inspecties effectief mogelijk werden gemaakt. Hof erkende de rechtmatigheid dwingende redenen van algemeen belang maar voegde toe dat deze verder ging dan noodzakelijk. aangezien - partijen bij arbeidsovereenkomst met grensoverschrijdend karakter niet noodzakelijk die taal beheersen, en dat beperkt de vorming van een vrije en geïnformeerde wilsovereenstemming tussen de partijen.- de mogelijkheid invoeren om in een door alle rechtspartijen begrepen taal rechtsgeldige versie op te stellen zou minder ingrijpend maar toch zelfde doelstelling kunnen waarborgen.
Arrest EC t. Jégo-Quéré
Dit is de zaak Jégo-Quéré in hogere voorziening. Advocaat-generaal Jacobs aanvaardde de beslissing van het Hof in het arrest Unión de Pequeños Agricultores, en handhaafde de Plaumann-definitie. Het Hof bevestigde zijn vroegere rechtspraak.
Arrest Marshall
horizontale directe werking richtlijnena) Feiten Marshall, een diëtiste in dienst van de National Health Service van Southampton, moest op een bepaalde leeftijd met pensioen. Deze pensioenleeftijd lag vroeger dan voor mannen (vgl. met Defrenne II). Voor de nationale rechter (geschil met de NHS) beroepte Marshall zich op een EG- richtlijn. De rechter stelde een prejudiciële vraag aan het HvJ over de directe werking van de richtlijn.b) HofvanJustitie Het Hof besliste dat het dwingend karakter van een richtlijn enkel speelt t.a.v. de Lidstaat aan wie de richtlijn gericht is. Er kan geen directe werking zijn van de richtlijn, nu deze geen verplichtingen oplegt aan particulieren.c) Kritiek in de doctrine In de doctrine werd verdedigd dat, gezien de meeste richtlijnen even duidelijk zijn als verordeningen, deze richtlijnen ook moeten kunnen werken tussen particulieren wanneer de overheid in gebreke is gebleven om deze uit te voeren. De deur werd op een kier gezet met het arrest Marleasing.
Arrest McCarthy en zaak Derechi
Hof bevestigd maar verscherpt rechtspraak RUIZ Zambrano Hof gebruikt een dubbele test om na te gaan of bepaalde situatie binnen toepassingsgebied EU-(burgerschaps)recht valt.1. Valt binnen indien grensoverschrijdende situatie2. ook situaties die zich feitelijk binnen één lidstaat afspelen zullen hieronder vallen indien dit negatieve gevolgen heeft voor het ‘effectieve genot van de aan de status van de burger van de Unie ontleende rechten’, namelijk indien de EU-burger zou worden verplicht het grondgebied van de Unie te verlaten.
Arrest Francovich
aansprakelijkheid Lidstaat geen of slechte uitvoering commuanutaire verplichtingena) Feiten In deze zaak beroepte Francovich zich voor de Italiaanse rechter op de Insolventie- richtlijn, die voorzag dat een garantie moest voorzien worden voor werknemers in geval van collectief ontslag. Deze was in Italië niet omgezet. De Italiaanse rechter vroeg het HvJ of deze richtlijn directe werking heeft.b) HofvanJustitie De Insolventierichtlijn heeft volgens het Hof geen directe werking, nu niet duidelijk is wie de garantie moet bieden en wanneer werknemers er juist recht op hebben. Tegelijk introduceert het Hof wel de plicht van schadevergoeding, die op de Lidstaat rust die zijn communautaire verplichtingen niet nakomt.De particulier die schade lijdt door de niet-nakoming van communautaire verplichtingen door de Staat, kan schade- vergoeding vorderen van de Staat. Het Hof baseert zich op: - de specifieke aard van het gemeenschapsrecht en: - de volle werking van de gemeenschapsbepalingen. Wanneer enkel de Lidstaat door haar optreden de volle werking van gemeenschapsbepalingen kan garanderen, is zij aanprakelijk wanneer zij niet optreedt.
Arrest Desmet
maatregelen van gelijke werkinga) Feiten De Belgische regelgeving vereiste vanaf de jaren ’30 dat margarine wordt verpakt in kubussen, om zo het onderscheid te kunnen maken met boter. Na het ontstaan van de EEG voert Desmet margarine in vanuit Duitsland, in cilinders. Hij mag deze margarine niet commercialiseren van de Belgische overheid. Desmet voert voor de Belgische rechter aan dat dit een maatregel van directe werking is, en zo het vrij verkeer van goederen in het gevaar brengt. De rechter stelt een prejudiciële vraag aan het HvJ.b) HofvanJustitie Het Hof stelt vast dat de Belgische overheid niet in verhouding is met het nagestreefde doel, en aldus een maatregel van gelijke werking is. Dit is een schending van het vrij verkeer van goederen.
Zaak AM&S
onderzoeksbevoegdheden EC in het kader van art.81-82EGIn casu viel de EC binnen bij de aluminiumproducent AM&S. Toen zij door documenten aan het bladeren waren, trok één van de bedrijfsjuristen plots een document uit de handen van een medewerker van de EC. De bedrijfsjurist beroepte zich op het Britse common law beginsel van de legal privilige: dit beschermt de communicatie tussen advocaat (lawyer) en cliënt. De EC nam een beschikking, waarin zij inzage eiste in het betrokken document. Hoewel beschikkingen de geadresseerde binden, bleef AM&S zich verzetten. Zij stapten naar de voorzitter van het HvJ.De voorzitter van het HvJ besliste dat de EC bij haar onderzoek rekening moest houden met de beginselen van het betrokken nationaal recht. Indien er evenwel betwisting blijft bestaan, moet het HvJ – volgens de voorzitter – beslechten of het beginsel niet kennelijk onredelijk wordt gebruikt (marginale toetsing). I.c. besliste de voorzitter dat het beginsel niet correct werd toegepast, nu een bedrijfsjurist geen advocaat in de eigenlijke zin is.
AETR zaak
impliciete bevoegdheden (implied powers)hieruit volgt dat het niet nodig is dat het verdrag expliciet de bevoegdheid verleent om een akkoord met een derde land te sluiten maar dat die bevoegdheid ook stilzwijgend aanwezig kan zijn in het verdrag of kan voortvloeien uit handelingen die door de instellingen van de unie in het kader van die verdragsbepalingen zijn genomen.
