S.O. 3.1 en 3.2 Flashcards

1
Q

Absolute macht

A

In je eentje alles zelf beslissen, zonder te overleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bataafse Republiek

A

Naam van Nederland van 1795 tot 1801

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Burgers

A

Alle inwoners van een land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Democratische revolutie

A

Verandering waarbij het volk de macht krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Franse revolutie

A

revolutie in Nederland waarbij de patriotten aan de macht kwamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Rechten

A

Iets wat je mag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Plichten

A

Iets wat je moet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Rechter

A

Beslist bij de rechtbank over wetsovertredingen en straffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rechtbank

A

Een of meer rechters die beslissen over wetsovertredingen en straffen (of het gebouw waar dit gebeurt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Strafbaar feit

A

Een overtreding van de wet, waarvoor je een straf kunt krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gedogen

A

Niets doen tegen het overtreden van een wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dader

A

Iemand die iets heeft gedaan (meestal een misdaad)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Misdaad

A

Een ernstig strafbaar feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Misdrijf

A

Een ernstig strafbaar feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Misdadiger

A

Dader van een ernstig strafbaar feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verdachte

A

Iemand van wie wordt gedacht dat hij iets strafbaars heeft gedaan

17
Q

Officier van justitie

A

Iemand die bij de rechtbank probeert de schuld van de verdachte te bewijzen

18
Q

Advocaat

A

Iemand die in de rechtbank een verdachte verdedigt

19
Q

Tijd van pruiken en revoluties

A

Zevende historische tijdvak dat duurde van 1700 tot 1800 (18e eeuw)

20
Q

Stand

A

Groep in de samenleving.
Eerste stand: geestelijkheid
Tweede stand: Edelen
Derde stand: Burgers

21
Q

Guillotine

A

Valbijl, apparaat dat werd gebruikt om de doodstraf uit te voeren

22
Q

Staten-Generaal

A

Naam van de volksvertegenwoordiging

23
Q

Patriotten

A

Groep van die meer macht voor het volk wilde in Nederland (eind 18e eeuw)

24
Q

Bataafse Revolutie

A

Revolutie in Nederland waarbij de patriotten aan de macht kwamen