Statistiek theorievragen Flashcards
Om het even welke meeteenheid men gebruikt om een bepaald kenmerk te meten de waarde van de variantie zal altijd dezelfde blijven
;Fout
De keuze voor de meeteenheid die wordt gebruikt zal ook effect hebben op de waarde van de variantie
;Juist
Het aantal vrijheidsgraden is het aantal van elkaar onafhankelijke elementen in een berekening
;Juist
Een gestandariseerde variable is steeds normaal verdeeld
;fout
Een gestandariseerde variabele is niet altijd normaal verdeeld
;juist
Wanneer we de relatieve frequentie kennen van alle waarden van een bepaalde variabele dan volstaat dit om ook de absolute frequenties te berekenen
;Fout
Als de mediaan en het gemiddelde dezelfde waarde hebben we met grote waarschijnlijkheid te maken met een standaardnormaalverdeling
;Fout
Wanneer de mediaan en het gemiddelde dezelfde waarde hebben is dit een indicatie van een symmetrische verdeling
;juist
Wanneer de mediaan en het gemiddelde dezelfde waarde hebben is dit een indicatie van een rechts-assymmetrische verdeling
;fout
Wanneer de mediaan en het gemiddelde dezelfde waarde hebben is dit een indicatie van een Links-assymetrische verdeling
;fout
Hoewel chi² wel een idee kan geven over het teken van een relatie kan het niets vertellen over de grote van de relatie
;Fout
Chi² is altijd positief en zegt iets over het teken of de richting van een relatie
;fout
Chi² kan positief of negatief zijn maar zegt niets over het teken of de richting van een relatie
;Fout
Chi² kwadraat is altijd positief en zegt niets over het teken of de richting van een relatie
;juist
Chi² is een maat voor de samenhang tussen nominale variabelen een symmetrische associatiemaat
;Juist
De verklaarde variantie is de variantie van de veriabele X
;fout
De verklaarde variantie van Y is het deel van de variantie van Y die verklaard wordt door X
;juist
Hetgeen die niet verklaard wordt door X is de residuele variantie van Y
;Juist
De verklaarde variantie van X is het deel van de variantie van X dat verklaard wordt door Y
;fout
Wanneer we alle waarden van een variabele X vermeerderen met 4 zal de correlatie tussen de variabele X met een variabele Y niet wijzigen maar het intercept a wel wijzigen
;Juist
Wanneer we alle waarden van een variabele X vermeerderen met 4 zal de correlatie tussen de variabele X met een variabele Y wijzigen en ook het intercept a
;Fout
Wanneer we alle waarde van een variabele X vermeerderen met 4 zal de correlatie tussen de variabele X met een variabele Y niet wijzigen en zal het intercept a ook niet wijzigen
;Fout
Een correlatiecoëfficiënt is een asymmetrische associatiemaat
;fout
De correlatiecoëfficiënt is een symmetrische associatiemaat
;juist
Hetroscedasticiteit duidt er op dat de spreiding van de afhankelijke variabele ongelijk is op verschillende waarden van de onafhankelijke variabele
;juist
Heteroscedasticiteit duidt er op dat de spreiding van de afhankelijke variabele gelijk is op verschillende waarden van de onafhankelijke variabele
;fout
Wanneer het intercept in een bivariate lineaire regressieanalyse gelijk is aan nul dan mogen we de ongestandaardiseerde richtingscoëfficiënt op dezelfde manier interpreteren als de gestandaardiseerde richtingscoëfficiënt
;fout
De gestandaardiseerde richtingscoëfficiënt interpreteer je steeds in termen van stadaardafwijkingen
;juist
De ongestandaardiseerde richtingscoëfficiënt interpreteer je in de meeteenheid waarin de variabele is gemeten
;juist
Indien er sprake is van een normale verdeling in de populatie met onbekende verwachting en onbekende populatievariantie dient men bij het schatten van de populatieverwachting een t-verdeling te gebruiken
;Juist
Indien er sprake is van een normale verdeling in de populatie met onbekende verwachting en onbekende populatievariantie dient men bij het schatten van de populatieverwachting een z-verdeling te gebruiken
;Fout
