Spieren - Allgemeen Flashcards
1
Q
Argonisten
A
Spieren waardoor een bepaalde beweging ontstaat
2
Q
Antagonisten
A
Spieren die een tegengestelde beweging kunnen veroorzaken
3
Q
Synergisten
A
Spieren die dezelfde beweging hebben als argonisten, of deze kunnen verlangen
4
Q
Fascae
A
Strakke bindwefsel lagen, omgeeft alle Spieren
5
Q
Gewone contractie
A
Spieren verkorten, bottige structuren bewegen naar elkaar toe
6
Q
Isometrische contractie
A
Geven contractie maar blijven op gelijke lengte, geen beweging
7
Q
Exzentrische contractie
A
Geven contractie maar worden ok langer, paard doet hoofd naar beneden Spieren in hals moeten aanspannen dat hoofd niet valt, maar worden ook langer