spieren en prikkel termen Flashcards
prikkel
stimulus
zintuigcellen
receptorcellen
reactie
respons
impuls
elektrisch signaal dat via de zenuwcellen wordt vervoerd
drempelwaarde (v.d. prikkel)
de minimumwaarde waarbij een prikkel wordt waargenomen
neurotransmitters
stoffen die zorgen voor het doorgeven v.d. impuls
gewenning
als er een overprikkeling is en er in de impulsen minder zintuigcellen ontstaan (bv hel iets heel fel ruikt maar je raakt er aan gewend of fel licht of kou water)
uitwendige prikkel
afkomstig uit de omgeving van het organisme
inwendige prikkel
ontstaat in het organisme zelf
UP verandering lichtintensiteit (in oog)
fotoreceptoren
UP verandering in temperatuur (in huid)
thermoreceptoren
UP voor geuren en smaken (in neus en tong)
chemoreceptoren
UP voor aanraking/druk (in huid)
mechanoreceptoren
UP voor vloeistoftrillingen
(in oor)
mechanoreceptoren in het oor
receptoren voor IP
bv je begint honger te krijgen en hebt hierdoor minder glucose in je bloed. Melatonine het hormoon dat je slaapritme regelt
zenuwstelsel
zorgt voor snelle maar kortstondige responsen
hormonaalsteelsel
geleiding via bloedbaan dus een trage maar langdurige respons