Arrest Denkavit 1979
interpretatie van gemeenschapsrechtHet HvJ interpreteert gemeenschapsrecht “zoals het sedert het tijdstip van zijn inwerkingtreding moet of had moeten worden verstaan en toegepast”. Een arrest waarin communautair recht geïnterpreteerd wordt, heeft dus verregaande retroactieve werking. Het Hof zal slechts bij uitzondering van dit beginsel afwijken (bv. het arrest Defrenne II).
Arrest foto frost
Grenzen aan de bevoegdheid van de nationale rechter bij geldigheidscontroleDe vraag rees of de nationale rechter kan besluiten tot geldigheid of ongeldigheid van een communautaire rechtshandeling. Het Hof antwoordde als volgt:- de nationale rechter die in laatste aanleg uitspraak doet, moet alleszins een prejudiciële vraag stellen (duidelijk in art. 234 EG).- de nationale rechter die niet in laatste aanleg uitspraak doet, kan zelf beslissen dat de communautaire rechtshandeling geldig is.- de nationale rechter die niet in laatste aanleg uitspraak doet, moet een prejudiciële vraag stellen wanneer hij van oordeel is dat de communautaire rechtshandeling ongeldig is. Dit om rechtsonzekerheid te vermijden, en omdat het HvJ exclusief bevoegd is om kennis te nemen van eisen tot nietigverklaring van communautaire rechtshandelingen.
overheidssteun in de zin van art 107 lid 1 VWEU
4 voorwaarden: het moet gaan om1. steunmaatregel (financieel of fiscaal voordeel of verlagen sociale lasten)2 door overheid verleend, of in welke vorm dan ook met staatsmiddelen is bekostigd en aan de overheid is toe te schrijven3. bepaalde ondernemingen of producties worden begunstigd4. mededinging wordt vervalst of dreigt te vervalsen en de handel tussen de lidstaten ongunstig beïnvloed(de- minimissteun: steun die beneden bepaalde drempelwaarde ligt en handelsverkeer tussen lidstaten niet ongunstig be*invloedt en mededinging niet vervalst of dreigt te vervalsen) uitz: art 107, lid 2 en 3 VWEU
LIVIO MISSIR MAMACHI DI LUSIGNANO T. COMMISSIE
12 mei 2011 - gerecht voor ambtenarenzaken - vraag van bijhorende financiele compensatie naar aanleiding van moord op zoon, een diplomaat
Arrest Roquette Frères
gevolgen van ongeldigheidHet HvJ baseert zich op de gevolgen van de onwettigheid (nietigheid erga omnes en ex tunc). Ongeldigheid gaat evenwel minder ver, in die zin dat de nationale rechter de ongeldige communautaire rechtshandeling buiten beschouwing moet laten.
Arrest Schul
definitie Gemeenschappelijke MarktVolgens het Hof van Justitie komt het begrip Gemeenschappelijke Markt in het EEG- Verdrag neer op de afschaffing van alle belemmeringen van het intracommunautaire handelsverkeer, opdat één markt zou ontstaan die de omstandigheden van een nationale markt zoveel mogelijk benadert.
Arrest Unión de Pequenños Agricultores
I.c. had Unión de Pequenños Agricultores een verordening inzake olijfolie aangevochten voor het Gerecht. Het arrest van het Gerecht (onontvankelijkheid) werd in hogere voorziening gebracht voor het HvJ. Advocaat-generaal Jacobs stelde in zijn conclusie voor dat particulieren individueel geraakt worden, indien de aangevochten EG-handeling hen omwille van de specifieke situatie waarin zij zich bevinden hen schaden of mogelijks kunnen schaden.Hier is het aantal particulieren of hun positie irrelevant. Het HvJ weigerde echter Jacobs te volgen, en stelde dat de Plaumann-definitie de enige juiste is. Het Hof wees er echter op dat deze definitie inderdaad te strikt is, maar dit enkel kan verholpen worden door een verdragswijziging.
Arrest Waterkeyn
weerslag arrest van het HvJ in de nationale rechtsordea) AntecedentenHet HvJ velde een aantal jaar voor het arrest Waterkeyn een arrest, ingevolge een procedure ex art. 226 EG (d.i. de procedure Europese Commissie (EC) tegen Lidstaat). Daarin werd Frankrijk veroordeeld wegens het bestaan van discriminerende wetgeving, betreffende het verbod op reclame voor alcoholische dranken die gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid. Het kwam er echter op neer dat alle buitenlandse alcoholische dranken door de Franse wetgeving als gevaarlijk voor de volksgezondheid werden bestempeld. Het HvJ stelde dat dergelijke wetgeving in het licht van EG-recht is toegelaten, inzoverre deze geen discriminatie inhoudt. Begin jaren ’80 voorzag het EG-Verdrag nog geen financiële sancties bij niet-naleving van een arrest van het HvJ.b) FeitenHet arrest Waterkeyn is door het HvJ gewezen ingevolge een prejudiciële vraag (art. 234 EG) gesteld door een Franse rechter. Waterkeyn maakte in opdracht van derden reclameboodschappen. Hij kreeg in 1980 de opdracht van een drankimporteur om reclame te maken voor whisky. Twee jaar later werd Waterkeyn strafrechtelijk vervolgd wegens inbreuk op de Franse reclame- wetgeving. De advocaat van Waterkeyn voerde voor de Franse rechter het hoger- vermelde arrest EC t. Frankrijk aan. De Franse rechter stelde daarop een prejudiciële vraag aan het HvJ, met de vraag of de nationale rechter rekening moet houden met arresten ex art. 226 EG van het HvJ.c) Beslissing van het HofHet HvJ antwoordde bevestigend op de prejudiciële vraag. De nationale rechter moet rekening houden met arresten ex art. 226 EG bij de bepaling van de draagwijdte van het gemeenschapsrecht, boven elke strijdige nationale regelgeving. Arresten ex art. 226 EG van het HvJ hebben ingevolge het arrest Waterkeyn niet langer een louter declaratoir karakter.
