Sociale Stratificatie + Marx Flashcards
studeren op eigen risico
Wat is sociale stratificatie?
Het indelen van groepen mensen in maatschappelijke lagen waartussen een ongelijkheidsverhouding bestaat.
Leden van een groep hebben meer of minder zaken ter beschikking dan andere groepen.
Welke 2 types samenlevingen kaart John Vincke aan in zijn boek de Sociologie?
Landbouwsamenlevingen en Industriële samenlevingen.
Wat is het kastensysteem?
Het is een sociale verdeling met strenge afscheiding tussen de leden van verschillende kasten.
Wat is een standensamenleving?
Een type samenleving uit de middeleeuwen waarbij mannen een hogere status hadden op basis van geboorte, landbezit of militaire vaardigheden. De lagere standen geven een deel van de opbrengst van hun arbeid aan deze elite groep in ruil voor veiligheid.
Zo moeten de boeren graan leveren aan de heer maar krijgen ze wel bescherming in ruil.
Hoe noemt de man die een theorie rond industriële samenlevingen heeft gemaakt?
Karl Marx
Marx deelt samenlevingen op in een bovenbouw en een onderbouw, wat zijn dit?
- De onderbouw betekent materiële basis van een samenleving, de technologische ontwikkeling ervan.
Door de typische manier van productiewijze ontstaat er ook een logische arbeidsverdeling. - De bovenbouw zijn religie, recht en staat.
Deze zijn af te leiden uit de verhoudingen van mensen die bepaald zijn door de productiewijze.
Wat is klassenbewustzijn?
Mensen van eenzelfde klasse worden bewust van het feit dat hun belangen gelijklopen.
Hoe krijg je klassenstrijd in de theorie van Karl Marx?
Wanneer klassen tegengestelde belangen hebben ontstaat er oppositie tegenover elkaar.
Een voorbeeld van klassentegenstelling is het privébezit van de bourgeoisie en de armoede van de arbeiders.
Waarom hebben kapitalisten er belang bij om de lonen zo laag mogelijk te houden?
Alleen op die manier kunnen arbeiders gedwongen worden om zich continu in het arbeidsproces in te schakelen.
Wanneer ontstaat er een opstand/revolutie?
Wanneer de arbeiders tot armoede vervallen door de uitbuiting van de bourgeoisie, niets meer te verliezen hebben en de tegenstelling tussen bezitters en bezitlozen onoverbrugbaar is.