Indien er sprake is van een normale verdeling in de populatie met gekende verwachting en gekende populatievariantie dient men bij het schatten van de populatieverwachting een z-verdeling te gebruiken
;fout
Indien er sprake is van een normale verdeling in de populatie met gekende verwachting en gekende populatievariantie dient men bij het schatten van de populatieverwachting een z-verdeling te gebruiken
;Juist
Wanneer we inferentie van verwachtingen uitrekenen doen we dit me de t-verdeling
;juist
Wanneer we inferentie van verwachtingen uitrekenen doen we dit met de z-verdeling
;fout
wanneer we inferentie van verwachtingen uitrekenen doen we dit niet met de t-verdeling
;fout
wanneer we inferentie van verwachtingen uitrekenen doen we dit niet met de z-verdeling
;juist
Een stochastische variabele is een variabele waarvan de waarde een numerieke uitkomst is van een toevalsverschijnsel
;juist
Een stochastische variabele is niet een variabele waarvan de waarde een numerieke uitkomst is van een toevalsverschijnsel
;fout
Gegeven een gekozen niveau van betrouwbaarheid zal de kritieke t-waarde voor het berekenen van de foutenmarge steeds groter zijn in kleinere steekproeven dan in grotere steekproeven
;juist
Gegeven een gekozen niveau van betrouwbaarheid zal de kritieke t-waarde voor het berekenen van de foutenmarge steeds kleiner zijn in kleinere steekproeven dan in grotere steekproeven
;fout
Gegeven een gekozen niveau van betrouwbaarheid zal de kritieke t-waarde voor het berekenen van de foutenmarge steeds groter zijn in grotere steekproeven dan in kleinere steekproeven
;fout
Gegeven een gekozen niveau van betrouwbaarheid zal de kritieke t-waarde voor het berekenen van de foutenmarge steeds kleiner zijn in grotere steekproeven dan in kleinere steekproeven
;juist
kleinere steekproeven (met dus minder vrijheidsgraden) hebben een grotere t-waarde
;juist
kleinere steekproeven hebben ook een kleinere t-waarde
;fout
Een steekproevenverdeling geeft theoretisch de verdeling weer van alle scores op een variabele uit alle mogelijke enkelvoudige aselecte steekproeven van dezelfde grootte die we zouden kunnen trekken uit eenzelfde populatie
;Fout
In een steekproevenverdeling geven we niet alle scores weer op een veriabele
;juist
in een steekproevenverdeling geven we weer hoe een steekproefgrootheid door toeval varieert tussen alle enkelvoudige a-selecte steekproeven die we zouden kunnen trekken van dezelfde omvang uit dezelfde populatie
;juist
De centrale limietstelling stelt dat naarmate de steekproefomvang groter is het rekenkundig gemiddelde een betere maat wordt voor centraliteit
;Fout
De centrale limiet stelling geeft aan dat bij grotere steekproefomvang de steekproefverdeling meer zal lijken op de normaalverdeling
;Juist
De centrale limiet stelling geeft aan dat bij grotere steekproefomvang de steekproefverdeling minder zal lijken op de normaalverdeling
;Fout
Als we de steekproefomvang met een constante van 2 vermeningvuldigen zal de standaardafwijking van de steekproefverdeling ook groter worden
;Fout
Wanneer we de steekproefomvang vergroten zal de standaardafwijking van de steekproevenverdeling verkleinen
;juist
Wanneer we de steekproefomvang vergroten zal de standaardafwijking van de steekproefverdeling ook vergroten
;fout
Wanneer we de steekproefomvang verkleinen zal de standaardafwijking van de steekproevenverdeling verkleinen
;fout
Wanneer we de steekproefomvang verkleinen zal de standaardafwijking van de steekproevenverdeling vergroten
;juist
De kans op een type 1 fout is de kans dat we de nulhypothese foutief verwerpen
;juist
De kans op een type 1 fout is de kans dat we de nulhypothese correct verwerpen
;fout
Het gemiddelde van elke mogelijke steekproef uit een populatie is een zuivere schatter van het populatiegemiddelde
;fout
Het gemiddelde van een a-selecte steekproef uit een populatie is een zuivere schatter voor het populatiegemiddelde
;juist
Er kan gerekend worden met nominale variabele en er zit een volgorde in
;fout
Je kan niet rekenen met nominale variabele en er zit geen volgorde in
;juist