study box 2 Flashcards
1
Q
discuss
A
bespreken
2
Q
kids
A
kinderen
3
Q
knit
A
breien
4
Q
quickly
A
snel
5
Q
decide
A
beslissen
6
Q
fight
A
gevecht
7
Q
advertise
A
reclame maken
8
Q
buren
A
neighbours
9
Q
halen haalde gehaald
A
get got got
10
Q
verkopen verkocht verkocht
A
sell sold sold
11
Q
arm
A
poor
12
Q
opleiding
A
education
13
Q
zelfs
A
even
14
Q
leren leerde geleerd
A
teach taught taught
15
Q
uitgeven gaf uit uitgegeven
A
spend spent spent