Spieren van het schoudergewricht Flashcards

1
Q

M. deltoïdeus

A

Pars acromialis: acromion naar tuberositas deltoidea
Pars scapularis: spina scapulae naar tuberositas deltoidea

Innervatie = n. axillaris
Bevloeiing = a. subscapularis en a. circumflexa scapulae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

M. teres minor

A

Distale caudale boord scapula naar tuberculum teres minor

Innervatie = n. axxilaris
Bevloeiing = a. subscapularis en a. circumflexa scapulae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

M. teres major

A

Proximale caudale boord scapula naar tuberositas teres major

Innervatie = n. axillaris
Bevloeiing = a. subscapularis en a. circuflexa scapulae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

M. supraspinatus

A

Fossa supraspinata naar tuberculum majus

Eq vertrekt ook van cartilago scapulae
Eindigt bij Eq en Ru op tuberculum minus

Innervatie = n. suprascapularis
Bevloeiing = a. suprascapularis en a. circumflexa scapulae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

M. biceps brachii

A

Tuberculum supraglenoidale naar tuberositas radii

GDH wordt beginpees in sulcus intertubercularis gehouden door eindpees van m. supraspinatus
KHD beginpees word vastgehouden door ligamentum transversum humeri
Eq en Ru ligt slijmbeurs bij het tuberculum intermedium
Carn is dit uitzakking van gewichtskapsel
KHD eindpees duikt onder de mediale colateraalband en eindigt op de ulna
GHD geeft lacertus fibrosus af, dit is peesstrook die versmelt met de m. extensor carpi radiale en fascia antebrachii

Innervatie = n. musculocutaneus
Bevloeiing = a. circumflexa humeri cranialis en caudalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

M. coracobrachialis

A
Proximaal deel: processus coracoideus naar proximaal van tuberositas teres major.
Distaal deel (GHD): processus coracoideus naar distaal van tuberositas teres major
Innervatie = n. musculocutaneus
Bevloeiing = a. circumflexa humeri cranialis en caudalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

M. infraspinatus

A

Fossa infraspinata naar facies m. infraspinata

GHD heeft diep eindpunt op proximale rand tuberculum majus (Ru heeft hier slijmbeurs) en oppervlakkig eindpunt op facies m. infraspinati
KHD heeft enkelvoudig eindpunt op facies m. infraspinata

Innervatie = n. suprascapularis
Bevloeiing = a. circumflexa humeri cranialis en caudalis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

M. subscapularis

A

Fossa subscapularis naar tuberculum minus

Innervatie = nn. subscapularis en n. axillaris
Bevloeiing = a. subscapularis en a. circumflexa scapulae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly