Smart cities Flashcards

1
Q

Begrip:

General-purpose technologies

A

General-purpose technologies betekent dat uitvindingen die een grote impact hebben doordringen tot alle lagen van de samenleving en de economie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Begrip:

Global village

A

Global village betekent dat alle delen van de wereld op elkaar gaan lijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Begrip:

Social shaping

A

Social shaping betekent dat de adepten vechten tegen het idee dat de technologie zomaar uit de lucht komen vallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Begrip:

Mutual shaping

A

Mutual shaping betekent dat technologie en maatschappij elkaar niet uitsluiten, maar juist beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Begrip:

Systematische innovatie

A

Systematisch innovatie betekent dat elementen op elkaar gaan inwerken, waarbij een nieuwe trend niet zonder slag of stoot in de samenleving integreert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Begrip:

Padafhankelijkheid

A

Padafhankelijkheid betekent dat de ene technologie voortbouwt op de andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Begrip:

Information superhighway

A

Information superhighway betekent dat men in een volledige parallelle en virtuele dimensie terecht komt waarin men kunt zijn wie ze willen zijn en doen wat men wilt doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Begrip:

General-purpose technology

A

General-purpose technology betekent dat het letterlijk doordringt tot de offline wereld, waarbij het het verschil opheft tussen de online en offline wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Begrip:

Smart city

A

Smart city betekent dat het een plaats is waar ICT gecombineerd wordt met infrastructuur, architectuur, dagelijkse voorwerpen en zelfs ons lichaam, om sociale, economische en ecologische problemen aan te pakken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom zijn smart cities te belangrijk om aan ingenieurs over te laten?

A

Een smart city is een stad die voor ons allemaal belangrijk is. Wij creëren als het ware samen een “ideale” stad. Daarnaast denken ingenieurs nog vaak aan black boxes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke vier scenario’s zijn er uitgekomen na het onderzoek van Pieter Ballon naar de Shell-methodiek?

A

De vier scenario’s zijn:

  1. De gsm als internetbrowser
  2. De gsm als mobiel kantoor
  3. De gsm als polshorloge
  4. De gsm als portefeuille
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke twee invalshoeken zijn er bij smart cities?

A

De twee invalshoeken zijn:

  1. Een maatschappelijk/filosofische invalshoek
  2. Een techno-economische invalshoek

Pieter Ballon hanteert zelf meer de invalshoeken die historisch en communicatief zijn gericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wie is McLuhan en waar staat hij bekend om?

A

McLuhan is een technologische determinist die in het jaar 1950 beschreef hoe onze maatschappij veranderde door de opkomst van de televisie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 3 kenmerken hebben de stad volgens Aristoteles gemeen?

A
  1. De stad onderscheidt zich van het platteland als een plaats van variëteit en niet van homogeniteit.
  2. De stad is niet statisch, maar dynamisch.
  3. De actieve rol die de burgers toegelegd kregen was participatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom mocht de ideale stad niet groter zijn dan enkele duizenden burgers?

A

Alle burgers uit de stad moesten met elkaar communiceren en interageren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de tien kenmerken van een smart city?

A
  1. De ideale stad is een verblindende factor tussen een grote massa en diversiteit aan mensen, organisatie en bedrijven.
  2. De ideale stad heeft een sterke sociale en economische dynamiek
  3. De ideale stad zorgt voor veiligheid van zijn inwoners, werknemers en bezoekers.
  4. De ideale stad geeft kansen aan experimenten, innovatie, ondernemerschap en persoonlijke ervaring
  5. De ideale stad weet een hele reeks stedelijke functies op een goede manier te verzorgen en te combineren
  6. De ideale stad spreekt door de vormen en dimensies van zijn publieke ruimte en gebouwen en creëert een gemeenschapsgevoel, maar wel op mensenmaat
  7. De ideale stad is efficiënt en duurzaam wat betreft mobiliteit, communicatie en energieverbruik
  8. De ideale stad verzekert de participatie van zijn bewoners en gebruikers
  9. De ideale stad gebruikt nieuwe technologie om voorop te lopen en een uchronie te creëren
  10. De ideale stad combineert een planmatige met een organische aanpak van urbanisme.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de drie v’s en wat betekenen ze in combinatie met smart?

A
  1. Veiligheid -> Door het gebruik van data kunnen er bijvoorbeeld slimmere cameranetwerken worden ontwikkeld
  2. Verkeer -> Door het gebruik van de technologie kan bijvoorbeeld een betere doorstroming worden gecreëerd.
  3. Vuiligheid -> Afvalstromen kunnen in kaart worden gebracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de tien doorbraken van een smart city? En geef drie uitleggen ervan

A
  1. Infrastructuur: Er is een uitgebreide basisinfrastructuur geïnstalleerd: bezorgboxen, sensornetwerken, private parkeerplaatsen etc. De druk op de huidige infrastructuur is sterk verminderd.
  2. Publieke dienstverlening: De stad beidt allerlei nieuwe mogelijkheden om burgers te ondersteunen en inspraak te geven.
  3. Privaat dienstenaanbod: Er zijn een resem nieuwe diensten ter beschikking die te maken hebben met mijn dagelijkse leven en de werkelijkheid rondom mij. Zij zijn globaal en/of lokaal. Ze ondersteunen mijn mobiliteit, cultuur, winkelen en fitheid.
  4. Efficiëntie: Vele diensten zijn erop gericht om efficiënter om te gaan met schaarse middelen, zoals geld, tijd, energie of schone lucht.
  5. Personalisatie: Ik krijg aanbiedingen die inspelen op mijn voorkeuren en gedrag, maar mij ook gebruiksvriendelijke privacyopties geven en veel kansen bieden aan lokale handelaars.
  6. Interactie: Ik krijg nieuwe mogelijkheden tot zinvolle en plezierige interactie, er ontstaan zo ook gemeenschapsdiensten.
  7. Betalingen: Er is een geïntegreerd en flexibel systeem, waardoor ik een veel beter inzicht krijg in kosten en premies, en er makkelijk mee kan omgaan.
  8. Controle: De overheid zorgt voor controle en veiligheid waar nodig, direct en niet achteraf.
  9. Platformen: Er zijn heel gebruiksvriendelijke dienstenplatformen, die vlot gegevens met elkaar kunnen uitwisselen.
  10. Maatschappelijke effecten: Er zijn meetbare doorbraken geboekt met betrekking tot mobiliteit, veiligheid, duurzaamheid, economie, samenleven en welzijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat houdt het viermaal vijftig-plan in?

A

Het viermaal vijftig-plan houdt in dat er een mogelijkheid moet kunnen zijn dat er doorbraken zijn van vijftig procent wat betreft milieu-, mobiliteits-, economie- en particpatie doelstellingen. De voorwaarde is wel dat er ten volle benut wordt gemaakt van innovatieve technologieën, een doorgedreven publiek-private samenwerking en het actief sturen op gedragsverandering bij burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de zes onderdelen van een slimme regio?

A
  1. Slimme participatie en creativiteit
  2. Slimme duurzaamheid
  3. Slimme retail en toerisme
  4. Slimme zorg
  5. Slimme veiligheid
  6. Slimme mobiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke zes domeinen zijn er bij smart cities?

A

De zes domeinen zijn:

  1. Smart economy (Competitiveness)
  2. Smart people (Social and human capital)
  3. Smart governance (Participation)
  4. Smart mobility (Transport and ICT)
  5. Smart environment (Natural resources)
  6. Smart living (Quality of life)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de vijf succesrecepten voor een smart city van morgen?

A
  1. Maak van de stad een permanent living lab
  2. Stel ambitieuze en meetbare doelstellingen
  3. Installeer een CTO met een stapsgewijze aanpak
  4. Reguleer de slimme stadsarchitectuur
  5. Ontwikkel Vlaanderen en de Randstad als slimme stadsgebieden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke twee bepalende kenmerken kwamen naar voren bij de heropleving van de middeleeuwse stad vanaf het jaar 1000?

A
  1. De stad werd gezien als toevluchtsoord.

2. De stad kan ook worden gezien als een kruispunt van mensen en handel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn de drie kerndragers van een smart city?

A
  1. Data
  2. NGA - next generation access
  3. Sensoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat houdt een Utopie in?

A

Een utopie is een ideaal beeld voor een toekomstige stad waarbij alles als het ware zo gemaakt is dat het voor burgers een stuk makkelijker is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Noem 2 voorbeelden van een hedendaagse smart city

A
  1. Songdo in Zuid-Korea

2. Toyota woven city in Japan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat zijn de vier criteria van smart objecten?

A
  1. Monitoring -> Hierbij wordt er continu data verzameld over hun eigen functioneren en de omgeving rondom hen en hierbij wordt ook de data doorgestuurd
  2. Controle - > Hierbij worden de functies aan-en uitgeschakeld op basis van eigen gegevens, voorkeuren of gedrag
  3. Optimalisatie -> Hierbij wordt er een diagnose gesteld over wat het meest wenselijke gedrag is.
  4. Autonomie -> Hierbij wordt er “gepraat” met andere objecten zonder de menselijke tussenkomst.

Deze vier criteria volgen elkaar op in chronologische lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Waarom is er geen eenduidig begrip van een smart city?

A

Iedere stad/gemeente/regio hanteert een andere definitie, vanwege dat zij andere aspecten hanteren wat betreft de 6 domeinen van een smart city. Daarnaast ligt het er ook aan of er een top down of bottom up beleid wordt nageleefd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Waarom staan steden op een kantelpunt?

A

Steden staan op een kantelpunt, vanwege dat ze moeten kiezen voor het feit dat ze vastlopen op de problemen die ze nu al hebben bij bijvoorbeeld het ontwikkelen van een smart city of dat ze gaan doorgroeien in de hoop dat ze een mooie en functionele smart city kunnen creëeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Waarom kunnen burgers de ontwikkelingen lastig bijhouden?

A

Het feit dat de burgers moeite hebben met de ontwikkelingen bij te houden heeft te maken met de explosieve groei. Het ene moment willen wij, als burgers, een snelle ontwikkelingen zien in de technologie maar dat gebeurt dan niet. Het andere moment gaat het ineens zo snel dat het dus heel veel is om dus te verwerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Begrip:

Inclusieve samenleving

A

Een inclusieve samenleving betekent dat er een verschil is in de “generatiekloof”. Jongeren gaan er een stuk makkelijker mee om doordat ze opgroeien met de (huidige) technologie. Anderzijds hebben ouderen er bijvoorbeeld veel meer moeite mee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Voer de vier criteria van een smart city uit op het “slimme object”: verkeerslichten

A
  1. Via sensoren wordt er bijgehouden of er verkeer aan komt
  2. Op basis daarvan springt het licht op groen of rood
  3. Het wordt nog slimmer als het via algoritmes uitrekent hoe lang het verkeerslicht op groen of rood moet blijven staan
  4. Het allerslimst zou nog zijn als de verkeerslichten het met elkaar zouden communiceren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat houdt de Wet van Moore in?

A

De wet van Moore houdt in dat de processorsnelheid per jaar verdubbeld wordt. Later is deze toch aangepast naar een verdubbeling per 2 jaar. Deze wet wordt veel gebruikt als basis voor technologieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat zijn de drie uitgangspunten van het internet of things?

A
  1. Het internet of things moet betrouwbaar en veilig zijn, aangepast aan de noden en behoeften van de individuele gebruikers, bedrijven en overheden.
  2. Het internet of things moet een flexibele en efficiënte architectuur hebben, zodat netwerken optimaal functioneren en niet overbelast geraken.
  3. Het internet of things moet plug-and-play worden, uiterst makkelijk te gebruiken en te (her)configureren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Begrip:

Internet of things

A

Internet of things houdt in dat alle objecten met elkaar kunnen worden verbonden door het internetnetwerk

36
Q

Wat is de CIAM-gedachte en wat zijn de idealen van Robert Moses en Jane Jacobs?

