Spanish Conversation Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Ik ben tessa, hoe het jij?

A

Me llamo tessa, y tu como te llamas?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar woon je? Ik woon in zutphen, nederland

A

De donde eres? Soy de holanda, vivo en zutphen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ik spreek nederlands, engels, een klein beetje duits en ik studeer spans

A

Hablo holandes, ingles, un poco de aleman y estudio espanol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke talen spreek je?

A

Que idiomas hablas?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ik studeer spaans omdat ik mijn stage in barcelona wil doen

A

Estudio español porque quiero hacer mis practicas en barcelona

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aangenaam

A

Encantada!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe oud ben je?

A

Cuántos años tienes?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is je email adres?

A

Cual es tu correo electrónico?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is je adres?

A

Cual ea tu direccion?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is je telefoonnummer?

A

Cual es tu numero de teléfono?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Je schrijft dat…

A

Se escribe…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar werk je? En wat doe je?

A

Donde trabajas? Y que te dedicas?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ik studeer hotel and event management aan hogeschool tio

A

Estudio hoteleria y gestion de eventos en la universidad tio en utrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ik hou van hotel skills, event management en spaans

A

Me gusta clase la gestion del hotel, gestion de eventos y espanol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ik hou van series kijken op Netflix en afspreken met vrienden

A

Me gusta mirar series en Netflix y quedar con los amigos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe gaat het met je familie? Met mijn familie gaat het goed

A

Que tal esta tu familia? Mi familia esta muy bien

17
Q

Ik heb een grote familie

A

Tengo una familia muy grande

18
Q

Ik heb een grote broer, zijn naam is marijn, hij is 29 jaar oud. Hij is grappig en slim en hij is lang, en heeft donker haar en zwarte ogen

A

Tengo un hermano mayor, su nombre es marijn, tiende veintinueve años. Es divertido e inteligente, es alto, cabello moreno y ojos negros

19
Q

Ik heb een klein broertje, zijn naam is maurits, hij is 16 jaar en hij is sterk, heeft bruine ogen en hij is lang

A

Tengo un hermano pequeño, su nombre es maurits, tiene dieciseis anos es pesado y muy fuerte, ojos marrones, cabello rubio y alto

20
Q

Hoe ben jij? Ik ben hardwerkend en ik hou van werken in een team

A

Como eres? Soy trabajadora y me gusta trabajar en equipo

21
Q

Ik ben klein, ik heb bruin haar en ik ben hardwerkend

A

Soy bajita, tengo el pelo castonos y soy muy trabajadora

22
Q

Mij naam is tessa, ik werk in een bedrijf van buenos aires

A

Hola buenas dias,

Me llamo tessa, trabajo en una emresa e buenos aires

23
Q

Ik zou graag een reservering willen maken voor vrijdag om 10 uur in de ochtend

A

Me gustaria hacer una reserva para el viernes a las 10 de la manana

24
Q

Ik zou graag een reservering willen maken voor 8 personen en ik zou graag het dagmenu willen

A

Me gustaria hacer una reserva para ocho personas y me gustaria que el menu del dia

25
Q

Je het klopt

A

Si, es verdad

26
Q

Wat is het dagmenu? Wat zijn de prijzen en wat zit er inclusief bij?

A

Cual es menu del dia, cuanto cuesta y que esta incluido?

27
Q

Er zit een vegetariër in de groep en iemand die allergisch is voor melk

A

Hay una persona vegetariana en el grupo y una persona alergico a la leche

28
Q

Maandag

A

Lunes

29
Q

Dinsdag

A

Martes

30
Q

Woensdag

A

Miércoles

31
Q

Donderdag

A

Jueves

32
Q

Vrijdag

A

Viernes

33
Q

Zaterdag

A

Sábado

34
Q

Zondag

A

Domingo