So Woordjes A-F Flashcards

1
Q

Aangaande

A

Wat te maken heeft met, betreffende, met betrekking tot

Zin: aangaande het verslag wil ik nog een paar mededelingen vertellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aanhalingsteken(s)

A

Leesteken(s) voor en na een citaat of een woord of woorden waarop men de aandacht wil vestigen

Zin: Wanneer je in een verslag een citaat gebruikt, dien je aanhalingstekens te gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aantonen

A

Laten zien, bewijzen, tot uiting brengen

Zin: de politie kan aantonen dat hij de dader is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Actualiteit

A

De toestand zoals die nu is, zaak die nu van werkelijk belang is.

Zin: we zijn altijd op de hoogte van de actualiteit.

Zin: Eva Jinek bespreekt tijdens haar talkshow altijd de actualiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Afdoende

A

Met de gewenste uitwerking, toereikend

Zin: Ik vind uw antwoord niet afdoende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

A.d.h.v

A

Aan de hand van

Zin: Ik zal dit aan de hand van drie voorbeelden uitleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De aanhouder wint

A

degene die nooit opgeeft, zal uiteindelijk ook zijn of haar doel zal bereiken.

Zin: door niet op te gegeven heeft het voetbalteam bewezen dat de aanhouder wint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

 Baat

A

Voordeel, nut, wat iemand iets oplevert

Zin: Een land als Italië heeft ook baat bij de uitbreiding 

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Back-up

A

Reservekopie

Zin: Als je geen bestanden kwijt wil raken, is het raadzaam om een back-up te maken. 

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bagatelliseren

A

Behandelen als iets kleins en onbelangrijks

Zin: het is niet goed om het slechte gedrag van die jongens te bagatelliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bedroevend

A

Teleurstellend, heel slecht, wat verdrietig maakt

Zin: dit is een zeer bedroevend verslag 

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beduidend

A

Aanmerkelijk, duidelijk

Zin: vanwege de crisis gaat het met veel bedrijven beduidend slechter dan de afgelopen jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Blz

A

Bladzijde

Zin: het huiswerk staat op bladzijde 59

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie de bal kaatst, kan de bal (terug) verwachten

A

Wie iets doet, Kan op een reactie rekenen

Zin: ‘ wie de bal kaatst, kan de bal terug verwachten’, zei de docent tegen de pestkop


How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Calculeren

A

Berekenen

Zin: het bouwbedrijf moet vooraf de kosten voor het bouwproject goed calculeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Censureren

A

Keuren voordat iets vertoond of gedrukt mag worden

Zin: overal zijn regeringen die vaak proberen om gegevens op het internet te blokkeren, te filteren en te censureren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

charisma

A

Uitstraling, bijzondere gave om anderen te boeien of te inspireren

Zin: die presentator straalde een en al charisma en energie uit. 

18
Q

Claimen

A

Opeisen, beweren dat men ergens recht op heeft

Zin: zij claimen een hoger cijfer voor hun werkstuk 

19
Q

Cumulatief

A

Steeds toenemend in omvang doordat het volgende steeds aan het voorgaande wordt toegevoegd

Zin: de cumulatieve telling van het aantal bezoekers laat zien hoeveel mensen er ooit onze website bezocht hebben

20
Q

Cm

A

Centimeter

Zin: de breedte van mijn tafel is 100 cm

21
Q

Ergens geen chocola van maken

A

Iets niet begrijpen, er niets van kunnen maken, ergens niet wijs worden

Zin: ‘ ik kan er geen chocola van maken’, zei de agent die niet snapte hoe de inbreker was ontkomen aan tien agenten

22
Q

Dankzij

A

Door, met behulp van

Zin: Dankzij mijn moeder ben ik net op tijd voor de les

23
Q

Dateren

A

Een datum geven, de ouderdom bepalen

Zin: De boeken die ik heb bestudeerd, dateren van vele honderden jaren geleden.

24
Q

Decreet

A

Bevel van de overheid

Zin: Hem wordt in een geheim decreet verweten zijn land te hebben verraden

25
De facto
Feitelijk, werkelijk, inderdaad Zin: alle betrokken projecten zijn de facto opgeschort, zolang er geen duidelijkheid is in de situatie.
26
Dialoog
Gesprek tussen twee mensen, groeperingen of landen, enz. Zin: alleen door een dialoog te voeren, kan een oplossing worden gevonden voor de ruzie tussen de twee buurmannen
27
Dm
Decimeter Zin: de tafels stonden 5 dm uit elkaar
28
Al doende leert men
Door iets vaak te doen, leert men hoe het moet Zin: ‘al doende leert men’, zei de gymleraar die een moeilijke oefening uitlegde.
29
Exemplaar
Afdruk, afzonderlijk stuk, versie Zin: elke leerling krijgt een exemplaar van het schoolmagazine 
30
Embleem
Herkenningsteken van een vereniging Zin: Ajax speelt dit seizoen met het oude embleem op hun tenue
31
Empathie
Zich kunnen inleven in anderen Zin: het is empathie die maakt dat we anderen willen helpen
32
Enigszins
Een beetje Zin: de kritiek lijkt me dus enigszins overdreven
33
Epidemie
Een besmettelijke ziekte die zich in korte tijd verspreidt onder een groep van mensen of hele bevolking Zin: deze epidemie maakt dagelijks tussen de 2000 en 5000 dodelijke slachtoffers
34
E.a.
En anderen Zin: dit boek is geschreven door Carry slee e.a.
35
Eerlijk duurt het langst
Met eerlijkheid komt men in de wereld het verst Zin: ‘eerlijk duurt het langst’, zei de docent tegen de leerling die had toegegeven dat hij had gespiekt bij een toets.
36
Faciliteren
Geld of middelen beschikbaar stellen die nodig zijn om iets te kunnen doen Zin: deze bedrijven faciliteren sporters op hun weg naar de top door ze te sponsoren.
37
Fanatiek
Erg gedreven voor iets, erg enthousiast en fel Zin: hij doet fanatiek aan fitness
38
Feedback
Reactie om duidelijk te maken of iets zo gedaan is als de bedoeling was, terugkoppeling Zin: de docent geeft altijd feedback op ingeleverde opdrachten
39
Fixatie
Het gevoelsmatig heel erg gericht zijn op iemand of iets Zin: ze lijkt een fixatie op hem te hebben.
40
Fundamenteel
Wat te maken heeft met de basis of wat de basis vormt, wenselijk Zin: ontspanning is fundamenteel om sneller en krachtiger te slaan bij het boksen
41
Fam
Familie Zin: Fam. De jong woont in een groot huis
42
Fluitje van een cent
Wordt gezegd van iets wat met heel weinig moeite te doen is, een ‘makkie’ dus Zin: de toets van Biologie was een fluitje van een cent