stelling van pythagoras Flashcards

1
Q

scherphoekige driehoek

A

driehoek met 3 scherpe hoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

rechthoekige driehoek

A

een driehoek met 1 rechte hoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

stomphoekige driehoek

A

een driehoek met 1 stompe driehoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ongelijkbenige driehoek

A

een driehoek waar de zijden alle 3 een lengte hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gelijkzijdige driehoek

A

een driehoek waarvan alle zijden dezelfde lengte hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gelijkbenige driehoek

A

een driehoek waar 2 zijden dezelfde lengte hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

complementaire hoeken

A

hoeken waarvan de som 90° is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

supplementaire hoeken

A

hoeken waarvan de som 180° is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

driehoeksongelijkheid

A

in een driehoek is de lengte van een zijde kleiner dan de som van de andere 2 zijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kwadraat van een tweeterm (symbolen)

A

(a+b)2= a2 + 2ab + b2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

toegevoegde tweetermen (symbolen)

A

(a+b)(a-b)= a2 - b2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly