Splanchologie begrippen mondholte Flashcards

1
Q

Ruimte voor de tandboog

A

Vestibulum oris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lip en snijtanden

A

Vestibulum labiale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ruimte tussen wang en kiezen

A

Vestibulum buccale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onder en bovenlip

A

Labium mandibulare en maxillare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mondspleet

A

Rima oris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mediane deel van lippen bij rund en varken vergroeid met de neusspiegel

A

Snuit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neusspiegel

A

Planum naso-labiale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mediane groeve in de neusspiegel bij carnivoren en kleine herkauwers, zorgt voor meer bewegelijkheid

A

Philtrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wangen

A

Buccae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wangklieren in submucosa of tussen de wangspieren

A

Glandulae buccales

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Harde gehemelte

A

Palatum durum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Benige plaat met mediane groeve

A

Raphe palati

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Mucosa die palatum durum bedekt

A

Velum papatinnum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zachte gehemelte

A

Palatum molle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

boogvormig verhevendheden op harde gehemelte

A

Rugae palatinae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ruimte binnen tandboog onderkaak

A

Mondholtebodem

17
Q

Bit, toom en teugel

A

Prefrenulair deel

18
Q

Gewelfde bodem (crista sublingualis) door het uitmonden van de glandula sublingualis polystomatica

A

recessus sublingualis lateralis

19
Q

Hongertepeltjes achter de lijn die de haaktanden verbindt (slijmvliesplooitjes die uitmonding van de ductus mandibularis bedekken)

A

Caranculae sublinguales

20
Q

Mediane slijmvliesplooi die onderzijde van tong op de bodem van de mondholte bevestigd

A

Frenulum linguae

21
Q

Tong

A

Lingua

22
Q

Bewegelijke punt van de tong

A

Apex linguae

23
Q

Lichaam van de tong

A

Corpus linguae

24
Q

Tongwortel

A

Radix linguae

25
Q

Mechanische, draadvoormige papillen

A

Papillae filliformes

26
Q

Mechanische, conische papillen

A

Papillae conicae

27
Q

Smaakpapillen, vooral op overgang lichaamwortel,steken nuet boven oppervlak uit

A

Papillae circumvallatae

28
Q

Bladvormige smaakpillen

A

Papillae fungiformes

29
Q

kogelvormige papillen enkel bij rund

A

Papilae honiformes