Stedlijk Klimaat Flashcards
1
Q
Klimaat adaptatie
A
Klimaatverandering is het proces waardoor samenleving de kwetsbaarheid door klimaatverandering verminderen of waardoor zij profiteren van de kansen die een veranderend klimaat brengt
2
Q
Windstromen invloed gebouwstructuren
A
- gebouwen hebben veel invloeden op stromingspatroon
- een vrijstaand gebouw vertoont typische stromingspatronen
- aan de zijkanten zijn vaak hogere windsnelheden
- bij het plaatsen van verblijfsruimtes/ openbare ruimtes moet hier rekening mee gehouden worden
- eventueel kan je extra wind bescherming plaatsen
3
Q
Invloed van gebouwen op straling
A
- directe zonnestraling heeft het grooste impact op warmte huishouding van het stadsklimaat
- daarmee dus ook thermisch comfort van de mens
- zon en schaduw kunnen gebruikt worden om een stadsklimaat aan te passen
- door bijv. Lage dakrand of het plaatsen van loofbomen kan de zon in de zomer geweerd worden
- zon licht kan ook geabsorbeerd worden of juist afgeweerd worden
4
Q
Invloed van gebouwen op afstraling
A
- Gebouwen en straten zijn een belangrijke opslag en generator van warmte
- steen en beton hebben een grote stralings absorptie capaciteit
- zij kunnen straling in de vorm van warmte goed afstoten
- als de straten smaller zijn of de gebouwen dichtbij elkaar staan blijft deze warmte hangen
5
Q
Invloed van groen op luchttemperatuur
A
- groen gebieden hebben een verkoelende werking op het stadsklimaat : * extra verdamping van water door de planten
* schaduw werking van bomen en planten - een park met veel grote bomen heeft meer effect op verkoeling dan een klein plantsoen of gazon met weinig bomen
6
Q
Invloed van groene elementen in straat
A
- Groen speelt een belangrijke rol in zowel belevingswaarde als het stadsklimaat
- groene elementen hebben invloed op de zon, schaduw en windpatronen in de straat
- via bladeren verdampt de lucht en dit helpt luchttemperatuur te verkoelen
7
Q
Invloed van grote waterlichamen ( bijv. de zee)
A
- vergoten de luchtvochtigheid
- temperatuur verlaagt
- slaan de warmte op
8
Q
Kleine waterlichamen (vijvers, rivieren,fontijnen)
A
- hebben maar een beperkt effect op het stadsklimaat
- door schaduw te geven aan kleine waterlichamen warme ze langzamer op