Arrest Juégo-Quéré
In de zaak Juégo-Quéré vocht een Frans visserijbedrijf een verordening aan, die grotere mazen oplegde aan vissers. Jégo-Quéré gebruikte daarentegen netten met kleinere mazen, en voelde zich geraakt door de verordening. Het Gerecht van eerste aanleg volgde Jégo-Quéré hierin. Het Gerecht stelde dat een particulier individueel wordt geraakt wanneer de betrokkenen EG-rechtshandeling de rechtspositie van de particulier zeker en actueel aantast, ongeacht het aantal of de positie van diegenen die erdoor geraakt worden. Dit arrest werd hervormd door het arrest EC t. Jégo-Quéré
Arrest Kermachek
vrij verkeer van personen- familieleden van de migrerende burger– niet noodzakelijk EG-onderdaana) FeitenKermachek was een Joegoslavische verpleegster, werkzaam in Nederland. Daar trouwt zij met een Duitse man, waarna zij samen verhuizen naar Duitsland. Kermachek vindt vervolgens maar moeilijk werk in Duitsland, gezien haar nationaliteit. De Duitse rechter verwijst naar het HvJ.b) HofvanJustitieMevr. Kermachek kan niet genieten van vrij verkeer van personen, gezien zij geen familielid is van een migrerende burger. Haar echtgenoot migreert immers niet, gezien hij Duits onderdaan is.
Arrest Costa t. Enel
voorrang van EG-rechta) FeitenCosta, een Italiaans advocaat en aandeelhouder van kleine energiebedrijven, procedeert voor de Italiaanse rechter tegen Enel, een grote Italiaanse energie- maatschappij. Costa beroept zich o.a. op EG-recht, dat onverenigbaar is met Italiaanse wetgeving tot stand gekomen na de ratificatie van het EEG-Verdrag. De Italiaanse rechter stelt een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie: heeft EG- recht voorrang op nationaal recht, dat is tot stand gekomen na het EG-recht?b) HofvanJustitie- Volgens het HvJ heeft het EEG-Verdrag een nieuwe rechtsorde gecreëerd, door de (vrijwillige) bevoegdheidsoverdracht van de Lidstaten naar de EEG. Er zijn daarbij instellingen gecreëerd, die binnen de perken van het Verdrag beslissingsbevoegdheid hebben. Indien de EEG binnen de gegeven bevoegdheid optreedt, dan hebben de Lidstaten niet langer de bevoegdheid om daarmee strijdige regelgeving aan te nemen. Er is dus voorrang van het regelmatig tot stand gekomen EG-recht op het strijdig nationaal recht.- Subsidiaire argumenten voor voorrang:* het Hof stelt vast dat Lidstaten volgens het EEG-Verdrag in zeer uitzonderlijke gevallen mogen afwijken van EG-recht. In dat geval moeten zij nog steeds samenwerken met de EG. A contrario stelt het Hof vast dat, nu dit geen noodsituatie was, het EG-recht voorrang heeft.* uit de definitie van de verordening blijkt dat deze rechtstreeks toepasselijk is in de nationale rechtsorde, zonder dat dit transformatie vereist. Het Hof leidt hieruit af dat strijdige nationale normen niet kunnen primeren.Er is dus voorrang voor de verordening, en in het algemeen het EG-recht.
Arrest Van Parys
geldigheidscontrole van communautaire handelingen in het licht van internationale verplichtingen van de EGa) FeitenVan Parys inporteert Zuid-Amerikaanse bananen. De EG stelde een quotum in voor de invoer van dergelijke bananen, en verhoogde invoerrechten voor alles wat daarboven wordt ingevoerd. Volgens Van Parys is dit een schending van de GATT. Hij krijgt inderdaad gelijk van de WTO in een einduitspraak. De vraag rees dan voor de Belgische rechter of de rechtspraak van het arrest Portugal t. Raad nog geldig was. Hiertoe werd een prejudiciële vraag gesteld.b) Hof van JustitieZelfs na een einduitspraak van de WTO komt geen directe werking toe aan de GATT.
douane unie
- verbod van alle douanerechten en heffingen van belijke werking tussen lidstaten van de douane unie2. toepassing van 1 gemeenschappelijk douanetarief op import uit derde staten. (ontbreekt dit dan vrijhandelszone)
Beschikking Gravindex
opleggen geldboete in het kader van art.82EGa) FeitenDe Gravindex was de eerste zwangerschapstest, ontwikkeld en gecommercialiseerd door Johnson & Johnson. Wat betreft de producten die worden ingevoerd in Duitsland wordt een artificieel hoge richtprijs gesteld. In het VK ligt de prijs heel wat lager, gezien de strenge controle van de National Health Service. Na de eerste uitbreiding van de EEG beginnen de Duitse verkopers producten in te voeren uit het VK. Uiteraard was J&J niet blij; zij legden aan hun afnemers in het VK een uitvoerverbod naar Duitsland op.b) EuropeseCommissie De EC legt bij beschikking een afschrikkingsboete op aan Johnson & Johnson, nu zij vindt dat uitvoerverboden één van de meest fundamentele aantastingen is van het vrij verkeer van goederen. Waar de EEG grenzen heeft afgebroken, is het niet aan bedrijven om deze opnieuw op te bouwen.
Arrest Walrave-Koch
Horizontale directe werkinga) FeitenWalrave is ten tijde van het arrest de beste gangmaker voor sprinters op de piste. De UCI vaardigde een reglement uit, dat stelt dat de sprinter en de gangmaker dezelfde nationaliteit moeten hebben. Walrave en Koch dagen de UCI voor de nationale rechter, en voeren aan dat het reglement discriminerend werkt en aldus in strijd is met het EEG-Verdrag. De UCI voert aan dat sport niet onder het EEG-Verdrag valt, waarop Walrave en Koch antwoorden dat sport die een economische activiteit is er wel onder valt. De rechter stelt een prejudiciële vraag aan het HvJ.b) Hof van JustitieHet Hof antwoordt dat een sportactiviteit, die ook een economische activiteit is, zeker onder het EEG-Verdrag valt. Walrave en Koch kunnen zich bovendien voor de nationale rechter beroepen op de anti-discriminatiebepaling in het EEG-Verdrag. Dit was het eerste arrest waarin het Hof horizontale directe werking gaf aan het Verdrag.
rechtmatig geproduceerd
wanneer producten met de voorschriften van het uitvoerende land in overeenstemming zijn of volgens behoorlijke en in dat land gebruikelijke procédés werden vervaardigd en op het grondgebied van dat land in de handel zijn gebracht
Zaak Cohn Bendit
slechte rechtspraakCohn-Bendit – een Duitse jood, één van de leiders van het studentenverzet in 1968 – werd n.a.v. de studentenrevolte in 1968 door de Franse overheid uitgewezen bij Decreet. Hij kreeg bovendien het verbod het Franse territorium opnieuw te betreden.Een achttal jaar later wil hij terugkeren naar Frankrijk om in Parijs te werken. Deze terugkeer werd hem geweigerd. Cohn-Bendit vocht deze beslissing aan voor de Franse Conseil d’Etat, en voerde hierbij schending van de EG-richtlijn van 1964 betreffende het vrij verkeer van personen door het Decreet van 1968. De Conseil d’Etat besliste dat particulieren zich nooit op richtlijnen kunnen beroepen, niettegenstaande het bestaan van rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ) die stelde dat directe werking onder bepaalde omstandigheden wel kan bestaan. Hiermee interpreeterde de Conseil d’Etat het EG-recht opzettelijk verkeerd.