A

De CIAM-gedachte is dat de steden die worden ontwikkeld gescheiden functies heeft, zoals wonen, werken en recreatie.

Robert Moses wat een sterke aanhanger van het moderne rationele utopisch denken en zag dus een stad voor zich met rechte lijnen, net zoals de denkwijze van Le Corbusier.

Jane Jacobs daarentegen vond dat de stad meer ontwikkeld moest worden door menselijke factoren.

37
Q

Welke drie verschillende aanpakken heeft Nederland wat betreft smart cities?

A

1.Top down smart cities: De overheid bepaalt wat er gebeurt wat betreft smart cities.

Een Nederlandse stad als voorbeeld is Den Haag.

2.Connecting top and bottom: Hier wordt er een combinatie gemaakt tussen het feit dat de overheid beslist en dat de burgers bepaalt. Hierdoor wordt niet alles uit handen gegeven.

Een Nederlandse stad als voorbeeld is Utrecht.

3.Bottom up smart cities: De burgers bepalen wat er gebeurt wat betreft smart cities.

Hilversum is hier een voorbeeld van.

38
Q

Wat is een Panopticum?

A

Het Panopticum was ontworpen door Jeremy Bentham net na de Franse Revolutie. Het Panopticum zorgde ervoor dat gevangenen gedesoriënteerd werden. Dit had te maken met het feit dat de beveiligers in het midden zaten/stonden en daarom heen waren de verblijven van de gevangenen. Doordat de gevangenen nooit wisten wanneer ze in de gaten werden gehouden, werden ze als het ware beveiliger over hunzelf.

39
Q

Wat houdt een dystopie in?

A

Een dystopie houdt in dat er sprake is van een horrorbeeld waarbij mensen bang zijn dat hun privacy in gevaar komt.

40
Q

Begrip:

Big data

A

Big data is een massale hoeveelheid gegevens verzameld door mensen via sensoren in gebouwen en openbare ruimte/Massale hoeveelheid gegevens die niet meer zijn te verwerken op een gewone computer- je hebt hier machines voor nodig met grote rekenkracht

41
Q

Begrip:

Open data

A

Open data zijn gegevens die altijd en overal beschikbaar zijn voor iedereen, zonder kosten en zonder gebruiksvoorwaarden

42
Q

Begrip:

Long data

A

Long data hanteert gegevens die een evolutie/patroon in de tijd weergeeft.

43
Q

Begrip:

Small data

A

Small data zijn gegevens die via sensoren, netwerkantennes of slimme camera’s gebruikt kunnen worden.

44
Q

Begrip:

Realtime data

A

Realtime data betekent dat het gaat over data van hier en nu

45
Q

Begrip:

Linked data

A

Linked data betekent dat er data is die in een welbepaald formaat wordt aangeleverd met metadata eraan gekoppeld.

46
Q

Wat is de relatie tussen de verschillende soorten data? En welke staan met elkaar in connectie?

A

Het gaat om de termen: big-, long-, small-, realtime- en linked data. Deze termen kunnen elkaar aanvullen, omdat wanneer er onderzoek gedaan wordt gekeken kan worden naar bijv. data die nu belangrijk is, maar ook naar de metadata die eraan gekoppeld is. Daarnaast brengt het de slimme stad tot leven.

47
Q

Wat houdt een CAAS- model in?

A

Een CAAS-model staat voor een city-as-a-service. Hierbij wordt dienstverlening gekoppeld aan de beperkingen van de fysieke en huidige IT-realiteit. Hierbij spelen drie factoren een rol:

  1. Een CAAS-model is gedwongen neringdoening/locked-in
  2. Een CAAS-model zorgt voor winst op regionaal of nationaal niveau
  3. Een CAAS-aanpak zorgt ervoor dat steden veel beter gaan communiceren met burgers en bedrijven
48
Q

Wat is een parametrische stad?

