SOA's Flashcards

1
Q

We bespreken 7 SOA’s. Welke?

A
  1. Condylomata accuminata
  2. Herpes simplex
  3. Syfilis
  4. Gonorree
  5. Chlamydia trachomatis
  6. Molluscum contagiosum
  7. HIV-AIDS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is condylomata accuminata?

A

Het is de meest frequente SOA. Verwekt door HPV dat een specifiek tropisme heeft voor de keratinocyten van het plaveiselepitheel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 lokalisaties van condylomata accuminata?

A
  1. Peri-anale huid
  2. Anale mucosa
  3. Intra-canalair tot niveau linea dentata
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Belangrijk bij de besmettingswijze van condylomata accuminata?

A

Gebeurt door rechtstreek venerisch contact.

Resistent aan alcohol, wel gevoelig aan glutaraldehyde = belangrijk bij ontsmetting van de anuscoop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kliniek van condylomata accuminata?

A

Altijd anuscopie doen, soms jeuk, wat bloedverlies. Soms zeer groot, soms zeer klein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Behandeling van condylomata accuminata?

A

Bij kleine externe of genitale: imiquimod (HPV-replicatie).

Fysieke destructie heeft een recidiefpercentage van 30-40%. Coagulatie van intra-anale is zeer pijnlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom worden condylomen behandeld? (4)

A
  1. Schrijdend karakter
  2. Hoge graad van besmettelijkheid
  3. Potentieel evolutie naar dysplasie en Ca
  4. Pt willen ervan af
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Herpes simplex: verwekker, behandeling?

A
  • Herpes simplex type 2 of zeldzaam type 1

- Aciclovir gedurende 10 dagen als nierfunctie normaal is. Nierfunctie niet normaal dan eerst nierfunctie herstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kliniek van herpes simplex? (5)

A
  1. Anale pijn
  2. Algemene malaise
  3. Koorts
  4. Soms geassocieerde rectitis (tenesmen, diepe anorectale pijn)
  5. Soms dysurie en urineretentie of obstipatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Syfilis: verwekker, behandeling (2)?

A
  • Treponema pallidum
    1. Benzathine-penicilline G
    2. Ev doxycycline als alternatief bij penicilline-allergie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kliniek van syfilis (3)

A
  1. Anale sjanker en unilaterale liesklierzwelling (dit laatste altijd aanwezig)
  2. Maculae en papels
  3. Blindheid, problemen met zenuwstelsel en hart, psychische stoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Diagnose van syfilis?

A

Serologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gonorree: verwekker, behandeling?

A
  • N. Gonorrheae (in 1/3 een geassocieerd infectie met chlamydia)
  • Combinatie van ceftriaxone en azithromycine (alternatief voor dit laatste is doxycycline) geen quinolones
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kliniek van gonorree?

A

Variabel.
Soms acuut met veel pijn, tenesmen, bloedverlies en pusafscheiding.
Soms zeer mild met slechts een streepje pus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Chlamydia trachomatis: verwekker, behandeling?

A
  • Chlamydia trachomatis

- Doxycycline of azithromycine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kliniek van chlamydia trachomatis? (2)

A
  1. Vaak asymptomatisch maar wel besmettelijk.

2. Soms klachten van milde rectitis: slijm en bloedverlies.

17
Q

Wat is het specifiek subtype van chlamydia? Wat zijn de klachten bij MSM?

A

Lymfogranuloma venereum: genitale infectie met liesklierzwelling.
Bij MSM: forse rectitis met tenesmen, slijmverlies, bloedverlies, continue aandrang tot defecatie.
Indien onbehandeld kan dit aanleiding geven tot een rectale stenose.

18
Q

Molluscim contagiosum: verwekker, kliniek, behandeling (3)?

A
  • Poxvirus
  • Kleine afgeronde verhevenheden, er komt een grijsachtige substantie vrij als we erop duwen
  • Electrocoagulatie of aanstippen met vloeibare stikstof of curettage met lepel
19
Q

Hoe verlopen de anorectale infecties bij HIV-patiënten en bij AIDS-patiënten?

A

HIV: Indien immuniteit normaal dan verlopen de infecties zoals eerder beschreven.
AIDS: De infecties verlopen ernstiger, langduriger en meer recidieven en ook pathologie die we niet zien bij de immunocompetente patiënt.

20
Q

Bij AIDS-patiënten zien we (2)?

A
  1. Anale ulceraties

2. Anale tumoren

21
Q

Anale ulceraties bij een AIDS-patiënt kunnen te wijten zijn aan een infectie met (4)?

A
  1. HSV
  2. CMV
  3. Mycobacteriën
  4. Tumor
22
Q

Een anaal gezwel bij een AIDS-patiënt kan zijn (4)?

A
  1. Anaal Ca
  2. Condylomen
  3. Kaposi
  4. Lymfoom