Stoornissen criteria Flashcards

1
Q

Fobie

A
  • onmiddellijke angstreactie bij blootstelling stimulus
  • realisatie dat angst onredelijk is
  • vermijden angstsituatie
  • angst duurt minimaal 6 maanden
  • angst zorgt voor veel stress en interfereert met het dagelijks leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sociale angststoornis

A

zelfde als bij fobie alleen dat met sociale situaties en moet zowel bij volwassenen als leeftijdsgenoten voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

separatieangst

A
  • voor 18e levensjaar minstens 4 weken sprake van 3 of meer symptomen
  • significante beperking voor functioneren
  • hardnekkig of buitensporig, matige angst duidt op een veilige hechtingsstijl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

school refusal

A

symptoom van separatieangst. vaak sprake van depressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gegeneraliseerde angststoornis

A

minstens 6 maanden sprake van:
- rusteloosheid, nervositeit
- snel vermoeid zijn
- concentratieproblemen
- prikkelbaarheid
- gespannen spieren
- slaapproblemen
kind moet er 1 hebben, volwassenen 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

paniekstoornis

A

paniekaanvallen minstens een maand gevolgd door:
- hardnekkige zorgen over het hebben van paniekaanvallen of over implicaties ervan
- significante gedragsverandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

posttraumatische stressstoornis

A

blootstelling aan trauma, gevolgd door heftige angstige reactie en;
- herbeleven van traumatische gebeurtenis
- vermijding trauma-gerelateerde stimuli
- negatieve veranderingen in cognitie en stemming
- hardnekkige symptomen van verhoogde alertheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

obsessief compulsieve stoornis

A

langer dan een uur per dag dwangmatige gedachten (obsessies) en/of dwangmatige handelingen (compulsies) uitvoert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

unipolaire depressie

A

1 stemming ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Major depressieve stoornis

A
  • minstens 5 symptomen voor minstens 2 weken
  • moet interfereren met dagelijks functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Persistent depressieve stoornis

A

symptomen moeten minstens een jaar aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

dubbele depressie

A

combinatie van MDS en PDS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

disruptieve stemming regulatie stoornis

A
  • volhoudende irritatie
  • uitbarstingen
  • boosheid gedurende de dag, bijna elke dag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bipolaire stoornis

A

sprake zowel manie als depressieve episodes
hypomanie: minder ernstige manie
kinderen hebben kortere episoden
manische episode:
- verhoogde eigenwaarde
- minder behoefte aan slaap
- meer praten
- racende gedachten
- afleidbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cyclothymische stoornis

A

chronische, maar milde stemmingswisselingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Oppositional deviant disorder

A

minstens een halfjaar symptomen aanwezig:
- snel geduld verliezen
- snel geërgerd
- snel kwaad, koestert wrok
- vaak in discussie met autoriteit
- ongehoorzaam
- significant interfereren dagelijks leven

17
Q

conduct disorder

A

herhaaldelijk en hardnekkig patroon van dit gedrag:
- agressie naar mensen en dieren toe
- vernieling van eigendommen
- bedrog en diefstal
- ernstige regelovertredingen

18
Q

externaliserend syndroom

A

2 groepen:
- agressief gedrag
- normoverschrijdend gedrag

19
Q

ADHD

A

voor 12-jarige leeftijd aanwezig gedurende minimaal 6 maanden in minimaal 2 settings
- onoplettendheid
- hyperactiviteit-impulsiviteit
- rusteloos
- opdringerig
- slecht in inhiberen van gedrag

20
Q

fonologische stoornis

A

kind niet in staat om leeftijdsgepaste spraakgeluiden te maken

21
Q

leesstoornis

A

moeite met herkennen van geschreven woorden of het uitspreken ervan

22
Q

schrijfstoornissen

A
  • laag schrijftempo
  • veel fouten
  • slecht handschrift
  • moeite organisatie inhoud
23
Q

rekenstoornis

A

problemen basale rekenvaardigheden

24
Q

verstandelijke beperking

A

beperkingen in zowel intellectueel functioneren als aanpassingsgedrag
- moet voor 18e ontstaan
- beperkt intellectueel functioneren: IQ<70
- beperking in aanpassingsvaardigheden

25
syndroom van down
- beperking/vertraging van intellectuele groei - tekorten in verbale korte termijngeheugen - visueel-ruimtelijke vaardigheden zijn goed - vertraagde spraakontwikkeling (slechte expressieve taal)
26
fragiele X-syndroom
- structurele afwijking: cerebellum, frontale en partiële kwabben - cognitieve ontwikkeling vertraagd - rond adolescentie plafond bereikt - problemen met: informatieverwerking, visueel-ruimtelijke cognitie, motorische coördinatie, rekenvaardigheden en executieve functies
27
Williams syndroom
- goed met auditieve verwerking en muziek - tekorten in: visueel-ruimtelijke vaardigheden - prima verbale intelligentie - moeite met lezen - goede grammatica
28
Prader-willi syndroom
- tekorten in motorische, auditieve en visuele korte termijn geheugen - drang om veel te eten
29
autisme
- communicatieve problemen - atypische cognitieve vaardigheden - gedragsproblemen - tekorten gezamenlijke aandacht - moeite met syntaxis, begrip en andere structurele vormen van taal - abnormale reacties op stimuli
30
syndroom van Asperger
- problemen in sociale interacties - restrictieve, repetitieve en stereotype gedragingen - tekorten gebruik non-verbaal gedrag - niet empatisch - geen vertraging in: taalontwikkeling, cognitieve ontwikkeling, adaptief gedrag en nieuwsgierigheid naar omgeving
31
Childhood disintegrative disorder (CDD)
tot 2-jarige leeftijd normale ontwikkeling waarna veel van de vaardigheden verloren worden - symptomen moeten voor 10-jarige leeftijd aanwezig zijn
32
schizofrenie
- hallucinaties, wanen, gedesorganiseerde spraak en gedrag - negatieve symptomen - minstens 2 symptomen ervaren voor een groot deel van de tijd