Arrest International Chemical Corporation
gevolgen van ongeldigheidHet HvJ verbindt in dit areest een quasi erga omnes effect van de ongeldigheids- verklaring. Het principe van de rechtszekerheid vereist dat een ongeldigheidsverklaring een ruimere werking heeft dan enkel binding van de verwijzende rechter. Het zou immers de uniforme toepassing van het EG-recht niet ten goede komen, wanneer een rechter EG-recht toepast dat door het HvJ als ongeldig is bestempeld. De ongeldigverklaring in één arrest volstaat voor de nationale rechter om de betreffende communautaire rechtshandeling buiten beschouwing te laten. Dit doet echter geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de nationale rechter om een nieuwe prejudiciële vraag te stellen, indien nog onduidelijkheid zou bestaan over de redenen, de omvang of de gevolgen van de eerder vastgestelde ongeldigheid.
Arrest Kupferberg
directe werking akkoorden tussen EG en derde landena) FeitenVoorafgaand ontstond een geschil tussen Kupferberg, een importeur van porto, en de Duitse overheid. Kupferberg meende dat door de hoge invoerrechten de Duitse likeuren de facto werden beschermd. Kupferberg beroepte zich voor de nationale rechter op de Vrijhandelsovereenkomst tussen de EG en Portugal. De rechter stelde een prejudiciële vraag aan het HvJ.b) Hof van JustitieI.t.t. de zaak Polydor t. Harlequin onderzoekt het Hof onmiddellijk de directe werking van de Vrijhandelsovereenkomst (verbiedt kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking bij gelijkwaardige producten). Het Hof verwijst naar art. 228, lid 2 EEG (art. 300, lid 7 EG), dat stelt dat de akkoorden die de EG sluit zowel de EG zelf als de Lidstaten binden. De Lidstaten moeten deze akkoorden dus te goeder trouw uitvoeren. Het feit dat een bijzondere geschillenbeslechtende instelling is opgericht, verzet zich niet tegen directe werking. De bewoordingen, de geest en de structuur van het akkoord verzetten zich volgens het Hof dus niet tegen directe werking. De bepaling is duidelijk en onvoorwaardelijk, en heeft dus directe werking. In laatste instantie vangt Kupferberg nog bot, wanneer het Hof besluit dat porto en de Duitse likeuren geen gelijkwaardige producten zijn.
Zaak Volkswagen
opleggen geldboete in het kader van art.82EGa) FeitenLange tijd domineerde Fiat de Italiaanse automobielmarkt. Volkswagen wenste echter door te breken; hiertoe bracht zij een wagen tegen zeer scherpe prijs op de markt in Italië (nauwelijks winst). Hun plan lukte, maar had vooral succes bij Duitsers en Oostenrijkers. Deze kwamen zelfs speciaal naar Italië om de goedkope Volkswagen te kopen. Om dit tegen te gaan, legde Volkswagen aan de Italiaanse verkopers het verbod op om nog wagens te verkopen aan niet-Italianen. Dit is een de facto uitvoerverbod.b) Europese Commissie–Volkswagenbeschikking De EC legde in een beschikking een boete van 100 miljoen EURO op aan Volkswagen, nu zij het vrij verkeer van goederen verhinderde. Volkswagen ging hiertegen in beroep bij het Gerecht van eerste aanleg.c) Gerecht van eerste aanleg–Volkswagenarrest Het Ger.EG bevestigde de veroordeling, maar verlaagde de boete tot 90 miljoen EURO.
Arrest Society for the Protection of Unborn Children v. Ireland
vrij verrichten van diensten – diensgenietera) FeitenHet ongeboren leven wordt in – het streng katholieke – Ierland in de grondwet beschermd. Het uitvoeren van abortussen is verboden bij wet, en wordt strafrechtelijk vervolgd. Aanleiding voor deze zaak voor het HvJ is het verspreiden van informatie over abortus in het VK door Ierse studentenverenigingen. Tegenstanders van abortus stappen hierop naar de Ierse rechter, die vervolgens de prejudiciële vraag stelt aan het HvJ of de studentenverenigingen deze propaganda mogen verspreiden.b) Hof van JustitieHet Hof oordeelt dat Ierland het verspreiden van dergelijke informatie door ingezetenen (dus niet van dienstverleners gevestigd in een derde EG-Lidstaat) mag verbieden, nu het abortus zelf ook verbiedt. Het Hof stelt evenwel dat het vrij verkeer van diensten ook van toepassing op dienst- genieters. Het Hof oordeelt dat iedere EG-burger het recht heeft zich te verplaatsen naar een derde EG-Lidstaat, om daar een dienst te genieten die legaal wordt aangeboden.
verbod kartelvorming
art 101 VWEU verbiedt overeenkomsten, besluiten van ondernemingsverenigingen of onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen de lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de interne markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst.
