Soft Totals Flashcards

1
Q

Wat doe je bij een zachte 20?

A

Blijf altijd staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar/Niet Waar: Een zachte 20 verdubbel je tegen een dealer met een 6.

A

Niet waar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Scenario: Je hebt A,9. Wat doe je?

A

Blijf staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer verdubbel je een zachte 18?

A

Tegen dealer 2 t/m 6.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar/Niet Waar: Een zachte 18 sla je over tegen een dealer met een 9.

A

Waar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Scenario: Je hebt A,7 en de dealer toont een 4. Wat doe je?

A

Verdubbel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tegen welke kaarten verdubbel je een zachte 16?

A

Dealer 4 t/m 6.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar/Niet Waar: Een zachte 16 verdubbel je tegen een dealer met een 8.

A

Niet waar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Scenario: Je hebt A,5 en de dealer toont een 5. Wat doe je?

A

Verdubbel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly