Spaans Level 1 Flashcards

1
Q

Een ontmoeting

A

Un encuentro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Goedendag Pablo

A

Buenos Dias Pablo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ik wou je (had er zin in je te) ontmoeten (zien

A

Tenia ganas de verte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ik heb vandaag een afspraak

A

Hoy tengo una cita

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ze zijn tevreden

A

Ellos están contentos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ze zijn ver

A

Ellos están lejos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De lichte (blonde) tabak is duur in spanje

A

El tabaco rubio, en España, es caro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het huis is ver

A

La casa está lejos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De kop is leeg

A

La taza está vacia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het glas is leeg

A

El vaso está vacio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het kopje is klein

A

La taza es pequeña

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vijfde les

A

Leccion quinta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

weet je, sinds enige tijd (onlangs) vermoei ik me veel

A

sabes, ultimamente, me canso mucho

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

je zou minder moeten werken

A

deberias trabajar menos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

alvorens naar parijs te gaan, wil ik (aan) de dokter raadplegen

A

Antes de ir a paris, quiore consultar al medico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ik ken een heel sympathieke dokter

A

Yo conozco a un medico muy simpatico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

je bent te moe

A

estas demasiado cansado

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

ik ken een dokter

A

yo conozco a un medico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

ze hebben een rode auto

A

ellos tienen un coche rojo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

we hebben er geen zin in

A

nosotros no tenemos ganas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

ik ben naar de bios gegaan

A

yo he ido al cine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

heb je goed gegeten

A

has comido bien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hij is nog niet aangekomen

