Socrates Flashcards
1
Q
Socrates bronnen
A
Plato
Xenophon ‘Memorabilia’
Aristophanes ‘Wolken’
Aristoteles doxografie opmerkingen
2
Q
Socrates navolgers
A
- Cynici: Diogenes en Antisthenes, onafhankelijkheid
- Hedonisme: Aristippus
- Euclides: Logica en Argumentatie, Ene = Goede
- Plato
3
Q
Socratische methode stappen
A
- Gesprekspartner poneert een stelling/definitie
- Socrates vraagt bevestiging van gevolgen
- Socrates ondergraaft de stelling door deze gevolgen
- Socrates constateert dat de definitie is weerlegd
- Nieuwe definitie, einde gesprek of consensus
4
Q
Socratisch dialoog
A
- Uitgangsvraag
- Casus
- Antwoorden
- Argumenten
- Reflectie
5
Q
Onsterfelijkheid van de ziel
A
- Tegendelen komen uit voort
- Leer van de herinneringen
of - Ziel verwant aan de Ideeën
- Ziel is dus beginsel, dus kan niet vergaan