Staats- en bestuursrecht

Question 1

Algemeine Verwaltungsrecht

Answer 1

Algemeen bestuursrecht

Question 2

Kommunalrecht

Answer 2

gemeenterecht

Question 3

Duitse wetgevende macht

Answer 3

Bondsdag en de Bondsraad

Question 4

Uitvoerende macht

Answer 4

Bondregering en bondskanselier

Question 5

Rechtsprekende macht

Answer 5

het Bundesverfassungsgericht en de rechterlijke macht in het algemeen

Question 6

Bundesstaatsprinzip (3)

Answer 6

• federalisme: 16 zelfstandige deelstaten (Lander)
• zelfstandig: Lander hebben eigen regering,
• centraal: centrale overheid, Bondsrepubliek Duitsland

Question 7

Noem de belangrijkste taken van de Bondsdag (vergelijkbaar als de Tweede Kamer) (3)

Answer 7

de wetgeving, het controleren van de regering en het kiezen van de bondskanselier.

Question 8

Door wie wordt het parlement voorgezeten en hoe wordt hij gekozen?

Answer 8

Het parlement wordt voorgezeten door de president (de voorzitter) van de Bondsdag, die door de afgevaardigden wordt gekozen met absolute meerderheid. Traditioneel wordt deze voorzitter gekozen uit de sterkste fractie.

Question 9

Wie heeft het initiatief voor wetsvoorstellen?

Answer 9

• Bondsregering
• Bondsraad
• Iemand uit de
Bondsdag

Question 10

Konkurrierende Gesetzgebung?

Answer 10

deelstaten zijn alleen bevoegd wetten te maken op bepaalde terreinen waar de federatie geen regelgeving voor heeft gemaakt.

Question 11

Welke twee organen maken federale wetten? (Beide organisaties zijn tevens samen het parlement, soort 1e en 2e Kamer)

Answer 11

Bundestag en Bundesrat wetgeving dient door Bundesrat gedegradeerd te worden.

Question 12

Coöperatieve federalisme?

Answer 12

deelstaten (Lander) moeten samenwerken

Question 13

Wat is de functie van de Bundespresident?

Answer 13

Hij heeft een representatieve functie, hij ondertekent wetten. Dit mag hij echter ook weigeren. Hij heeft een matierele bevoegdheid, Meer dan de koning in ons land. Want als de koning weigert een et te ondertekenen treedt hij niet in werking.
De bondskanselier wordt op voorstel van de president door de bondsdag gekozen. De gekozene wordt door de president benoemd. I

Question 14

Uit wie bestaat de Bondsregering?

Answer 14

Merkel en haar ministers. Merkel mag ministers benoemen en ontslaan. Onze minister-president mag dat niet!

Question 15

Is de federale staat is een antwoord op het derde rijk?

Answer 15

Nee, want Duitsland is al vanaf 1870 een federale staat, sinds de tijd van het tweede keizerrijk. De nazitijd was een onderbreking va n het federalisme. Hitler, dictator, wilde natuurlijk geen deelgebieden maar een eenheidsstaat. Hitler had alle macht. Na de tweede wereldoorlog zag men dit als een belangrijk punt. Federalisme als beperking van overheidsmacht!! Federalisme om democratie te bevorderen.

Question 16

Welk uitgangspunt geldt voor verdeling van bevoegdheden?

Answer 16

Dit is uitgewerkt in artikel 30 GG: bevoegdheden komen in eerste instantie toe aan de deelstaten. Het primaat ligt bij de deelstaten.

Question 17

Wat als er concurrerende bevoegdheden zijn (tussen deelstaat en federale overheid)?

Answer 17

Artikel 72 GG gaat over concurrerende bevoegdheden. Bij deze bevoegdheden zijn zowel deelstaat als fe derale overheid bevoegd. In deze concurrerende wetgevingsbevoegdheid heeft de federale wetgever echte r voorrang! Dus als de federale overheid wetgeving op dit gebied vaststelt, mag de deelstaat geen wetgevi ng meer vaststellen/gaat de wetgeving van de federale overheid voor. Dit mag echter niet zomaar. Het moet een noodzaak van rechtseenheid zijn om deze wetgeving vast te stellen.

Question 18

kompetenz-kompetenz?

Answer 18

Dit is de bevoegdheid om een bevoegdheid te creëren. Die bevoegdheid komt niet toe aan de Europese instellingen! Ze kunnen niet hun eigen competentie creëren.

Question 19

Constitutionele verhoudingen in de Duitse regering? artikel 65 GG (3)

Answer 19

1: de bondskanselier bepaalt de richtlijnen van de politiek als een uiting van het leiderschapsbeginsel.
2: de verschillende ministers die hun ressorten zelfstandig leiden.
3: de bondsregering. Deze beslist over meningsverschillen tussen bondsministers.

Question 20

Uit wie bestaat de Bondraad?

Answer 20

Uit leden van de landsregeringen maar heeft gelijke bevoegdheden in het wetgevingsproces.

Question 21

Verhouding regering en bondsdag?

Answer 21

GG gaat uit van een parlementair stelsel. De Bondsdag kan de regering en val brengen door de toepassing van de vertrouwensregel (67 GG). Vertrouwen in kanselier kan dus opgezegd worden.

Question 22

Wat is het gevolg als de Bondsdag het vertrouwen in Kanselier (regering) opzegt?

Answer 22

Bondsregering treedt af. De bondsdag kan niet afzonderlijke ministers tot heengaan dwingen. De ministers behoeven het vertrouwen van de kanselier, niet van de bondsdag. art. 68 GG opent een andere mogelijkheid om door het stellen van de vertrouwenskwestie de ontbinding van de bondsdag en vervroegde verkiezingen uit te lokken. De procedure daarbij is dat de kanselier de bondsdag verzoekt het vertrouwen in hem uit te spreken.

Question 23

Rechtsstaatsprinzip?

Answer 23

Art. 20 en 28 GG: “Primat des Rechts”, maatregelen tegen machtsmisbruik. alleen handelen op basis van wet.

Question 24

Bestuur in de Lander: mensen in de provincie kiezen de leden van de Landtag. Verdere onderverdeling –> niet federaal maar ondergeschikt. Noem ze alle drie.

Answer 24

(Land)Kreise, Städte, Gemeinde

Question 25

Kreis (soort samenwerkingsverband tussen gemeenten). 3 organen, wat doen ze?

Answer 25

• Kreistag (raad) –> wetgeving (Satzungen)

- Oberkreisdirektion / Landrat –> voert uit en vertegenwoordigt

Question 26

Gemeinde/Stadt. die organen, wat doen ze?

Answer 26

• Gemeinderat / Stadtrat –> wetgeving (Satzungen)

- Bürgermeister / Gemeinde/Stadtdirektor –> voert uit en vertegenwoordigt

Question 27

Wat doet het constiturioneel hof? Bundesverfassingsgericht?

Answer 27

is op federaal niveau en tevens het hoogste gerecht in Duitsland. TOETST OVERHEIDSHANDELING AAN DE GG. Geen rechtsmiddelen mogelijk en maakt geen onderdeel uit van de gerechtelijke instanties in civiel, straf etc. zaken.

Question 28

Gerechten voor civiele en strafzaken:

Answer 28

• Bundesgerichtshof (BGH)
• Oberlandesgericht (OLG)
• Landgericht (LG)
• Amtgericht

Question 29

Bundesgerichtshof (BGH)

Answer 29

is de hoogste e laatste instantie in civiele en ernstige strafzaken. Kan worden vergeleken met de HR.

Question 30

Oberlandesgericht (OLG)

Answer 30

is bevoegd kennis te nemen van uitspraken uit het Landgericht (LG), in geval van hb in een uitspraak van Amtsgericht (AG) in familiezaken en in minder ernstige strafzaken (cassatiegerecht dus voor minder ernstige strafzaken).

Question 31

Landgericht

Answer 31

1e aanleg voor strafzaken afhankeljk van ernst van het delict. ook voor civiele zaken.
LG buigt zich ook over hb van civiele uitspraken van Amtsrichter (muv familiezaken zie Oberlandesgericht)

Question 32

Bestuursrechtelijke aanspraak (Verwaltungsgerichtsbarkeit) kent 3 instanties

Answer 32

• BVerwG is het hoogste Duitse gerecht voor bestuurzaken (cassatie);
• OVG (obreverwaltungsgericht) hier dienen hb zaken van een VG.
• VG (verwatungsgericht) 1e aanleg voor bestuurszaken.

Question 33

Overige gerechten zijn er voor (3)

Answer 33

sociaal zekerheidszaken, arbeidszaken en belastingzaken.