Spijsverteringsstelsel Flashcards
Brachygnatia superior/inferior
Onder/overbeet door een te korte onderkaak (inferior) of bovenkaak (superior) met verkeerd afslijten van tanden als mogelijk gevolg.
Agnatia
Het volledig ontbreken van de onderkaak door een stoornis in de ontwikkeling van de eerste kieuwboog. Komt meestal samen voor met andere teratologische afwijkingen. Komt geregeld voor bij lammeren en kan ook bij konijnenjongen.
Epitheliogenesis imperfecta
Het gaat om scherp afgegrensde zones waar het epitheel ontbreekt. Bij het rund is er een vorm waar alleen de hoornpapillen op de tong ontbreken. Men spreekt van een gladde tong of epitheliogenesis imperfecta lingae.
Palatoschisis
Gehemeltespleet: het niet sluiten van de spleet tussen de processus maxillaris van links en rechts, met verbening. Kan gelegen zijn t.h.v. het harde gehemelte, het zachte, of beide. Hierdoor is er een verbinding tussen de mondholte en de neusholte tijdens het zuigen loopt de melk uit de neus en gemakkelijk verslikkingspneumonie. Niet leefbaar bij zoogdieren, want niet kunnen zuigen.
Cheiloschisis
Hazenlip: cheiloschisis lateralis of zijdelingse hazenlip ontstaat door het niet sluiten van de spleet tussen de precessus fronto-nasalis en de processus maxillaris. Kan doorlopen tot het neusgat. Cheiloschisis medialis of middenste hazenlip ontstaat wanneer de fronto-nasale processus van links en rechts niet sluit.
Macroglossie
Te grote tong. Komt af en toe voor bij BWB en komt waarschijnlijk door de veralgemeende musculaire hypertrofie bij dit ras. De tong puilt gedeeltelijk uit de muil. De tongspier is gehypertrofieerd, waardoor het zuigen belemmerd wordt (vaak fataal).
Pseudo-polyodontia
gelijktijdig aanwezig blijven van melktanden en permanente tanden. Komt frequent voor bij hondendwergrassen.
Polyodontia
Een aangeboren afwijking waarbij er meer dan het normale aantal tanden aanwezig is.
Diastema
Een abnormale wijde afstand tussen twee naast elkaar staande tanden –> voedsel makkelijk ertussen –> kans op gingivitis en periodontitis
Dentigere cyste
Een cyste waarin zich een tand bevindt, die meestal misvormd is. Gaat in principe uit van het emailorgaan. Voorbeeld: Wolfstandje bij paard zit vaak in een dentigere cyste.
Malocclusie
Abnormale tandpositie. Leidt bij konijnen (vooral dwergkonijnen) tot olifantstanden.
Email hypoplasie
De ameloblasten zijn in een bepaald stadium van de ontwikkeling van de tand niet actief geweest (bv. een
vroeg stadium wanneer enkel de tandpunt is aangetast), ze zijn dus verstoord geweest in hun activiteit.