Stamp rijtjes Flashcards

1
Q

8 beleidsmaatregelen gezondheidsbeleid

A
  1. absolute omvang
  2. relatieve omvang
  3. effectiviteit
  4. doelmatigheid
  5. mogelijk negatieve gevolgen
  6. effectiviteit en doelmatigheid alternatieven.
  7. social haalbaarheid
  8. financieel haalbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

4 A’s arbeid

A
arbeidomstandigheden
Arbeidsvoorwaarden
arbeidsvehroudingen
arbeidsinhoud
(en zingeving en perspectief)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 peilers age friendly cities

A

gelijkheid
inclusieve sociale omgeving
toegankelijke fysieke omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Redenen vragen naar behandelvoorkeuren

A

voorkeuren van patiënten lopen uiteen
voorkeur patient arts kan verschillen
is neit te voorspellen op basis van patientkenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Criteria voor screening

A

bewijs effectiviteit
voordelen groter dan nadelen
redelijke balans tussen kosten en netto voordelen screening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ethische kant van preventie: Criteria Wilson en Jungner

A

Gerelateerd aan ziekte

  1. ziekte vormt belangrijk gezondheidsprobleem
  2. natuurlijk beloop ziekte bekend
  3. algemeen aanvaardbare behandeling beschikbaar
  4. herkenbare presymptomatische fase die zich beter laat invloeden dan symptomatische fase
  5. voorzieningen voor stellen dignoae en behandeling zijn aanwezig

Geralteerd aan screening
6. effectieve methode screening
7. procedure is acceptabel voor te screenen populatie
8/ duidelijk wie behandeld moet worden
9. procedure is efficient gezien de kosten
10. aangeboden screening is structureel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ethische principes screening

A

nut = weldoen
Betrouwbare en valide instrumenten, kwaliteit gewaarborgd = niet schaden / proportionaliteit / subsidiariteit
Vrijwillig informeerde keuze = respect voor autonomie
Doelamtig gebruik van middelen; rechtvaardig en kosteneffectief = rechtvaardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Essentiele vragen evalueren milieumaatreglen

A

Hoe groot is de blootgestelde / te bereiken populatie
Verband milieu en sterfte
Effe t milieumaatregelen op luchtverontreininig
Effect van daling in milieu op sterfte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Driehoek van Zinberg voor middelengebruik

A

Drug: eigenschappen middel
Set: eigenschappen persoon
Setting: eigenschappen omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

IPDAS criteria: ondersteuning bepalen voorkeur

International patient decision aids standards

A
  • Provding information about optiions
  • presenting probabiliteit
  • clarifiying and expressing alues
  • guiding or coaching in deliberation and communition
  • disclsoing conflicts of interest
  • balancing presentation of options
  • using plain language
  • basing information on up to date scientific evidence
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

JAMA benchmark: Kwaliteit bron

A
  • Display of authorship
  • display of attribution of references
  • date of update
  • disclosure of ownership, sponsorship, advertising policies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Economische evalueties

A

Kostenminimalisatie: geen effect meting
Kosten baten analyse: effect van interventies omgezet in monetaire eenheid
Kosten effectivieties analyse: uitkomstmaat primaire gezondheidsuitkomsten
Kostenutiliteitsanalyse: uitkomstmaat QALy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Determinanten infectieziekten

A

Bron van agens
Reservoir van agens
Transmissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Nog onvoldoende aansporing kwaliteit zorg door

A

Gebrekkige transparantie
Inadeqaute bekostingsmethoden
imperfecte risicovereveing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Drug groepen

A

Psycholeptcia: dempend
Psychoanaleptica: stimulerend
Psychodysleptica: trippend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Minimale interventie strategie

A
  1. motivatieniveau vaststellen
  2. motivatieniveau verhogen
  3. barrieres inventariseren en bespreken
  4. startdatum verandering aststellen
  5. hulpmiddelen
  6. FU / nazorg
17
Q

Stages of change

A

Precontemplatie, contemplatie, preparatie (binnen 4 weken), actie, behoud (langer dan 6 maanden)

18
Q

Hoogste ziekte INCIDENTIE nederland

A
  1. BLI
  2. Maag darm infectie
  3. Infectie onderste luchtwegen
  4. ongevalsletsel
  5. influenza
19
Q

Hoogste PREVALENTIE nederland

A
  1. nek rug klachten
  2. atrose
  3. angststoornis
  4. diabetes
  5. visusstoornis
20
Q

Hoogste STERFTE Nederland

A
  1. COVID 19
  2. dementie
  3. longkanker
  4. beroerte
  5. coronaire hartziekten
  6. hartfalen
  7. copd
    8 accidentele val
  8. dikke darm kanker
  9. borstkanker
21
Q

