strategisch manoeuvreren Flashcards
strategisch manoeuvreren
Het manoeuvreren tussen het retorische en het dialectische doel in een kritische discussie
analytisch overzicht (dialectische analyse)
informatie die nodig is om vast te stellen of het verschil van mening op een redelijke wijze wordt opgelost
dialectisch en retorisch subdoel in de confrontatiefase
dialectisch subdoel: vaststellen van het verschil van mening
Retorisch subdoel: het innemen van een zo gunstig mogelijk standpunt
dialectisch en retorisch subdoel in de openingsfase
dialectisch subdoel: uitgangspunten afspreken
Retorisch subdoel: gunstige uitgangspunten formuleren
dialectisch en retorisch subdoel in de argumentatiefase
dialectisch subdoel: De houdbaarheid van een standpunt testen door een wisselwerking van aanvallende en verdedigende zetten te laten plaatsvinden
Retorisch subdoel: Die toetsing zo laten verlopen dat hij het zo effectief mogelijk uitpakt voor de partij in kwestie
dialectisch en retorisch subdoel in de afsluitingsfase
dialectisch subdoel: het resultaat van de discussie vaststellen
Retorisch subdoel: vaststellen dat het resultaat ten gunste is van het eigen standpunt
Aan het strategisch manoeuvreren dat ter realisering van de retorische doelen plaatsvindt, dienen drie concepten te worden onderscheiden:
- Keuze uit het topisch potentieel
- afstemming op het auditorium
- effectief gebruik maken van presentatiemiddelen
topisch potentieel
vindplaats van argumenten. Alle mogelijke zetten die in een discussiefase mogelijk zijn
disagreement space
verzameling van issues waarover een verschil van mening kan bestaan
drie soorten redevoeringen:
- Genus iudiciale (juridisch)
- Genus deliberativum (politiek)
- Genus demonstrativum (epideiktisch, gelegenheidsrede)
opbouw van een redevoering:
- Exordium: inleiding
- Narratio: achtergrondinformatie
- Prepositio: standpunt
- Partitio: indeling
- Argumentatio: bestaat uit confirmatio (bewijs), refutatio (weerlegging)
- Peroratio: besluit
technische (kunstige) overtuigingsmiddelen
logos, ethos en pathos
niet-technische (kunsteloze) overtuigingsmiddelen
wetboek, martelingen, verklaringen, contracten
auditorium: rekening houden met:
- Wensen
- Verwachtingen
- voorkeuren
- Veronderstellingen
van het publiek
Vier stijldeugden:
- Correctheid (latinitas)
- Passendheid (aptum)
- Helderheid (perspicuitas)
- Aantrekkelijkheid/verfraaiing (ornatore)