Arrest Simutenkov
directe werking partnerschapsakkoord EG-Russische Federatiea) FeitenSimutenkov, Russisch voetballer, transfereerde naar Tenerife. Daar zat hij echter meer op de bank, gezien een reglement van de Spaanse Voetbalfederatie oplegde dat slechts twee niet EG-onderdanen mochten worden opgesteld. Voor de Spaanse rechter wilde Simutenkov vervolgens de omzetting van zijn licentie in een EG-licentie, waarbij hij zich steunde op de Partnerschapsakkoord tussen de EG en de Russische Fedratie. Daarin werd voorzien dat een Russisch onderdaan, die legaal tewerkgesteld is in een EG-land, niet mag gediscrimineerd worden wat betreft arbeidsvoorwaarden, beloning en ontslag. De Spaanse rechter stelde een prejudiciële vraag m.b.t. de directe werking.b) Hof van JustitieHet Hof stelde vast dat het Partnerschapsakkoord directe werking kon hebben, hoewel het geen Associatie-akkoord betreft. De ingeroepen bepaling heeft directe werking, gezien het voldoende nauwkeurig en onvoorwaardelijk is geformuleerd.
Solange arrest
slechte rechtspraakHet Duitse Bunderverfassungsgericht (d.i. het Duitse grondwettelijk hof) besliste in 1974 dat “zolang” (1) het Europees Parlement niet rechtstreeks verkozen wordt, en (2) er geen codex is van grondrechten1, het Bundesverfassungsgericht de bevoegdheid heeft om communautaire rechtshandelingen te toetsen aan de grondrechten in de Duitse grondwet. Hiermee interpreteerde het Bundesverfassungsgericht het EG-recht opzettelijk verkeerd, gezien het HvJ duidelijk stelde dat het niet tot de bevoegdheid van de nationale rechter behoort communautaire handelingen te onderzoeken.
Zaak Beaulieu
bevel terug vordering illegale steuna) FeitenIn de jaren ’80 verkeerde Beaulieu, een textielbedrijf, in ernstige moeilijkheden. Deze kreeg van de Belgische overheid (politieke) en financiële steun. Dit laatste ter waarde van 750 miljoen BEF. De uitvoering van de steun was een flagrante inbreuk op art. 87 EG, gezien(1) de Belgische Staat deze niet had aangemeld bij de EC, (2) het kolossaal bedrag, en (3) het feit dat deze werd gegeven aan een sterk exportgerichte sector, wat leidde tot concurrentievervalsing. b) Europese Commissie De EC beval de Belgische Staat om de geleverde steun terug te vorderen. De Belgische Staat bleef in gebreke, waarna de EC een procedure startte bij het HvJ. c) Hof van Justitie Het Hof bevestigde dat de EC de verplichting kan opleggen aan een Lidstaat om reeds uitgevoerde illegale steun terug te vorderen. d) Rechtbank van koophandel Vervolgens procedeerde de Belgische Staat tegen Beaulieu om de uitgevoerde steun terug te krijgen, nu deze laatste weigerde deze terug te betalen. Beaulieu stelde dat de steun niet langer te traceren was, gezien deze allemaal was uitgegeven. De rechtbank van koophandel te Brussel veroordeelde Beaulieu tot terugbetaling van de hoofdsom, vermeerderd met de interest vastgesteld door de EC te rekenen vanaf de dag van de beschikbaarheid van de steun tot de dag van daadwerkelijke terugbetaling. Dit liep dus uiteindelijk zeer hoog op.
Arrest Rutili
vrij verkeer van werknemers– uitzonderinga) FeitenRutili was een Italiaanse syndicalist, woonachtig in Frankrijk. Hij organiseerde stakingen, waarop de Franse overheid besliste zijn bewegingsvrijheid te beperken. De Franse rechter stelde een prejudiciële vraag aan het HvJ, of dit art. 39 EG schendt.b) Hof van JustitieHet Hof stelde dat aan het recht van vrij verkeer van werknemers slechts beperkingen mogen worden opgelegd, wanneer “de aanwezigheid of het gedrag van onderdanen van een andere Lidstaat een werkelijke en genoegzame bedreiging voor de openbare veiligheid oplevert”. Dit was i.c. niet het geval, gezien sydicale activiteiten van Franse onderdanen wel werden toegelaten.
Arrest Vlassopoulou
rechtvanvestiginga) FeitenVlassopoulou behaalde haar diploma rechten in Griekenland. Zij wilde vervolgens gaan werken in een Duits advocatenkantoor, om het vnl. Grieks cliënteel te adviseren. Volgens de Duitse regelgeving moest zij echter eerst een equivalentie-examen afleggen m.b.t. het nationaal recht. Nu bestond geen richtlijn aangaande advocaten, en werd het aanvaard dat dergelijke examens werden opgelegd. De vraag stelde zich wel of dit ook gold voor een louter adviserende functie. Het HvJ werd op prejudiciële vraag gevat.b) Hof van JustitieHet Hof stelde dat zelfs niet-discriminerende kwalitatieve vereisten het recht op vestiging kunnen belemmeren. Dit is het geval wanneer vereist wordt dat reeds verworven kennis opnieuw bewezen wordt. Bijkomende eisen zijn slechts gerechtvaardigd, wanneer deze noodzakelijk zijn voor de goede uitoefening van het beroep.
Beschikking Christiani & Nielsen
verbod op “kartels” – moeder- en dochteronder- nemingena) FeitenDe Deense onderneming Christiani & Nielsen richtten in de jaren ’60 (voor de toe- treding van Denemarken tot de EEG) verschillende dochterondernemingen op in EEG-Lidstaten. Er worden afspraken gemaakt tussen moederonderneming en dochter- ondernemingen. Nu rees de vraag of deze afspraken verboden overeenkomsten zijn in de zin van art. 81, lid 1 EG. In abstracto zijn dit duidelijk verboden overeenkomsten.b) Europese CommissieDe EC besloot dat het hier niet ging om verboden overeenkomsten in de zin van art. 81, lid 1 EG, gezien de dochterondernemingen de bevelen uitvoeren van de moeder- onderneming. De moederonderneming maakt het beleid, en hoewel de dochters beschikken over juridische autonomie beschikken zij niet over de facto autonomie.
