So Hd 2πŸŒ‰πŸ‘‘πŸ’ Flashcards

1
Q

Wat is biodiversiteit ❀️πŸ’₯πŸ‘…πŸŽ‰πŸ‘‘

A

Variatie aan levensvormen in de natuur β˜―οΈπŸ‘‘πŸ¦„πŸ’πŸ‘»πŸŽ‰

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is dampkring πŸ˜ΉπŸ’πŸ˜πŸ‘‘πŸŒ‰πŸŒΈπŸ’πŸ’₯πŸ˜‚πŸŽ‰

A

De lucht om ons heen πŸ‘€β˜―οΈπŸ‘‘πŸ’πŸ’₯πŸ’—πŸŽ‰

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is duurzaamπŸ™…πŸΎπŸ’πŸ‘‘πŸŒ‰πŸ’—πŸ’

A

Ervoor zorgen dat iets altijd blijft bestaanπŸ‘»πŸ‘‘πŸ‘…πŸ’—β˜―οΈπŸŽ‰

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is etage πŸŒΈπŸŒ‰πŸ’—πŸ’πŸ‘…

A

Boomkruinen op verschillende hoogtes in een bosπŸ˜πŸ’—πŸ‘‘πŸ‘…πŸ’πŸŒΈ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is herbebossing πŸ‘€πŸŒΈπŸ’πŸ™…πŸΎ

A

Het opnieuw aanplanten van jongen bomen na een houtkapπŸ’πŸ’₯πŸ’—πŸŒΈπŸ’πŸŽ‰πŸ‘‘

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is inrichting landschap β˜―οΈπŸ‘»πŸŒΈπŸ’—πŸ‘‘

A

Landschap waarin mensen huizen wegen akkers en weilanden en andere dingen hebben aangelegdπŸ¦„πŸ˜πŸ‘»πŸŽ‰πŸ’—πŸŒ‰πŸ‘‘πŸ’β˜―οΈ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is natuurlandschap

πŸ‘πŸΎπŸ™…πŸΎβ˜―οΈπŸ˜πŸ’₯πŸŒ‰πŸ’—

A

Een landschap die niet door mensen zijn ingericht het is puur natuur πŸ‘„πŸ‘€πŸ‘€πŸ’πŸ¬πŸ€πŸŒš

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn natuurlijke hulpbronnenπŸ¬πŸ‘„πŸŒšπŸ¦„πŸ‘…β˜―οΈ

A

Producten uit de natuur die mensen goed kunnen. Gebruiken πŸ¬πŸ‘„πŸ˜πŸŒšπŸ‘€πŸŒ‰

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is nuttige neerslagπŸ€πŸ˜πŸŒšπŸ‘»πŸ¬

A

Neerslag minus verdampingπŸ¬πŸ‘»πŸŒšπŸ‘‘πŸŽ‰

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is ontbossingπŸ’₯πŸ˜»πŸ’πŸ‘„πŸ‘»

A

Het kappen van bomenπŸ‘„πŸ˜»πŸ‘‘πŸ‘€πŸ‘‘πŸ˜»πŸŒšπŸ‘€πŸ¦„

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn poolstreken πŸ€β˜―οΈπŸ‘„πŸŒš

A

Het gebied ten noordenvaan 66 12de Nb. En 65 12de zb.πŸ’₯πŸ‘„πŸ¬πŸ’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is stijgingsregen πŸ™…πŸΎπŸŒšπŸŒ‰πŸ’—πŸŽ‰

A

Regen bij de evenaar ontstaat door opwarming van de lucht waardoor die lucht stijgt en opwarmdπŸ™‹πŸΎπŸ¦„πŸ‘…πŸ‘„πŸŒšβ€οΈ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn tropenπŸ˜±πŸ‘€πŸ’₯β˜―οΈπŸ’πŸ‘‘πŸŽ‰

A

Warme luchtstreek bij de evenaar tussen 23 12de n.b en 23 12de z.bπŸ™‹πŸΎπŸ˜»πŸ¦„πŸ‘‘πŸ’₯πŸ‘‘πŸ’—

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is tropisch klimaatπŸ‘…πŸ˜»πŸ¬πŸ‘‘πŸŽ‰πŸ˜‚

A

Warm en vochtig klimaat met een gemiddelde temperatuur die altijd hoger is dan 18 gradenπŸ’πŸŒΈπŸ˜‚πŸ€πŸ‘»πŸŒšπŸ™‹πŸΎβ˜―οΈπŸ”₯πŸ‘…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het tropisch regenwoud πŸ™‹πŸΎπŸ¬πŸ€πŸ’₯β€οΈπŸ‘‘πŸ’—πŸŽ‰

A

Dicht ondoordringbaar bos in de warme en vochtige tropenπŸ‘»β˜―οΈπŸ’₯πŸ‘‘πŸ’πŸŒΈπŸ˜‚

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is verdamping πŸ™…πŸΎπŸ€πŸ¦„πŸ‘‘πŸ”₯🌸πŸ’₯πŸ’₯πŸ’πŸ’πŸ’₯😞

A

Water gaat over in waterdamp πŸ‘»πŸ˜‚β˜―οΈπŸ˜žπŸ’₯πŸ’β€οΈπŸ‘„πŸŒ‰

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn aride gebieden πŸ‘»πŸ”₯πŸ™…πŸΎπŸ‘‘πŸŒšπŸ‘…πŸ˜žπŸ¬πŸ’—

A

Droog gebied waar zo weinig neerslag valt dat er geen bomen kunnen groeienβ˜―οΈπŸ˜žπŸŒ‰πŸ‘‘πŸ‘…πŸŒΈ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is bronoaseβ€οΈπŸ‘‘πŸ’πŸ˜±πŸŒΈπŸ˜¬πŸŒΈπŸ€β€οΈπŸ‘πŸΎ

A

Water uit een ondergrondse waterbron πŸ€πŸŒ‰πŸ‘‘πŸ’—πŸ‘…πŸ’₯

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is droog klimaat πŸ‘πŸΎπŸ˜±πŸ™‹πŸΎπŸ’πŸ’—πŸ˜‚πŸ‘…πŸ˜‚

A

Klimaat met weinig of geen neerslagπŸ‘»πŸ˜‚β˜―οΈπŸ’—πŸ‘‘

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is extensieve veetild πŸ’πŸ™…πŸΎπŸŒ‰πŸ‘‘πŸŒšπŸŽ‰πŸ˜«

A

Veeteelt met weinig vee per hectare 😫πŸ”₯πŸ˜»πŸ¬πŸŽ‰πŸ’—πŸ˜‚

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is hoogdrukgebied πŸ™‹πŸΎπŸ‘„πŸ¬πŸ‘»πŸ˜»πŸ‘‘β€οΈπŸ’β˜―οΈ

A

Gebied waar vandaan lucht wegstroomt naar een ander gebied πŸ’—πŸŒΈπŸ‘»πŸ’πŸ’πŸ‘‘πŸ¦„πŸ™…πŸΎπŸ˜žπŸ‘€

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is irrigatieπŸ¬β˜―οΈπŸ‘€πŸ˜»πŸ˜žβ€οΈπŸŽ‰

A

Het kunstmatig nathouden van landbouwgronden πŸ‘„πŸ‘„πŸ˜žπŸ˜žβ˜―οΈπŸ¦„πŸ˜«πŸ’₯πŸŒ‰πŸ˜‚β›ΉπŸ»

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn nomaden πŸ‘„πŸ˜»πŸ™‹πŸΎπŸŒšπŸ‘…πŸ¬πŸŒΈπŸŽ‰πŸ‘‘

A

Mensen zonder vaste woonplaatsπŸ™‹πŸΎπŸ‘»πŸ˜žβ˜―οΈπŸŒ‰πŸ‘‘πŸ’—πŸ¬

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is oase πŸŒšπŸ‘„πŸ¬πŸŒ‰πŸ’πŸ’—πŸ‘‘

A

Plek in de woestijn waar water isπŸ’πŸŒΈπŸŽ‰πŸ‘‘πŸ˜‚πŸ‘€

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is overbeweidingπŸ™‹πŸΎβ˜―οΈπŸŒ‰πŸ’—πŸŒΈπŸŽ‰

A

Als de begroeing achteruit gaat doordat er veel te veel vee graast op weinig grondπŸ‘€πŸ¬β€οΈπŸ‘»β˜―οΈπŸŽ‰πŸ‘…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is rivieroase❀️

A

Plek in de woestijn waar water isπŸ˜±πŸ’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is savanneπŸ˜˜πŸ’«

A

Landschap in de tropen met lange grassen afgewisseld met groepen bomen en struiken πŸ’ŽπŸŽ‰πŸ‘‘

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is steppe πŸ˜‹πŸ‘‘πŸ’—

A

Droog gebied waar net genoeg regen valt voor groei van grassen en lage struiken β˜―οΈπŸ’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Verwoestijning is πŸ’ŽπŸ˜

A

Uitbreiding van woestijn πŸ’«πŸŽ‰πŸ’Ž

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is woestijnπŸ˜±πŸ’

A

Erg droog gebied waar bijna niks groeit πŸ’œπŸŒΈ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Boomgrens is πŸ’«πŸ‘‘

A

Grens tussen gebied waar wel bomen groeien en waar geen bomen groeien door de lage temperatuur (lager dan 10 graden zomer)πŸ‘…πŸŽ‰β€οΈ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Eeuwige sneeuw is πŸ’—πŸ‘‘πŸ·

A

Gebied waar altijd sneeuw ligt πŸ˜‹πŸ’πŸ‘‘

33
Q

Gemengd bos is πŸ˜πŸ’œ

A

Overgangsgebied waar loof bomen en naaldbomen door elkaar groeien πŸ˜‚πŸ‘‘πŸŽ‰πŸ’«πŸŽ‰

34
Q

Wat is hoogtegordel πŸ’—πŸ’Ž

A

Plantengroeizone in gebergte πŸ’πŸ˜±

35
Q

Wat is keerkring πŸ‘…πŸ’œ

A

De breedtecirkel van 23 1/2 n.b en 22 1/2 z.v grens van de tropen πŸŒΈπŸ’Ž

36
Q

Wat is Landijs πŸŒΈπŸ’«

A

Laag eeuwige sneeuw op het land dat tot ijs is samengeperst 😈πŸ‘₯

37
Q

Loofboomgordel is πŸ˜ˆπŸ’«πŸ‘‘

A

Zone in een gematigde luchtstreek waar loofbomen groeien zoals eiken en beuken πŸ˜πŸ’Ž

38
Q

Luchtstreek is πŸ’œπŸ’œ

A

Temperatuurzone op aarde tropen,gematigde zone, poolstreken β€οΈπŸ˜‹

39
Q

Mediterrane plantengroei is πŸΉπŸ‡³πŸ‡Ώ

A

Plantengroei die bestand is tegen extreme droogte en hitte is β˜―οΈπŸ’«

40
Q

Taiga is ❣️❣️❣️

A

Zone in gematigde luchtstreek waar naaldbomen groeien

In de winter kouder dan -3 graden β£οΈπŸ’œ

41
Q

Permaforst is β£οΈπŸŒΈπŸŽ‰πŸ’œ

A

altijd bevroren ondergrond😱😍

42
Q

Wat is poolcirkel πŸ’ŽπŸ˜ˆ

A

De breedtecirkel van 66 1/2de n.b en 6) 1/2de z.bπŸ’β£οΈπŸ’«

43
Q

Wat is poolklimaat πŸ˜πŸ‘‘β€οΈ

A

Koud klimaat met weinig neerslag meestal sneeuwπŸ˜‹πŸŒΈβ£οΈ

44
Q

Subtropen is β£οΈπŸŒΈπŸ’«

A

Het deel van de gematigde zone dat het dichts bij de tropen licht β€οΈπŸ‘‘πŸ’Ž

45
Q

Wat is temperatuur πŸ’œπŸ‘‘πŸ’Ž

A

Warmte van de luchtπŸ’œπŸŽ‰πŸ’ŽπŸ’«

46
Q

Toendra is β£οΈπŸ‘‘πŸŽ‰

A

Boomloos gebied in de poolstreken met begroeing van grassen mossen en lage struikenβ˜―οΈπŸ‘‘

47
Q

Waterdamp is πŸ’«πŸ˜ˆ

A

Water in gasvormige (ontzichtbare ) vorm❣️❣️😱

48
Q

Weer is πŸ˜‰β£οΈπŸ˜€πŸ˜±πŸŒŽ

A

De temperatuur , de neerslag en wind op een bepaalde plaats op een bepaald momentπŸ’—πŸŒŽ

49
Q

Wolk is πŸ˜ˆπŸ’πŸ‡³πŸ‡Ώ

A

Zichtbare,zwevende deeltjes water of ijs β˜―οΈβ£οΈπŸ’Ž

50
Q

Zee ijs is πŸ’πŸ‘‘πŸŽ‰

A

Bevroren zeewater (drijf / pak ijs)😱❣️🌎

51
Q

Cultuurgrond isβ£οΈπŸŒΈπŸ˜€

A

Grond dat gebruikt wordt voor akkerbouw/ veeteelt πŸ‡³πŸ‡ΏπŸ˜πŸ’œπŸ‘‘β£οΈ

52
Q

Gematigd klimaat is πŸ’«πŸ‘‘

A

Klimaat met gematigde. Temperatuur (niet koud,niet warm)πŸ‡³πŸ‡Ώβ€οΈ

53
Q

Gematigde zone πŸ’œπŸŒΈ

A

Het gebied tussen de breedtecirkels 23 1/2de n.b en 66 1/2de. N.b 23 1/2de z.b en 66 1/2de z.bβ˜―οΈπŸ’—πŸ’«

