Studievragen Boek Deel 2 - Hfdstk. 4, 5, 6 en 7 Flashcards
Wat was Mattheüs’ hoofddoel bij het schrijven van zijn Evangelie?
Mattheüs omschreef geen doel in zijn evangelie. Hier moet de lezer zelf gaan analyseren om de doelstelling van Mattheüs te zoeken. Dit kan enkel door het Evangelie zorgvuldig te lezen. Hierover bestaan natuurlijk wel theoriën (bv. Verzameling schriftlezingen voor de kerk, midrash - uitgebreid commentaar).
In ieder geval schreef Mattheüs het Evangelie om het leven en de woorden van Jezus vast te leggen.
Aanvulling Docent: Jezus is de vervulling van de belofte van de Messias voor Israël en de wereld…
Op welke wijze vervulde Jezus Gods bedoeling?
De komst van Jezus heeft oudtestamentische profitieën vervuld. Zijn komst was al eeuwen voorbereid en voorgezegd door God. God was ook betrokken bij de levensomstandigheden die de achtergrond vormden van Zijn rondwandeling op aarde. Jezus kwam om Zijn zending te vervullen die God heeft klaargelegd.
Aanvulling Docent: Vgl. historisch gebeuren rond de goddelijke geboorte, vlucht naar Egypte, doop in de Jordaan…
Op welke wijze benadrukt Mattheüs dat Jezus de Verlosser is van zowel Joden als heidenen?
Jezus is gekomen om zijn volk te verlossen ( als vervulling van Israëls profetie) maar daarnaast is hij ook gekomen voor de heidenen. De heidenen krijgen een centrale plaats binnen het Koninkrijk van God (bv. de wijzen als eerste heidenen die God aanbidden). Mattheüs eindigt zijn evangelie met de opdracht om aan alle volken de evangelie te verkondigen en dit als enting van de heidenen op de stam van Israël.
Aanvulling Docent: Vervulling van de wet en benadrukking dat Jezus ook voor de heidenen is gekomen.Vgl. hoofdman, Kananese vrouw, gelijkenis pachters…
In welk opzicht had Jezus de hoogste macht?
Jezus’ macht was van het gezag van de liefde van Gods, zijn macht verlichtte het lijden. Eens geconfronteerd met de macht van Jezus was velen hun natuurlijke reactie dat van aanbidding en verwondering. Jezus had macht over: mensen, verlamming en lijden, ziekte, blindheid, melaatsheid, de wind en het water, de tempel, zonde, demonen, de natuur, de geschiedenis, het persoonlijke levensdoel van ieder mens, zijn eigen levensdoel, zijn opdracht op aarde, ruimte, tijd en toekomst.
Hoe typeert Mattheüs Jezus’ leraarschap?
Mattheüs noemt Jezus dé Leraar. Jezus wou het volk onderwijzen om hen een diepere kennis te geven. Hij zou overal lesgeven en zou zijn toehoorders voortdurend verbazen door Zijn woorden en daden. Hij zou zieken genezen en doorheen dit allemaal sprak hij ook met het hoogste gezag. Op het einde van het Mattheüs Evangelie geeft Jezus het opdracht door om aan alle volken het Evangelie te vervullen. Zo gaf hij ook zijn discipelen de macht om zieken te genezen en om duivelen uit te drijven.
Wie was Markus?
Enige mogelijke kandidaat: Johannes Markus (iemand die nauw samenwerkte met Petrus). Hij was een neef van Barnabas en zoon van een welgestelde familie in Jeruzalem. En daarnaast ook een medereiziger van Paulus en Barnabas.
Wanneer is het Evangelie van Markus naar alle waarschijnlijkheid geschreven?
Er zijn 2 tegensprekende getuigenissen:
- Na de dood van Petrus en Paulus
- Terwijl Petrus nog in leven was
Deze zijn in strijd met elkaar door het betekenis van het woord ‘heengaan’. Een brede schattig van het Evangelie’s datering is een periode van 40 tot 60.
Beschrijf hoe Jezus’ goddelijk zoonschap in Markus wordt beschreven.
Markus begint direct met een cutaat uit de profeten en slaat dan grotendeels Jezus’ jeugd over en gaat dan direct naar Jezus zijn doop waar God Hem als zijn zoon verklaart. Hierna zie je Jezus zijn goddelijke zoonschap door de wonderbaarlijke werken dat hij doet. Van het genezen en opstanding van doden tot het voeden van vijf duizend mensen en wandelen op water. Petrus belijdt ook dat Jezus werkelijk de Christus is. Jezus bevestigd in de laatste weken van zijn leven ook dat zijn macht van God afkomstig is en dat hij de Zoon van God is.
Op welke wijze ‘bevestigt’ het volk dat Jezus de Zoon van God is?
De mensen die met Jezus in contact kwamen voelden dat Hij een goddelijke werkelijkheid belichaamde. De mensen zijn versteld door wat hij kan doen en werden soms bang vanwege zijn grote macht. Iedereen erkende Zijn macht: Johannes, demonen, het wind, ziekten, discipelen, de massa en ook God zelf.
In welk opzicht was Jezus een ‘dienaar’?
Jezus was een dienaar door de daden dat hij deed. Hij verdreef demonen en genag zieken. Hij is iemand die wonderen deed en Hij was vervuld met medelijden wanneer hij de mensen zag lijden.
Waarom beval Jezus de mensen soms te zwijgen over Zijn identiteit?
Dit bevel heet ‘Messiaans geheimenis’ en hooft doorheen het Markus Evangelie drie redenen voorgeschreven.
- In geval van demonenuitdrijving: Jezus wou niet dat ze de waarheid zouden getuigen. Hij wou niet geassocieerd worden met hen.
- In geval van sommige mensen die genezen werden: Jezus wou het druk voorkomen van het volk om nog meer wonderen te doen. Het was echter soms wel dat er te veel volk was aan het wachten voor Hem dat hij dan eenzaamheid ging opzoeken.
- In geval van de discipelen over Jezus’ Messiaanse betekenis: Omdat ze deze voor de opstanding nog niet volledig verstonden of konden verstaan.
Hoe typeert Lukas zelf het schrijven van zijn Evangelie?
Lukas baseerde zich op ooggetuigen om zijn Evangelie te schrijven. Dat deed hij door de volgende elementen te gebruiken:
- Informatie verzamelen
- Gegevens natrekken
- De bronnen verifiëren – in dit geval ooggetuigenverslagen
- Een kritische beoordeling van de inhoud van deze ooggetuigenverslagen
- Een ordelijke schikking van het materiaal
Zo kon Lukas een betrouwbare getuigenis presenteren van het leven en woorden van Jezus.
Wie was Lukas?
Een reisgenoot en vriend van Paulus, een goede onderlegde heiden-Christen. Hij was een arts die afkomstig was van Atiochie.
Wanneer is het Evangelie van Lukas geschreven?
In de late jaren 50 of de vroege jaren 60. (Daarna werd de Handelingen geschreven als ‘gezamenlijke project’)
Op welke wijze benadrukt Lukas de universele aard van Jezus’ werk?
Door Jezus zijn oorsprong terug te trekken tot Adam toont Lukas aan dat Jezus niet enkel voor Israël maar ook heidenen gekomen is. Jezus’ komst is voor allen zichtbaar gericht op de hele wereld en is door historische feiten zo gemarkeerd. De verlossing omvat niet alleen Israël maar de hele wereld!