Stoffen en Mengsels Flashcards
Wat zijn de 3 aggregatietoestanden van een stof
Vast (v)
Vloeibaar (vl)
Gas (g)
Verschil tussen stof, voorwerp en materie
Een voorwerp is opgebouwd uit stoffen
Materie is de verzameling van alle stoffen in de natuur
Voorwerpeigenschappen vs stofeigenschappen
Voorwerpeigenschappen
- eigenschappen die afhangen van het voorwerp
- zijn veranderlijk
Stofeigenschappen
- typisch voor een bepaalde stof
- veranderen niet
Definitie massadichtheid
Hoeveelheid massa per volumeeenheid
kg/m3
Voorbeelden van stofeigenschappen
- glans
- aggregatietoestand
- verdelingsgraad
- kookpunt
- smeltpunt
- massadichtheid
- deeltjesgrootte
- kleur
Kookpunt
Temperatuur waarbij een stof overgaat van
- vloeibaar naar gasvorm (koken)
- gasvorm naar vloeibaar (condenseren)
Smeltpunt
Temperatuur waarbij een stof overgaat van
- vast naar vloeibaar (smelten)
- vloeibaar naar vast (stollen)
Wat is sublimeren
Wanneer een stof direct overgaat van vast naar gasvorm
Zuivere stof vs mengsel
Zuiver stof bestaat uit 1 stof
Mengsels bestaan uit meerdere stoffen
Homogeen vs heterogeen mengsel
homogeen - slechts 1 component te zien
heterogeen - verschillende componenten te zien
Geef voorbeeld van de verschillend soorten mengels volgens aggregatietoestand
- v + v -> brons
- v + vl -> zoutoplossing
- vl + vl -> wijn
- vl + g -> bruisend water
- g + g -> lucht (stikstof + zuurstof)
Aggregatietoestand Heterogeen mengsel
Rook
- oplosmiddel = gas
- opgeloste stof = vast
vb rook boven vuur
Aggregatietoestand Heterogeen mengsel
Nevel
- oplossmiddel = gas
- opgeloste stof = vloeistof
vb mist
Aggregatietoestand Heterogeen mengsel
Schuim
- oplossmiddel = vloeistof
- oplogelost stof = gas
vb opgeklopt eiwit