stemmingstoornis Flashcards
wat is het verschil tss emotie en stemming?
- emotie= intense gevoel van korte duur gelinkt aan een ervaring
- stemming= gemoedstoestand van lange duur niet gelinkt aan een ervaring
hoe kan je je emoties en stemming uiten?
via gedrag, lich. verschijnselen, beleving
wat is een stemmingsstoornis
= gevoeligheid vr stemming en emoties is verstoord -> stemming valt buiten de normen (dichtbij positieve pool of negatieve pool)
wat is het verschil tss unipolair en bipolair
- unipolair= enkelpolig (negatief) -> depressie
- bipolair= dubbelpolig -> manisch-depressief
welke twee soorten bipolaire stoornissen heb je en wat is het verschil? wat zijn ook de mogelijke oorzaken?
- bipolaire 1 stoornis
= Depressieve episode met manische fase - bipolaire 2 stoornis
= Depressieve episode met hypomanie
=> oorzaken?:
UITGELOKT dr omgeving, bio-spycho-soc factoren (vk genetisch)
Een verstoorde stemming of emoties kan ook bij andere psychische of persh. stoornissen?
- borderline => uiten via affectlabiliteit (onvoorspelbare verandering van emoties)
- rustfase schizofrenie => uiten via affectvervlakking (vervlakking emoties)
apathie
geen empathie meer -> niet kunnen meeleven
anhedonie
geen emoties meer hebben
alexithymie
moeilijk emoties verwoorden/ uiten (invloed op psychische therapie bij beh.)
dysforie
sombere prikkelbare stemming
euforie
extreem gevoel van vreugde
geef een paar kenmerken van unipolaire stemmingsstoornis (depressie)
- sombere gedachten
- alle leeftijden en bij everyone
- chronische vorm (langdurig -> 10-20%)
- spontane genezing
hoe wat zijn de diagnosestelling criteria van DSM 5? En wat zijn de uitsluitingscriteria volgens DSM 5?
vr minstens 2 weken sombere stemming hele dag en verlies van interesse of plezier => invloed sociale en beroepsmatige rol/functioneren in maatschappij
*uitsluitingscriteria:
- onderliggende somatische aandoening
- rouwproces
- middelengebruik
- psychotische stoornis
- bipolaire stoornis
geef verschillende symptomen aan bij unipolaire stemmingsstoornis
- GEDACHTEN van zinloosheid
- GEVOELENS van leegte
- GEDRAG vb. inactief, isoleren, slaapstoornis, ongezond eten
geef de verschillende vormen van stemmingsstoornis aan
- depressieve stoornis major
- aanhoudende depressieve stoornis (=dysthymie)
- premenstruele stemmingsstoornis
- depressieve stemmingsstoornis door middelengebruik
- depressieve
stemminsstoornis door achterliggende somatische ziekte - andere gespecifieerde depressieve stemmingsstoornissen:
*regelmatige kortdurende depressie
*episodes kortdurende depressie
*depressie met onvoldoende symptomen - ongespecificeerde (duidelijke sympt. mr niet volledig passen criteria van Major DSS) depressieve stemmingsstoornis:
*met psychotische kenmerken
*seizoengebonden depressie
geef enkele oorzaken van stemmingsstoornis?
= heel veel zaken
*psychosociale verklaringen:
- ‘life’-events => draaglast > draagkracht of verlies
- persoonlijkheid = opvoeding + gebeurtenissen
- inadequate coping dr aangeleerde hulpeloosheid
*biologische verklaringen
- disbalans NT (sert, dopamine, na)
- genetische factoren
- neurodegeneratie
- seizoen en hvlh licht (vit D en C)
geef ana verschillende behandelingen dat men kan toepassen bij mensen met een stemmingsstoornis
= van belang om meervoudig aan te pakken
- CGT
- Psychofarmaca (SSRI, SNRI, Tryclische AD, MAO-remmers)
- lichttherapie
- slaaponthouding
- ECT
- mindfulness
- rTMS (transcranial magnetic stimulation)= magnetische pulsen sturen om hersensgebieden te gaan stimuleren
- psychosociale therapie (= SOCIALE en PSYCHOLOGISCHE factoren aanpakken vb. relatietherapie)
-> vb. interpersoonlijke therapie (= de link tussen interpers./sociale relaties en geestelijke gezondheid)
wat kunnen VPK aandachtpunten zijn bij mensen met stemmingsstoornissen?
- basishouding
> acceptatie en respect
> empathie en vertrouwelijkheid (samenwerkingsrelatie + fundament)
> echtheid (‘zegt wat je doet en doe wat je zegt’ + geen MACHT rol opnemen, op dezelfde linie)
> transparantie en gelijkwaardigheid - bejegeningsstijl (=manier met anderen omgaan)
> zorg op maat + vooruitgang beh.
> crisissituatie: directieve bejegeningsstijl
> evolueren nr eigen AUT
> attitude verschuiven (hulpeloosh. en afhankelijkh. nr draagkracht (vechten) en herstel -> AUT)