Zaak United Brands
relevante productenmarkta) FeitenUnited Brands, een Amerikaans bedrijf, verdeelde Zuid-Amerikaanse bananen over de gehele wereld. Reeds zeer vroeg vermoedde de EC dat UB misbruik maakte van zijn machtspositie in de EEG. Bij de eerste uitbreiding van de EEG werd verwacht dat de prijzen van bananen in Denemarken – in Scandinavië waren bananen een luxeproduct – zouden dalen door de toetreding tot de gemeenschappelijke markt, door invoer van Duitse bananen. Tegen alle verwachtingen in bleven de bananen even duur.b) Europese CommissieDe EC startte een onderzoek, en stelde vast dat UB een uitvoerverbod had opgelegd aan haar Duitse afnemers. Hiermee werden de grenzen die de EEG had afgebroken opnieuw opgericht. De EC vaardigde een beschikking uit tegen UB, en legde een geldboete op. Volgens de EC was de bananenmarkt de relevante productenmarkt, gezien je bananen niet kan vervangen door appelen. UB ging hiertegen in beroep bij het HvJ.c) Hof van JustitieUB verdedigde door de stellen dat zij helemaal geen machtspositie had. Zij was immers actief in de fruitmarkt, en had daar een marktaandeel kleiner dan 1%. Het HvJ volgde echter de redenering van de EC: de bananenmarkt is een afzonderlijke productenmarkt, te onderscheiden van andere fruitmarkten. UB werd opnieuw veroordeeld.
Arrest Keck & Mithouard
maatregelen van gelijke werking – verkoopmethodena) FeitenIn Frankrijk gold een strengere regeling omtrent de wekelijkse rustdag. Dit leidde in het grensgebied met Duitsland tot de beperking van de vrije handel. Nu werd aan het HvJ gevraagd of dit een maatregel van gelijke werking is.b) Hof van JustitieHet Hof oordeelde dat dit inderdaad valt onder de Dassonville-rechtspraak, maar besliste toch dat dergelijke regelgeving (verkoopmethoden) geen maatregelen van gelijke werking zijn. Het Hof erkende dat het hiermee afweek van zijn eerdere rechtspraak, wat betreft de verkoopmethoden.
Arrest Polydor t. Harlequin
directe werking akkoorden tussen EG en derde landena) FeitenHarlequin was een bekende platenzaak in Londen, die er in slaagde om Polydor platen van de Bee Gees stukken goedkoper op de markt te brengen dan concurrenten. Harlequin kan dit doen, gezien de platen worden ingevoerd uit Portugal. De licentiehouder in Portugal produceert aan lagere kosten, en verkoopt dan ook aan lagere prijzen. De concurrenten van Harlequin gingen zich daarop beklagen bij Polydor VK. Deze laatste onderzocht de platen en stelde vast dat de platen geen vervalsingen waren. Polydor VK stapte naar de Britse rechter, en beroepte zich op de Copyright Act. Harlequin verweerde zich door zich te beroepen op het Vrijhandelsakkoord tussen de EG en Portugal. Dit akkoord voorzag dat alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van directe werking tussen de EG en Portugal verboden zijn. De Britse rechter verwees naar het HvJ met de prejudiciële vraag of Harlequin zich kon beroepen op dat vrijhandelsakkoord.b) Hof van Justitie- Harlequin verwees naar het arrest Deutsche Grammofon Gezelschaft. Deze onderneming had een vennootschap opgericht in Italië en een licentie verleend om platen te verkopen. Hiermee werd beoogd door te breken op de Italiaanse markt. De goedkope prijs, en het Italiaanse label zorgden inderdaad voor een doorbraak op de Italiaanse markt. Daarop ging het Italiaanse label ook in Duitsland verkopen, iets wat DGG uiteraard niet zag zitten. DGG stapte naar de Duitse rechter, die een prejudiciële vraag stelde aan het HvJ. Het Hof antwoordde met de uitputtingsleer: de vennootschap (of natuurlijke persoon) die een licentie verleent, kan zich later als oorspronkelijk eigenaar niet meer verzetten tegen de verkoop van rechtmatig geproduceerde goederen. Dit zou immers de grenzen die de EEG heeft afgebroken terug opbouwen, en de eenheid van de markt in gevaar brengen.Harlequin had dus goede kans om te winnen. - Het Hof ging hier echter niet op in, gezien het twee verschillende zaken betreft. Portugal is geen Lidstaat van de EG, kan de rechtspraak niet getransponeerd worden op deze zaak. Hier is immers niet de eenheid van de markt in het gevaar, zoals bij DGG. Hiermee omzeilt het Hof de vraag of er directe werking toekomt aan het akkoord, door te stellen dat het ingeroepen materieel recht irrelevant is.
Arrest Pabst t. Richarz
directe werking akkoorden tussen EG en derde landenIn dit arrest besloot het Hof dat de Associatie-overeenkomst met Griekenland directe werking had, nu dit voorbereidt op toetreding van Griekenland en de creatie van een gemeenschappelijk markt. De geest, bewoordingen, en structuur leenden zich tot directe werking.
Arrest Dassonville
maatregelen van gelijke werkinga) FeitenDassonville is een importeur van alcoholische dranken, zowel in Brussel als in Parijs. De benaming Schotse whisky werd beschermd in België, en dus mocht dergelijk drank enkel met certificaat van echtheid van oorsprong worden verkocht. Dit is niet het geval in Frankrijk. Dassonville Parijs wil zijn overschot Schotse whisky (zonder certificaat van echtheid van oorsprong) verkopen aan Dassonville Brussel. De Belgische overheid stelde vast dat de vereiste certificaten niet aanwezig waren, en weigerden toelating te geven voor commercialisering. Dassonville Brussel voerde voor de Belgische rechter aan dat dit een maatregel van gelijke werking is. De rechter stelde hieromtrent een prejudiciële vraag aan het HvJ.b) Hof van JustitieHet Hof definieert maatregelen van gelijke werking als “iedere handelsregeling van de Lidstaten, die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daarwerkelijk of potentieel kan belemmeren”.Het Hof voegt er wel aan toe dat i.c. een Lidstaat wel regelingen van echtheid van oorsprong mogen uitvaardigen, zolang hierover geen communautaire regeling bestaat, en inzoverre het geen willekeurige discriminatie of verkapte handelsbeperking betreft.
Arrest Wijnazijn
maatregelen van gelijke werkingItaliaanse regelgeving voorzag dat enkel wijnazijn (typisch Italiaans product) kon gecommercialiseerd worden als azijn. Graanazijn kon dus niet op de markt worden gebracht, hetgeen volgens het HvJ een maatregel van gelijke werking was.
