Standaardfuncties Flashcards
Amplitude
De maximale uitwijking van een trilling ten opzichte van zijn evenwichtsstand.
Asymptoot
Een lijn waar een grafiek naartoe nadert, maar waar hij nooit zal komen.
Beginwaarde
De waarde aan het begin, de startwaarde.
Eerstegraadsfunctie
Lineaire functie van de vorm f(x) = ax + b met als grafiek een rechte lijn.
Evenwichtsstand
De gemiddelde waarde van een grafiek met een periodiek verband.
Exponentiële functie
Een functie van de vorm f(x) = b ∙ g^x waarmee een hoeveelheid met een vaste groeifactor per tijdseenheid groter of kleiner wordt.
Exponentiële groei
Groei volgens een exponentieel verband.
Extreme waarden
De minima en maxima van een bepaalde functie.
Grafiek
Een grafische voorstelling van een verzameling gegevens.
Logaritmische functie
Een functie van de vorm f(x) = glog(x) of f(x) = ln(x); en de inverse functie van de exponentiële functie.
Machtsfunctie
Een functie van de vorm f(x) = a ∙ x^n, waarbij de variabele y recht evenredig is met een macht van x.
Maximum
De hoogste waarde van een functie op een bepaald domein.
Minimum
De laagste waarde van een functie op een bepaald domein.
Periode
De tijd waarna een verschijnsel zich herhaalt, ook wel de trillingstijd genoemd.
Richtingscoëfficiënt
De steilheid van een rechte lijn, die je berekent door de verticale verandering te delen door de horizontale verandering.