soorten zinnen Flashcards
1
Q
.
A
mededelende zin
2
Q
?
A
vragende zin
3
Q
uitroepende zin
A
!
4
Q
bevelende zin
A
.-!
5
Q
wat staat er op het einde van een zin
A
leestekens(.?!)
6
Q
wat staat er in het begin van een zin
A
hoofdleter
7
Q
met een zin kan je iemand bevelen maar welke zinnen bestaan er nog
A
uitroepende zin,mededelende zin,vraagzin
8
Q
is dit een uitroepende of bevelende zin?
Neem de bal!
A
bevelende zin
9
Q
welke gevoelens heeft deze persoon?
A
kies uit ; neutraal,boos,razend,koppig
of kies zelf een bijpasend woord
10
Q
ik wil naar de markt vandaag.
A
neutraal
11
Q
ik wil niet naar de markt vandaag!
A
boos
12
Q
ik wil niet naar de markt vandaag!!!!
A
razend
13
Q
heeft sarah wel gevoelens voor kobe?
A
neutraal(afvragend)
14
Q
heeft Sarah wel gevoelens voor kobe?!
A
boos