A

Bij een parametrische stad gaat het om een parametrisch ontwerp dat het een proces is dat een basis vormt van data of relaties tussen onderdelen een ontwerp kan worden gegenereerd.

49
Q

Wat zijn de drie gevaren die bij een parametrische stad komen kijken?

A
  1. Het gevaar van silovorming: Een slimme stadseconomie kan ook worden gehinderd door het ontbreken van harmonisatie en openheid van verschillende systemen
  2. Het gevaar van onmacht: Smart-aspecten kunnen worden vergeten door verschillende aanbestedingen en concessies.
  3. Het gevaar van lock-in: Infrastructuur komt vaak gepaard met dienstverlening.
50
Q

Welke 3 C’s horen bij een parametrische stad en wat betekenen ze?

A
  1. Collectief: Slimme stadsdiensten maken uit van een samenleving
  2. Contextueel: Slimme stadsdiensten staan in het teken van context en zoeken een virtuele verbondenheid met de fysieke wereld.
  3. Collaboratief: Slimme stadsdiensten zorgen voor samenwerkingen
51
Q

Welke vier domeinen horen bij mobiele toepassingen en wat beteken ze?

A
  1. Mobiele identificatie: De smartphone kan de manier worden om jezelf te identificeren
  2. Mobiel betalen: In de toekomst wordt het mogelijk om je smartphone langs een betaaldoosje te halen.
  3. Mobiel Augmented Reality: Bij mobiel augmented reality worden teksten, pijltjes en icoontjes geprojecteerd boven op je omgeving.
  4. Mobiele afstandsbediening: Sensoren bevatten al informatie over plaats, snelheid, richting en context
52
Q

Wat zijn de vier basiscategorieën om data te verzamelen?

A
  1. Locatie, snelheid en richting
  2. Evenementen en gedragspatronen
  3. Audio- en video-opnames
  4. Biologische data
53
Q

Wat zijn de drie v’s van data?

A
  1. High volumes: gigantische volumes, terabytes en petabytes
  2. High velocity: die tegen hoge snelheden worden verwerkt
  3. High variety: verschillende bronnen van data verzamelen
  4. High value: wordt gebruikt wanneer er efficiënter met de data gewerkt wordt.
54
Q

Wat maakt Arc-et-sans zo bijzonder?

A

Lodewijk XV wilde graag een dorp laten maken voor de zoutmijnen. Architect Ledoux creëerden inderdaad een dorp, maar die lag verder van de zoutmijnen in Jura af. Hout was namelijk ook belangrijk voor de stad en dat was lastiger om te vervoeren dan zout. Daarom dat de stad verder lag. Voor de rest was de stad zou ontwikkelt dat mensen samen wonen, leven en werken

55
Q

Begrip:

DSO

A

Het DSO staat voor het digitaal stelsel omgevingswet en is een digitaal loket waar initiatiefnemers kunnen zien wat de mogelijkheden zijn bij hun vraagstukken.

56
Q

Wat is de ontwikkeling van de NGA?

A
  • 1G was ontwikkeld in de jaren ’80 en was primair ontwikkeld voor het voeren van gesprekken
  • 2G was ook primair ontwikkeld voor voice-diensten, zoals bellen en sms. Het 2G-netwerk maakte zijn intrede in 1994. Daarnaast had het netwerk ook een impact en dat was dat medewerkers overal bereikbaar waren en de start van het mobiel internet
  • 3G volgde het 2G-netwerk op en maakte zijn intrede in 2001. Het was ontwikkeld voor voice-diensten, video-bellen en mobiel internet. Het 3G-netwerk had impact op een complete omslag in het bedrijfsleven, mobiel internet werd gemeengoed, volledige en realtime toegang tot bedrijfsapplicatie etc.
  • De vierde generatie was ontwikkeld in 2014 en was 10 x zo nel. Daarnaast zorgt het ook voor mogelijkheden met LTE. Dit zorgde voor supersnel mobiel internet. Verschillende impacts zijn op de werkvloer: Betere indoordekking dan 3G, zeer snelle up-en downloadsnelheden en het volledige bedrijfsnetwerk kan mobiel worden geraadpleegd.
  • Het laatste netwerk is 5G. In verwachting moet dat tussen 2020-2022 zijn intrede maken. Dit is nog snellere mogelijkheid en zorgt voor een langere batterijduur. De impact die 5G heeft zijn dat het volledige kantoor in de cloud bevindt en alle apparaten en machines communiceren met elkaar.
57
Q

