Sociale en politieke filosofie P2 Flashcards

1
Q

Wat is rationeel egoïsme volgens Kessels

A

Handelen en denken puur vanuit eigenbelang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt de wet van collectieve irrationaliteit in

A

Als iedereen alleen vanuit eigenbelang handelt schaadt dat uiteindelijk de groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vier gradaties van eigenbelang onderscheidt Jos Kessels

A

1e gradatie Profiteren zonder bijdragen
2e gradatie Bijdragen als je er zelf baat bij hebt
3e gradatie Niet bijdragen en de gevolgen accepteren
4e gradatie Bijdragen zonder eigen voordeel (uit plichtsgevoel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat bedoelt Jos Kessels met negatieve vrijheid

A

Vrijheid van inmenging door anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat bedoelt Jos Kessels met positieve vrijheid

A

Vrijheid om jezelf te ontwikkelen volgens zelfgekozen regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ziet Plato het mensbeeld

A

Een dualisme tussen lichaam en ziel
Het lichaam zoekt genot en overleving
De ziel streeft naar kennis en waarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de drie delen van de ziel volgens Plato

A

Begeerte (verlangens) moed (emoties) verstand (redelijkheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe vertaalt Plato de driedeling van de ziel naar de staat

A

Filosofen zijn het verstand wachters zijn de moed werklieden zijn de begeerte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom waarschuwt Plato voor democratie

A

De “tirannie van de meerderheid” kan leiden tot slechte beslissingen door onwetende burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een filosofenkoning en waarom is die volgens Plato nodig

A

Een leider met wijsheid en rechtvaardigheid die het algemeen belang dient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ziet Hobbes het mensbeeld

A

Mensen zijn egoïstisch gericht op zelfbehoud en vrezen geweld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is volgens Hobbes de natuurtoestand

A

Een chaotische situatie van “allen tegen allen” zonder veiligheid of orde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het sociaal contract volgens Hobbes

A

Burgers geven een deel van hun vrijheid op aan een soeverein in ruil voor orde en veiligheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de natuurrechten volgens Locke

A

Recht op leven vrijheid en eigendom (door arbeid verworven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de rol van de overheid volgens Locke

A

Het beschermen van de natuurrechten met zo min mogelijk inmenging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is Rousseaus mensbeeld

A

Mensen zijn van nature goed maar worden door bezit en cultuur corrupt

17
Q

Wat is volgens Rousseau het probleem van privébezit

A

Het leidt tot ongelijkheid hebzucht en vervreemding

18
Q

Wat houdt Rousseaus sociaal contract in

A

Het collectieve belang (algemene wil) is belangrijker dan individueel belang

19
Q

Hoe ziet Rousseau de ideale staat

A

Een directe democratie waarin burgers samen besluiten nemen

20
Q

Wat is de sluier van ontwetendheid volgens Rawls

A

Een gedachte-experiment waarin je regels kiest zonder je eigen positie te kennen wat leidt tot rechtvaardigheid

21
Q

Wat zijn de twee rechtvaardigheidsprincipes van Rawls

A

Iedereen heeft gelijke basisvrijheden Ongelijkheden zijn toegestaan als ze de zwaksten helpen

22
Q

Wat is volgens Judith Butler het concept van gender

A

Gender is geen biologische realiteit maar een sociale constructie

23
Q

Wat is Butlers kritiek op traditionele genderrollen

A

Ze beperken individuele vrijheid en leggen een vaste rol op

24
Q

Wat was Mary Wollstonecrafts belangrijkste bijdrage aan het feminisme

A

Ze pleitte voor gelijke rechten en onderwijs voor vrouwen om onafhankelijk te worden

25
Q

Wat was Wollstonecrafts kritiek op traditionele rolpatronen

A

Ze vond dat deze vrouwen afhankelijk en onderdanig maakten