Arrest Köbler
30 sept 2003 Lidstaat is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door schending EU-recht die kan worden toegerekend aan een hoogste rechterlijke instantie
Arrest Gründig & Consten
vrijstelling van art. 81,lid1 EGa) FeitenGründig, een Duitse onderneming in de audiovisuele sector, had het moeilijk om door te breken op de Franse markt. Om door te breken, sloot zij een overeenkomst met het Franse Consten, die het exclusief verkooprecht op het Franse territorium verkreeg. Dit lukt inderdaad.b) Hof vanJustitie Het Hof stelde vast dat de overeenkomst tussen Gründig en Consten viel onder de verbodsbepaling in art. 81, lid 1 EG. De overeenkomst werd echter vrijgesteld door een groepsvrijstelling voor verticale overeenkomten (zij waren niet elkaars concurrenten op de Franse markt) genomen ter uitvoering van art. 81, lid 3 EG.
zaak Bressol
quota ingevoerd in België door franse gemeenschap voor niet verblijvende studenten, omdat dit buitensporige lasten voor de financiering van het hoger onderwijs meebrengt gecombineerd met dringende redenen van volksgezondheid (grote toename studenten, onderwijsinfrastructuur kan niet in zelfde mate meegroeien, aantal eigen ingezetenen dat kan worden opgeleid vermindert, systeem volksgezondheid Franse Gemenschap kan in gevaar worden gebracht.Het hof heeft bepaald dat er uitgebreide analyses dienden worden voorgelegd door de Belgische staat, waarin blijkt dat voorgedragen veiligheidsbeperkingen daadwerkelijk gerechtvaardigd zijn.Het hof van Justitie heeft dit toegepast op dit arrest en onder meer geoordeeld dat voor de opleidingen kinesitherapie en veearts de autoriteiten van de Franse Gemeenschap hebben aangetoond dat de beperkingen waren gerechtvaardigd, maar dat dit niet zo was voor de andere geviseerde opleidingen.
Arrest HAEGEMAN
30 april 1974 Akkoorden unie met derde staten gesloten: handelingen van de unie
Arrest Cassis de Dijon
maatregelen van gelijke werkinga) FeitenDe Duitse overheid weigerde de invoer van de Franse drank Cassis de Dijon, gezien deze een te laag alcoholgehalte heeft. Volgens de Duitse overheid trachtten zij hiermee de volksgezondheid te beschermen: Duitsers staan bekend als veeldrinkers van zwaar alcoholische dranken; wanneer zij geconfronteerd worden met een lager alcoholische drank, zou dit wel eens voor problemen kunnen zorgen volgens de Duitse overheid. Het HvJ moest zich in de prejudiciële procedure uitspreken of dit een maatregel van gelijke werking betrof.b) Hof van JustitieHet Hof oordeelde dat het argument bescherming van de volksgezondheid absurd is, zeker gezien ook lager gealcoholiseerde dranken verkrijgbaar zijn op de Duitse markt. Het betrof inderdaad een maatregel van gelijke werking.c) Reactie van de ECDe EC stelde hierop een aantal beginselen vast:- Lidstaten mogen wat betreft hun eigen producten voorwaarden stellen aan de productie. Wat betreft ingevoerde producten geldt dit echter niet: zij moeten deze toelaten, wanneer ze op rechtmatige wijze zijn geproduceerd in de uitvoerende Lidstaat.- Lidstaten kunnen evenwel noodzakelijke maatregelen nemen, ter bescherming van een algemeen belang. Deze moeten de proportionaliteitstoets doorstaan: ze moeten zo weinig mogelijk handelsbellemerend werken voor het doel dat ze trachten te bereiken. Deze afwijkingen (omwille van de rule of reason) zijn niet meer toegestaan, wanneer de EG harmoniserend is opgetreden (zgn. communautaire regeling).
Arrest Defrenne II
horizontale directe werking beperking in de tijda) FeitenDefrenne was stewardess bij Sabena. In de arbeidsovereenkomsten van stewardessen was steeds een clausule opgenomen, dat deze bij het bereiken van 40 jaar ontslag zouden nemen. Bij mannelijke stewards lag dit op 55 jaar. De nationale rechter stelde een prejudiciële vraag aan het HvJ. Daarin werd gevraagd of art. 119 EEG directe werking had. Art. 119 EEG voorzag dat tegen het einde van de eerste etappe (reeds verlopen) het beginsel van gelijke beloning voor gelijk werk moest gelden.b) Hof van Justitie(i) Argumenten tegen directe werking- Art. 119 EEG is gericht aan de Lidstaten, waardoor dus zeker geen horizontale directe werking kan bestaan. Dit argument werd snel van tafel geveegd door het HvJ.- Art. 119 EEG betreft een beginsel, dewelke per definitie niet precies genoeg is om directe werking te hebben. Het Hof antwoordt genuanceerd:* art. 119 EEG heeft vooreerst een economische betekenis. Er moet verhinderd worden dat economische discriminatie bestaat tussen Lidstaten die art. 119 EEG wel toepassen, en Lidstaten die dit niet doen. * art. 119 EEG heeft ook een duidelijke sociale betekenis. Juist omwille van het feit dat dit beginsel zo fundamenteel is op economisch vlak, komt aan art. 119 EEG directe werking toe. - De Lidstaten hebben een Resolutie uitgevaardigd die de termijn heeft verlengd. Het Hof antwoordt dat dit niet voldoet, gezien de geijkte wijzigingsprocedure moest gevolgd worden. Een Resolutie wijzigt het Verdrag niet.- De EC heeft niet gedaan aan inbreuken na 1962. Het zou absurd zijn dat Lid- staten wel zouden worden aangepakt via directe werking. Het Hof antwoordt dat het twee verschillende procedures betreft. (ii) Directe werking Het Hof besluit dus dat art. 119 EEG directe werking heeft. Meer zelfs: art. 119 EEG heeft horizontale directe werking. Het kan worden ingeroepen in een geschil tussen twee particulieren, hier Defrenne en Sabena. (iii) Beperkingen aan de directe werking - Directe werking wordt vanaf nu slechts beperkt tot open discriminatie. Dit is (1) discriminatie in de wet, (2) discriminatie in een CAO, of (3) ongelijke beloning voor gelijk werk in eenzelfde (!) onderneming. - Het Hof beperkt de werking van zijn arrest in de tijd: het arrest heeft slechts toepassing op loonafspraken na het arrest, tenzij hij op het moment van de uitspraak van het Hof een procedure hangende had voor de nationale rechter. In praktijk kan enkel Defrenne er zich op beroepen.