A

el no ha venido todavia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

we hebben de partij gewonnen

A

nosotros hemos ganado la partida

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
jullie hebben zijn zus gekend
usteden han conocido a su hermana
26
ze hebben hun moeder opgebeld
ellas han llamado a su madre
27
je hebt gegeten
has comido
28
je bent met mij (mee)gegaan
has ido conmigo
29
ze hebben gebeld
han llamado
30
hij is nog niet aangekmoen
todavia no ha venido
31
Ik ga (de) boodschappen doen
Voy a hacer las compras
32
Kun je me, voordat je weggaat, zeggen waar het engelse woordenboek is?
Antes de irte, puedes decirme donde esta el diccionario de ingles?
33
Er is geld in de la van de kast
Hay dinero en el cajon del armario
34
Kun je me 200 peseta?
puedes darma doscientas presetas
35
Kun je ook tabak voor me meebrengen
Puedes traerme tambien tabaco
36
Ja (bovendien) ik moet er toch voor mezelf kopen
Si. ademas tengo que comprar para mi
37
Ik heb geld genoeg
tengo bastante dinero
38
in de woonkamer staat een kast
en el cuarto de estar hay un armario
39
kun je ook tabak voor me meebrengen
puedes traerme tambien tabaco
40
ja (bovendien) ik moet er toch voor mezelf kopen
si ademas tengo que coomprar para mi
41
ik heb geld genoeg
tengo bestante dinero
42
in de woonkamer staat een kast
en el cuarto de estar hay un armario
43
Ziet u het verkeerslicht?
Ve usted el semaforo?
44
Om aan het benzinestation te komen ( voor komen aan) moet u (aan de) rechts afslaan na het (van de) verkeerslicht
Para llegar a la gasolinera, tiene que girar a la derecha despues del semaforo
45
alvorens naar bed te gaan
antes de acostarse
46
ik ga naar bed
voy a acostarme
47
ja. kun je me om zeven uur wekken
si puedes despertarme a la siete
48
waarom zet je je wekker niet
por que no pones tu despertador?
49
omdat de veer stuk (gebroken) is
porque el muelle esta roto
50
omdat ik er geen zin in heb
porque no tengo ganas
51
ben je moe (vr)
tu estas cansada
52
de tafels zijn klein
las mesas son pequenas
53
ik ben jong
yo soy joven
54
het is vier uur in (van) de moren
son las cuatro de la manana
55
ik ga naar school/ naar de cursus. ik ben begonnen frans te leren (heb me gezet te leren frans)
voy a clase. me he puesto a estudiar frances
56
nu (tegenwoordig) heb ik geen tijd
actualmente no tengo tiempo
57
maar ik leer elke dag een beetje thuis (n huis)
pero estudio un poco cada dia en casa
58
de zomervakantie
las vacaciones de verano
59
ik heb geen zus
no tengo ninguna hermana
60
en de kleine, di eu op het balkon ziet, is het onze dochter theresa
y la pequena, que ustedes ven en el balcon, es nuestra hija teresa
61
wilt u boven komen (en) (een kop) (de) koffie drinken?
quieren subir a tomar el cafe?
62
heel graag ( met veel genoegen)
con mucho gusto
63
en bovendien zal cecilia een vriendinnetje hebben
ademas, cecilia podra hacer una amiga
64
hindert (het) u als we elkaar tutoyeren?
les molesta si nos tuteamos
65
integendeel
al contrario
66
des te beter, wij ook niet
tanto mejor, nosotros tampoco
67
deze auto is rood
este coche es rojo
68
omdat jose zo meteen komt (nu zal aankomen)
porque jose va a llegar ahora
69
is er wijn voor het avondeten?
hay vino para cenar?
70
in deze straat is veel verkeer
en esta calle, hay mucha circulacion
71
je bent jong
eres joven
72
is er nu veel verkeer? ja omdat het zeven uur is
hay mucha circulacion ahora? si porque son las siete
73
hoe laat wil je dat ik je morgen wek? om 8 uur, als het niet lastig voor je is (je niet hintert)
a que hora quieres que te despierte manana? a las ocho, si no te molesta
74
onze zoon is met dit meisje op school. de onze ook
nuestro hijo esta en clase con esta nina - el nuestro tambien
75
is je huis ver? nee het is hier heel dichtbij
tu casa esta lejos? no esta muy cerca de aqui
76
geef me de hand
dame la mano
77
geef je me de hand?
me das la mano?
78
haast je
date prisa
79
haast je je ?
te das prisa?
80
laat mij deze plaats
dejeme este sitio
81
laat u (mij) deze plaats voor mij?
me deja este sitio?
82
schrijft u ons morgen?
nos escriben manana?
83
ik droomde
yo sonaba
84
ik keek naar een vogel en ik droomde
miraba un pajaro y sonaba
85
ja ik verbeeldde me dat jij en je vrienden vliengend aankwamen
si, me imaginaba que tu y tus amigos llegaban volando
86
jullie spraken met mij en daarna begonnen we allen te spelen
me hablaban y luego nos poniamos todos a jugar
87
en we aten en zongen ook
y tambien comiamos y cantabamos
88
ik herinner het me niet erg goed, maar daar jij ook was
no me acuerdo muy bien, pero como tu tambien estabas
89
ben ik er zeker van dat er iets te drinken moest zijn
estoy segura de que debia de haber algo para beber
90
in ieder geval was het een heel mooie droom
en todo caso era un sueno muy bonito
91
ik denk dat hij je niet heeft begrepen heeft
creo que no te ha entendido
92
ik heb het hem toch uitgelegd
sin embargo, se lo he explicado
93
telefonisch is het moeilijker elkaar te begrijpen/verstaan
por telefono es mas dificil entenderse
94
je hebt gelijk. ik zal (ga) hem opzoeken (zien)
tienes razon. voy a ir a verle
95
je zei me dat je zou komen
me decias que ibas a venir
96
je zei het me gisteren
me lo decias ayer
97
kun je ons de sleutels geven
nos puedes prestar las llaves
98
ik zal ze overmorgen kopen
la voy a comprar pasado manana
99
het hemd van jan is losgegaan
la camisa de juan esta descodisa
100
ik zal het straks (voor hem( naaien
se la cosere luego
101
het kind keek naar hem
el nino le miraba
102
Ja zeg het maar
Si, digame
103
Bent u de secretaresse van dokter jimenez
Es usted la secretaria de la doctora jimenez
104
Neem me niet kwalijk, is de dokter (vr) er
Perdone, esta la doctora?
105
Nee. ze is in het het ziekenhuis. ze is net weggegaan
no. esta en el hospital. acaba de salir
106
ik belde haar op om te weten of ze vanmiddag naar mijn zoon kon komen kijken
le llamaba para saber si esta tarde podia a ver a mi hijo