54
Q

Klimaat is☯️🌎

A

Het gemiddelde weer in een bepaald gebied over 30 of 40 jaarπŸ˜±πŸ’Ž

55
Q

Klimaatdiagram is πŸ˜πŸ’—πŸ‘…πŸ’œπŸ’ŽπŸ‘₯

A

Diagram met een overzicht van van gemiddelde temperatuur en neerslag van een bepaald gebiedπŸŒŽπŸ’—β˜―οΈπŸ‘‘

56
Q

Landschapzones zijnβ£οΈπŸ’œπŸŒΈ

A

Groot gebied met dezelfde oorspronkelijke plantengroeiβ€οΈπŸ‘…πŸ‘‘β£οΈ

57
Q

Maximumtemperatuur is πŸ’—πŸ˜±πŸ‘‘πŸ‘‘

A

De hoogst gemeten temperatuur op een bepaald moment πŸ˜‹πŸ’œπŸ‘‘πŸ’«

58
Q

Minimumtemperatuur is πŸ˜πŸ’πŸŒΈ

A

Laagst gemeten temperatuur op een bepaald momentβ˜―οΈβ£οΈπŸ’Ž

59
Q

Neerslag is 🌎🌸🌎

A

Water dat in vastbakten of in vloeibare vorm uit de dampkring komt β£οΈπŸ’œ

60
Q

Vegatie is πŸ‘…πŸ˜

A

Ander woord voor plantengroei 😱☯️❀️

61
Q

Wind is πŸ‘…β˜―οΈπŸ’

A

Bewegende luchtmassaπŸŒΈπŸ’Ž

62
Q

Waar gaat aardrijkskunde overπŸ’˜πŸ’œ

A

GebiedenπŸ’˜πŸŒ΅

63
Q

Wat is een gebied of regioπŸ’˜πŸ—―

A

Een stuk van het aardoppervlakπŸ’˜πŸ’

64
Q

Wat is natuur landschapπŸ’˜πŸ’Ž

A

In landschap dat door de natuur is ingericht het is dus niet door mensen ingerichtπŸ’˜πŸŒ΅

65
Q

Wat doet een fysische geografieπŸ’˜πŸ‘‘

A

Bestudeerd wil je natuurlandschap door de natuur is gemaaktπŸ’˜πŸŒŽ

66
Q

Wat doet een sociale geografieπŸ’˜β£οΈ

A

Kijk naar de manier waarop de mensen een landschap hebben ingerichtπŸŒ΅πŸ’˜πŸ©

67
Q

Kan je verklaring wat voor soort rol speelt we danπŸ’˜πŸŒŽ

A

Een natuurlijke en menselijke factorπŸ’˜πŸ˜

68
Q

Waar zegt de weer iets overπŸ’œπŸ©

A

Over de lucht om ons heenπŸ’˜πŸ—―

69
Q

Wat is dampkringπŸ’˜πŸ’Ž

A

De lucht om ons heenπŸ’˜πŸ’

70
Q

Wat is weerπŸ’˜πŸŽ‰

A

De temperatuur de meerslag en de wind op een bepaalde plaats op een bepaald momentπŸ’˜πŸŒ΅

71
Q

Wat is klimaatπŸ’—πŸ’˜

A

Het gemiddelde weer in een bepaald gebied en over een langere tijd 30 aan 40 jaarπŸ’˜πŸ’

72
Q

Op wat is de breedte ligging invloedπŸ’˜πŸ˜‚

A

Op de temperatuurπŸ’˜πŸŽ‰

73
Q

Waar men heeft de temperatuur verschillen te makenπŸ’˜β£οΈπŸ’«

A

Met de hoogte van de zonπŸŽ‰πŸŒ΅

74
Q

Waarop vallen de zonnestralenπŸ’˜πŸ—―

A

Op de poolstreken πŸ’˜πŸ’œ

75
Q

Geef een schuine zonnestralen minder warmte dan lood recht teπŸŽ‰πŸ’˜

A

JaπŸ’˜πŸ’Ž

76
Q

Wat zijn luchtstreken πŸ’ŽπŸ’˜

A

Temperatuur zondaars op de aardeπŸ’˜πŸ’

77
Q

Hoeveel manieren zijn om de luchtstreken te begrenzen en moet ze ook gelijk allebeiπŸ’˜πŸŽ‰

A

Bij de ene manier gebruik je breedtecirkels dit noem je wiskundige begrenzing bij de andere manier is het thermische begrenzingπŸ’˜πŸ’

78
Q

Hoe noem je de breedte cirkel van 23 een tweede gradenπŸ’˜πŸ’œ

A

De keerkringπŸ’˜πŸ˜

79
Q

Waar ligt de gematigde zoneπŸ’˜

A

Tussen de breedte cirkel van 23 een tweede graden en 66 een tweede graden