SPL Marketing Basis Flashcards
Basisbegrippen marketing
Een product bestaat uit 3 lagen / schillen. Welke 3 lagen als je het fysieke product als uitgangspunt pakt.
Fysiek product: technische eigenschappen Uitgebreid product : fysieke product + eigenschappen de de aanbieder er aan toevoegt bijv. merk, garantie en service Totaal product: uitgebreide product + hoe de consument er naar toe kijkt
Wat is het uitgebreid product?
Fysieke product + service, garantie, verpakking en merk
Wat is het fysiek product?
De technische eigenschappen: gewicht, samenstelling, materiaal
Wat is het totaal product?
Het uitgebreide product + de afgeleide eigenschappen ofwel hoe de consument tegen het product aankijkt. Geeft het product status?
Wat is garantie?
Aanbieder van een product stelt zich gedurende een bepaalde periode garant voor de gebreken van dat product (of onderdelen daarvan)
Noem 6 functies van de verpakking.
commerciële -, technische -, beschermende - en informatiefunctie. Ook herkenning en beroep op emotie (emotional appeal) zijn functies.
Welke soorten goederen onderscheidt Copeland en wat is zijn criterium?
Convenience goods: merk gamaksfunctie
Shopping: merk minder belangrijk
Specialty: merk zekerheidsfunctie
Unsought goods
Copeland kijkt naar de moeite die een consument wil doen bij de aanschaf.
Welke twee soorten unsought goods zijn er?
Regular unsought goods zoals verzekeringen en new unsought goods, goederen die de consument niet kent.
Is er verband tussen de goederenindeling van Copeland en de distributie-intensiteit?
Ja, convenience goods worden vaak intensief gedistribueerd, shopping goods selectief en specialty goods exclusief.
Wat is een substituut?
Een goed dat in de zelfde behoefte voorziet als een ander goed. De Ek is positief. Vakantie naar Spanje of naar Italië. Spanje wordt duurder (+) en de hoeveelheid reizen naar Italië neemt toe (+). +/+ = +
Wat is een complementair goed?
Een goederen die (noodzakelijkerwijs) in aanvulling op elkaar gebruikt worden. De Ek is negatief. Reizen en koffers. Reizen worden duurder(+) dus worden er minder koffers verkocht (-). +/- = - (-/+ = ook -)
Noem de dimensies van het assortiment.
Breedte, diepte, hoogte, lengte en consistentie.
Wanneer is een assortiment breed?
Als het veel artikelgroepen bevat bijv. kleding, schoenen, huishoudelijke artikelen, parfumerie etc.
Wanneer is een assortiment diep?
Als er per artikelgroep veel keuze is. In de artikelgroep soep zijn er 120 varianten te koop.
Wanneer is een assortiment hoog?
Als het gemiddeld prijsniveau hoog is.
Wanneer is een assortiment consistent?
Als er samenhang tussen de artikelgroepen bestaat.
Welke soorten consistentie of samenhang zijn er?
Koopverwantschap, productieverwantschap, consumptie- of gebruiksverwantschap.
Wat is line-extension? (lijnextensie)
Vorm van merkontwikkeling met bestaande productcategorie met een bestaande merknaam. Lays Pringles als uitbreiding op Lays Chips.
Wat is brand-extensie (merken extensie)
Vorm van merkontwikkeling met nieuwe productcategorie met een bestaande merknaam. Durex disco-light als aanvulling op het reguliere assortiment. .
Wat is multibranding?
Een bestaande productcategorie uitbreiden met een nieuw merk. Philips verkoopt naast Philips audio ook Marantz audio.
Wat is een merk?
Merk teken, naam etc. dat een producten onderscheidt
Wat is merkenvoorkeur?
Men kiest vaak voor hetzelfde merk.
Wat is merkentrouw?
Men koopt gedurende langere tijd hetzelfde merk.
Wat is actieve merkenbekendheid?
Bij het noemen van een productgroep wordt een product gekocht. Noem een merk auto’s. Antwoord: Mercedes.
Andere term voor actieve merkenbekendheid?
Spontane merkenbekendheid.
Wat is passieve of geholpen merkenbekendheid?
Bij het noemen van een merknaam weet de ondervraagde om welke productgroep het gaat.
Wat is top-of-mind bekendheid?
Het merk met de hoogste spontane/actieve merkenbekendheid.
Noem 4 soorten merken
- distribuantenmerk (huismerk), 2. fancy merk, 3. fabrikantenmerk, 4. global merk
Noem 2 soorten merkstrategie?
Individueel merk en paraplu merk.
Geef 3 soorten merken kijkend naar de positie op de markt.
A-merk, B-merk en C-merk.
Wat is en A-merk?
Merk van de fabrikant met hoge prijs, kwaliteit en distributie en een hoog marktaandeel.
Wat is een C-merk.
Gemerkt fabrikantenartikel met laag ervaren prijs- en kwaliteitsniveau.
Wat is prijsdifferentiatie?
Verschillend prijzen voor zelfde producten op grond van kostenverschillen. (Benzine op Texel, taxi-rit van 1 of 5 km))
Wat is prijsdiscriminatie?
Verschillend prijzen voor zelfde producten op zonder kostenverschillen.
Op grond waarvan kan prijsdiscriminatie plaatsvinden?
Plaats van afname, tijdstip van afname en de vrager.
Wat is een psychologische prijs?
Prijs net onder de prijsdrempel om goedkoopte te suggereren. 4, 95 onder de prijsdrempel van 5 euro
Noem 5 verdienmodellen.
- Transactiemodel / Handelsmodel (goedkoop inkopen en duur verkopen), 2. veilingmodel (Vakantieveiling), 3. freemium of premium (gratis basisversie en betalen voor de dure versie), 4. yieldmodel (wisselende prijzen obv de vraag), 5. advertentiemodel (Google) en 6. abonnementsmodel (Windows 365 of Bloomon), makelaarsmodel.
Wat is pioneer pricing?
Prijsstelling bij volledig nieuwe producten?
Noem twee uitersten bij pioneer pricing.
Afroompolitiek (hoog beginnen en trapsgewijs laten zakken) en penetratieprijspolitiek (laag inzetten om groot deel van de markt te pakken)
Wat zijn de eisen om afroompolitiek te kunnen toepassen?
Voldoende innovators die veel willen betallen, weinig concurrentie bij introductie, hoog ontwikkelkosten, beperkte capaciteit in het begin.
Uit welke onderdelen bestaat de product-mix?
Assortiment, merk, verpakking, service, garantie, kwaliteit, productvorm. (Service is arbeidsintensief en verhoogt kosten.)
Welke drie intensiteiten ken je bij distributie?
intensief (zoveel mogelijk verkooppunten), selectief (enkele geselecteerde verkooppunten) en exclusief (per regio een dealer)
Wat is pullstrategie bij distributie?
Je richt de commerciële inspanningen op de eindgebruiker / consument.
Wat is de pushstrategie bij distributie?
Je richt de commerciële inspanningen op de tussenhandel bijv. extra korting.
Wat is een blog?
Een dagboek op internet
Wat is een vlog?
Een videodagboek op internet.