107
hij is ziek en (hij) heeft hoge (veel) koorts
esta enfermo y tiene mucha fiebre
108
akkoord, ik zal het haar zeggen als ze thuiskomt
de acuerdo. se lo dire cuando vuelva
109
en (u), maakt u zich geen zorgen, hij heeft zeker kou gevat
y usted no se inquiete, seguramente ha cogido frio
110
de kinderen zijn sterk en ze kunnen zich van nature verdedigen
los ninos son fuertes y saben defenderse naturalmente
111
wilt u me uw adres opgeven
quiere darme su direccion
112
ik zal hem zeggen als hij thuiskomt
se lo dire cuando vuelva
113
maak je geen zorgen
no te inquietes
114
hij is ziek
esta enfermo
115
je hebt kou gevat
has cogido frio
116
we hopen dat het geen slecht nieuws is
esperamos que no sea una mala noticia
117
waarover gaat het
de que se trata
118
ik heb al mijn rbijewijs
ya tengo el permiso de conducir
119
heb je het (hem) aan juan gezegd
se lo has dicho a juan
120
nee, maar ik zal hem opbellen om het hem te zeggen
no, pero voy a llamarle para decirselo
121
nodig hem uit voor het avondeten
invitale a cenar
122
geef me hem an de lijn als je klaar bent
pasamelo cuando hayas terminado
123
wie kan voor de boodschappen zorgen
quien puede ocuparse de hacer las compras
124
Vorige week
La semana pasada
125
We hadden 4 dagen vakantie en we hebben ervan geprofiteerd
Tuvimos cuatro días de vacaciones y aprovechamos para ir a descansar
126
Op de terugreis
A la vuelta
127
Ja we zijn dinsdag na ons werk vertrokken
Si nos fuimos el martes al salir del trabajo
128
Was het mooi weer
Hizo buen tiempo
129
Het weer was fantastisch
Hizo un tiempo estupendo
130
Het strand
La playa
131
De zee
El mar
132
En we hebben niemand gezien
Y no vimos a nadie
133
Elke morgen bij de zonsopgang
Todas las mañanas a la salida del sol
134
Op de terugreis hebben we elkaar bij hem thuis gezien
A la vuelta nos vimos en su casa
135
Hij is woensdag komen eten
Vino el miércoles a comer
136
Er was niemand op het strand
No había nadie en la playa
137
Ik heb de soleys al een week niet gezien
Hace una semana que no he visto a los Soleys
138
Afgelopen maandag zijn ze naar nl gegaan
El lunes pasado se fueron a Holanda
139
Weet je wanneer ze thuiskomen
Sabes cuando vuelven
140
Ik ben er niet zeker van maar ik denk dat ze binnenkort terug zullen zijn
No estoy segura pero creo que pronto estarán de vuelta
141
Ze zijn alleen maar een bezoek gaan brengen aan Annie's moede
Han ido solamente para hacer una visita a la madre de anni que estaba enferma
142
Weer je of het erg is
Sabes si es grave
143
Ik denk van niet maar voor de bejaarde personen is een operatie steeds netelig
No creo pero para las personas mayores una operaciones siempre delicada
144
Bovendien weet ik dat ze van plan waren daarna met vakantie naar Spanje te gaan
Además sé que tenía idea de ir luego de vacaciones a España
145
Dan is het mogelijk dat ze al weg zijn
Entonces es posible que ya se hayan ido
146
Het verbaast me dat ze het zo vlug gedaan hebben maar het is mogelijk
Me extrañe que lo haya hecho tan rápido pero es posible
147
Sinds een week zie ik hem niet
Hace una semana que no lo veo
148
Ik ben er niet zeker van
No estoy segura
149
We gaan hem een bezoek brengen
Vamos a hacerle una visita
150
we zijn aan het schaken
estamos jugando al ajedrez
151
ik ben bezig de maaltijd te bereiden
estoy preparando la comida
152
wat heb je voor vandaag gekocht
que has comprado para hoy
153
vlees, rijst, tomaten, komkommers en aubergines. wat denk je ervan
carna, arroz, tomates, pepinos y berenjenas.. que te parece
154
maar.. je zult moeten wachten, want het is nog niet klaar
pero..tendras que esperar porque todavia no esta listo
155
een uur (min of meer)
una hora, mas o menos
156
goed, maar haast je want ik heb erge honger
bueno, entonces date prisa porque tengo mucha hambre
157
neem me niet kwalijk, alicia. wie is nu aan de beurt om te spelen
perdona alicia. a quien le toca jugar ahora?
158
we zijn nog niet klaar
todavia no estamos listos
159
hoelang duur het
cuanto tiempo hace
160
ongeveer (min of meer) drie weken
tres semanas mas o menos
161
haast je want ik moet weg
date prisa porque tengo que irme
162
het is jouw beurt
te toca a ti
163
ik wou graag goed spaans leren
quisiera aprender bien el castellano
164
ik zal er waarschijnlijk volgend jaar naartoe gaan, maar ik weet nog niet welke streek ik zal kiezen
probablemente ire el ano que viene, pero no se todavia que regio elegir
165
ik dacht dat het in madrid was
creia que era en madrid
166
in madrid spreekt men goed, maar de taal van het volk is niet zo zuiver
en madrid, se habla bien pero el idioma de pueblo no es tan puro
167
als je naar madrid gaat zul je echter een drukker leven en een groot aantal spektakels vinden
sin embargo, si vas a madrid encontraras una vida mas movida y una gran cantidad de espectaculos
168
en waar wordt het slechtse spaans gesproken
y donde se habla el peor castellano
169
bijna alle provincices hebben hun eigen accent en men vindt in heel spanje mensen die correct spreken
casi todas la provincias tienen su acento propio y se encuentra en toda espana gente que habla correctamente
170
in andalusie spreekt men castilliaans, maar met een bijzonder accent
en andalucia, se habla el castellano pero con un acento particular
171
dan.. is spanje een zeer rijk geheel van volkeren
entonces.. espana es un conjunto muy rico de pueblos
172
het is een land van een onvermoede rijkdom
es una tierra de una requeza insospechada
173
ik reis graag
me gusta viajar
174
ik zal er waarschijnlijk morgen naartoe gaan
probablemente ire manana
175
het is moeilijk te zeggen
es dificil de decir
176
de taal is een levend wezen
el idioma es un ser viviente
177
ik dacht dat je niet zou komen
creia que no ibas a venir
178
deze maaltijd is slechter dan die van gisteren
esta comida es peor que la de ayer
179
in deze streek hebben de mensen een sterk accent
en esta region, la gente tiene mucho acento