Top 10 DALY necerland

A
  1. coronaire hartziekten
  2. beroerte
  3. diabetes
  4. COPD
  5. artrose
  6. Longkanker
  7. letsel prive / arbeid /sport ongevallen
  8. dementie
  9. denk en rug klachten
  10. angststoonris
22
Q

Determinanten hoogste ziektelast nederland

A
  1. roken
  2. ongezonde voeding
  3. hoge bloeddruk
  4. hoge bloedsuiker
  5. overgewicht
  6. buitenmilieu
  7. arbeid stoffen . omgeving
  8. weinig bewegen
    9 alcohol
    10 cholesterol
23
Q

Referentiekader volksgezondheidsproblemen

A

Trendanalyse
internationale / regionale vergelijking
vergelijking binnen nederland

24
Q

Wanneer Roses paradigma toepassen

A
  1. als het risico op ziekte gradueel stijgt met toenemende blootstelling en
  2. lage niveaus van blootstelling zeer veel voorkomen in populatie, dan
  3. zullen personen met een klein risico meer bijdragen aan ziektelast, dus
  4. ligt populatiebenadering in preventiebeldi meer voor de hand
25
Q

Belastbaarheid

A
Persoonlijkheid
persoonlijke werkwijze
prive factoren
veerkracht
copingsstratechine
26
Q

Beredeneerd gedrag model

A

Attitude, subjectieve norm en waargenomen gedragscontrol leiden tot intentie wat leidt tot gedrag

27
Q

4 stappen shared decision making

A
  1. Geef aan dat er een beslissing wordt genomen en mening van de patient belangrijk is
  2. arts legt opties voor en legt voor en nadelen uit
  3. bespreek voorkeuren van patient, arts ondersteund hierbij
  4. Hoeverre wilt patient betrokken worden bij besluitvorming? neem besluit
28
Q

Voordelen shared decision making

A
Meer kennis
meer patienttevredenheid
betere arts patient relatie
minder herhaal consulten
betere therapietrouw
kosten: minder invasieve behandling gekzen
29
Q

Drempels shared decision making

A

Niet onderkenen preferentie sensitieve beslissingen
Bewijs over effecten van behandeling is moeilijk te extraheren, interpreteren en comuniceren
Variatie in preferentie voor rol in belisproces
Minder geletterd zijn
logistiek
financieel

30
Q

3 elementen van shared decision making

A

Best beschikbare bewijs
Klinische expertise van arts
Voorkeuren van geïnformeerde patient

31
Q

7 belangrijke maatstaven voor succesvol gezondheidssysteem

A
1 kosten
2. efficiëntie
3 kwaliteit
4. haalbaarheid
5. patient vriendelijkheid
6 gelijkheid
7 aanvaardbaarheid
32
Q

6 dimensies kwaliteit van zorg

A
  1. veiligheid
  2. efectiviteit
  3. patietn gerichtheid
  4. tijdigheid
  5. efficiency
  6. gelijkheid
33
Q

Wereldwijd totaal top 5 doodsoorzaak

A
  1. cardiovasculaire ziekten
  2. maligne neoplasma
  3. infectieuze en parasitaire infecties
  4. respiratoire ziekten
  5. onbedoelde verwondingen
34
Q

Wereldwijd totaal DALY

A
  1. cardiovasculaire ziekten
  2. infectieuze en parasitaire infecties
  3. maligne neoplasma
  4. nutriontal deficiënties
  5. unintentional injuries
35
Q

Fasen van epidemiologische transitie

A
  1. tijdperk van epidemieen en hongersnood
  2. tijdperk van afnemende pandemie
  3. tijdperk van degeneratieve en door de mens veroorzaakte aandoeningen
    (4. tijdperk van uitgestelde degeneratieve ziekten) eigenlijk maar 3 fasen
36
Q

Ellementen van succesvolle risicocommunicatie bij uitbraak infectie

A
  • vertrouwen in experts
  • tijdigheid in communicatie
  • openheid naar doelgroep
  • luisteren naar doelgroep
  • goede voorbereiding
37
Q

criteria burnout

A

Uitputting / extreem moe
Gevoel van falen
Depersonalisatie
Duur > 6 mnd

38
Q

Maatschappelijke verantwoordelijkheid arts

A
Geondheidsbevorderaar (inzetten voor preventie)
Patient ondersteuner (inzetten voor participatie)
Kwaliteitsverbeteraar: inzetten voor veilige, doelmatige, toegankelijke en duurzame zorg