Arrest Simenthal
voorrang van EG-rechta) FeitenSimenthal is een importeur van Zwitserse kaas in Italië. In Italië is het Corte Costitutionale bevoegd om te beslissen over de bestaanbaarheid tussen een wet en de grondwet. Omwille van de assimilatieleer – internationale verdragen worden geassimileerd met de grondwet – is het grondwettelijk hof ook bevoegd om wetten te toetsen aan internationale vragen. Indien een rechter vermoedt dat de wet onbestaanbaar is met een verdrag, moet hij in prejudiciële vraag verwijzen naar het grondwettelijk hof. In deze zaak vroeg de Italiaanse rechter zich af, o.i.v. de Costa t. Enel rechtspraak, of hij moest verwijzen naar het grondwettelijk hof of het HvJ, wanneer hij vermoedt dat de Italiaanse wet onbestaanbaar is met het EEG-Verdrag. De rechter stelde het HvJ hierover een prejudiciële vraag.b) Hof van JustitieHet Hof bevestigde zijn eerdere rechtspraak, in die zin dat de nationale rechter moet verwijzen naar het HvJ, in weerwil met nationale regelgeving. De voorrang van EG- recht zou immers alle betekenis verliezen, wanneer een nationale rechter zou kunnen beslissen dat de nationale regelgeving bestaanbaar is met het Verdrag (of he afgeleide recht).c) OpmerkingUiteraard spreekt het HvJ zich niet uit over de bestaanbaarheid van nationaal recht met het EG-recht. Hij zal slechts het EG-recht uitleggen, waaruit de nationale rechter dan natuurlijk de bestaanbaarheid met het nationaal recht kan afleiden.
Arrest Ratti
verticale directe werking richtlijnena) FeitenRatti was een producent van verven, vernissen en oplosmiddelen. Omtrent dergelijke gevaarlijke stoffen bestaat een harmonisatierichtlijn om nationale veiligheidnormen die neerkomen op protectionisme uit te sluiten. Italië heeft dergelijke protectionistische regeling en verbood Ratti om zijn verf- producten nog langer in te voeren. Ratti beroepte zich voor de Italiaanse rechter op de harmonisatierichtlijn. De rechter stelde het HvJ een prejudiciële vraag over de directe werking van de richtlijn.b) Hof van Justitie- Het Hof verwerpt de a contrario redenering, dat nu de definitie zwijgt over directe werking er a priori geen directe werking is.- Het Hof heeft aan dat een richtlijn geen loutere aanbeveling is, maar een dwingend rechtsinstrument.- Conclusie: indien de omzettingstermijn verstreken is, en de richtlijn is duidelijk en onvoorwaardelijk, dan komt verticale directe werking toe aan de richtlijn.
Arrest Costanzo
verticale directe werking richtlijnen tegen lokale overhedena) FeitenCostanzo, een Italiaans aannemer, krijgt een overheidsopdracht van de stad Milaan i.v.m. het bouwen van een voetbalstadion niet. Hij maakt zich sterk dat hij de opdracht wel had gekregen, indien de Italiaanse wetgever een Europese richtlijn i.v.m. grote openbare aanbestedingen had omgezet. Hij roept in het geschil met de stad Milaan voor de nationale rechter de betreffende richtlijn in. De rechter stelt een prejudiciële vraag aan het HvJ, of Costanzo zich tegen de stad – een lokale overheid – kan beroepen op een richtlijn die niet is omgezet.b) Hof van JustitieHet Hof besluit dat lokale overheden inderdaad richtlijnen – waarvan de omzettings- termijn is verlopen, en dewelke duidelijk en onvoorwaardelijk zijn – toe te passen, indien de centrale overheid in gebreke is gebleven om deze om te zetten.
Arrest EC t. Frankrijk
verplichtingen Lidstaten inzake vrij verkeer van goederenHet Hof besliste dat de Lidstaten de nodige maatregelen moeten nemen om te verhinderen dat particulieren het vrij verkeer van goederen belemmeren.
Zaak Vitaminekartel
opleggen geldboete in het kader van art.81EGIn 2001 legde de EC de leden van het zgn. Vitaminekartel, een kartel van acht chemische en farmaceutische bedrijven, geldboeten op voor een totaalbedrag van 855,22 miljoen EURO. Dit kartel had elke concurrentie uitgeschakeld, waardoor te hoge prijzen werden gevraagd aan de consument. Hofmann-Laroche moest meer dan de helft van het totaalbedrag dragen, gezien deze de aanstichter was van het kartel.
diensten
dienstverrichtingen welke gewoonlijk tegen vergoeding geschieden, en ze omvatten met name werkzaamheden van industriële, commerciële of ambachtelijke aard of vrije beroepen
Definitie gemeenschappelijke markt
de afschaffing van alle belemmeringen van het intracommunautaire handelsverkeer, opdat één markt zou ontstaan die de omstandigheden van een nationale markt zoveel mogelijk benadert.
Arrest Zhu en Chen
vrij verkeer van personen–Europees Burgerschapa) FeitenDeze zaak betreft een Chinees koppel Chen, waarvan de man werkzaam is als manager van een Chinees bedrijf in Groot-Brittannië. Mevr. Chen raakt zwanger van haar tweede kind. Gezien de één-kind-per-koppel-politiek in China raadt hun advocaat hen aan om Ierland te bevallen, gezien daar het ius soli geldt. De vraag rijst of het verblijfsrecht van mevr. Chen moet verlengd worden, nu zij moet zorgen voor een Europees burger. Er is een duidelijk argument contra, nl. de afwending van het Iers recht om verblijfsrecht te verkrijgen. Het HvJ in de prejudiciële procedure moet zich uitspreken.b) Hof van JustitieHet Hof stelt – terecht – dat het EG-recht de nationaliteit niet regelt. Het Hof is dan ook onbevoegd om zich hierover uit te spreken. Het EG-recht voorziet wel dat Europese Burgers verblijfsrecht hebben op EG-grondgebied. De moeder moet ook verblijfsrecht krijgen, anders wordt het verblijfsrecht van de Europese Burger uitgehold.
Arrest Politi
(verticale) directe werking verordeningenIn dit arrest geeft het HvJ aan dat verordeningen (verticale) rechtstreekse werking hebben. Dit volgt uit de definitie: verordeningen hebben een algemene strekking, en zijn rechstreeks toepasselijk in de Lidstaten.