Statistische Definities Flashcards

1
Q

a

A

Snijpunt met de y-as

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

r2 (woord en uitleg)

A

Determinatiecoefficient

De mate waarin de variatie van de afhankelijke (y) wordt verklaart door de variatie in de onafhankelijke parameter (x)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

r (woord en uitleg)

A

Correlatiecoefficient
Maat voor sterkte van het lineaire verband tussen 2 variabelen x en y

Sterkte verband hangt af van de situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Functie regressielijn

A

Y= bX + a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

b

A

Regressiecoefficient

Van een regressielijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Met welke toets wordt er gekeken of er een hellingshoek is?

A

T-toets (hypothese opstellen, Treg berekenen en vergelijken met Tgrens)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Betrouwbaarheidsinterval berekenen voor:

A

a, b, X & Y

Steekproefgemiddelde +/- t (a,z,v) * SE

SE = onbekende bv Sb, Sy, Sx

BI altijd 2zijdig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lineaire regressie

A

Verband tussen een eigen gekozen variabele en een gemeten variabele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De kans p

A

Probability
De kans dat een waarde/gem groter is dan/gelijk is aan een andere waarde/gem
P-waarde:
- ligt altijd tussen 0-1
- wordt vergeleken met BI niveau a
Is p kleiner dan a, dan is er een significant verschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Met determinatiecoefficient bereken je:

A

Hoeveel % Y wordt verklaard (beïnvloed) door X

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een significant verschil bereken je met:

A

Teigen en Tgrens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer is er een regressie?

A

Als er een hellingshoek aanwezig is in de relatie tussen X en Y.
Berekenen met t-toets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom n-2?

A

Want je hebt X en Y

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

BI = hoe kleiner de interval hoe betrouwbaarder

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Toets kleine getallen met grote gevolgen over sd afwijking

A

.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sd/sf
Hoe meer meetpunten hoe lager de waarde (met meer metingen wordt sf kleiner)

M= # metingen om punt te meten. Staat er niks? Dan m=1

A

.

17
Q

Hypothese

A

Altijd 1 zijdig

H0 => b=0 (er is geen hellingshoek/regressie)
H1 => b>0, b

18
Q

Grenswaarde b

A

BI = b +/- t X Sb

19
Q

Grenswaarde y

A

BI = y +/- t x Sy

20
Q

Grenswateren X

A

BI = x +/- t x Sx