Begrip:

Circulaire stad

A

Circulariteit betekent dat de producten van nu ook de grondstoffen voor later zijn. In ware loopt het steeds in een cirkel rond. De geo-data kan als basis zijn voor de ontwikkeling van circulaire steden.

58
Q

Begrip:

Gamechanger

A

Een gamechanger is een idee, persoon of product dat de ontwikkeling van een sector radicaal kan veranderen. De snelheid waarmee deze verandering komt dwingt vaak tot een andere visie en een andere indeling van o.a. de overheid. Veel tijd is er niet meer voor uitgebreide analyses.

59
Q

Wat zijn de zes categorieën die aan het bod komen bij gamechangers? En wat betekent het? Geef eventueel ook een voorbeeld

A
  • Zelfrijdende voertuigen: voertuigen worden steeds intelligenter en ze bewegen zichzelf volledig automatisch voort. In de overgangsperiode van de huidige ‘gewone’ auto’s naar gedeeltelijk of volledig automatische auto’s worden de Nederlandse wegen bereden door gemengd verkeer. Een extra vervoerswijze waar rekening mee gehouden dient te worden.
  • Drones: Een onbemand luchtvaartuig, sonde of drone is een luchtvaartuig zonder piloot aan boord.
  • Augmented reality: Aangevulde realiteit (AR) is een live, direct of indirect, beeld van de werkelijkheid waaraan elementen worden toegevoegd door een computer. Deze soms met behulp van QR-code toegevoegde elementen bevatten veelal sensordata of extra informatie over de omgeving
  • Robotica: Robotica is de tak van de mechatronica die zich bezighoudt met theoretische implicaties en praktische toepassingen van robots in de ruimste zin van het woord.
  • Kunstmatige intelligentie (AI/KI): Kunstmatige intelligentie (KI) of Artificiële intelligentie (AI) is de wetenschap die zich bezighoudt met het creëren van een artefact dat een vorm van intelligentie vertoont.
  • 3D printing: 3D printen is lang niet alleen maar plastic printen, alles wat vloeibaar gemaakt kan worden, wordt inmiddels 3D geprint.
60
Q

Welke vier punten komen naar voren bij een permanent living lab?

A
  • Gebruikers: Testen en cocreatie
  • Open data: Realtime
  • Open infrastructuur: Platformen en netwerken
  • Bedrijven: Producten en diensten
61
Q

Hoe ziet de samenvatting van een utopie/dystopie/remedie eruit?

A
  • Kracht van data/Privacynachtmerrie/Privacy by design
  • Platformisering/Private dominantie en uitbuiting/Kennis vergroten
  • Systemische innovatie/Versnippering en onbetrouwbaarheid/Zichtbaarheid vergroten
62
Q

Welke drie problemen zijn er bij het privacy-probleem?

A
  1. Het probleem van een glijdende schaal
  2. Het probleem van prijsdiscriminatie
  3. Het probleem van privacy als ruilproces
63
Q

Wat zijn de drie niveaus van prijsdiscriminatie?

A

o Derdegraads prijsdiscriminatie: Dit niveau is het laagste niveau en hierbij worden er verschillende prijzen aangerekend voor hetzelfde product in verschillende regio’s

o Tweedegraads prijsdiscriminatie: Dit is het middelste niveau. Hierbij worden in een regio verschillen prijzen aangerekend voor hetzelfde product.

o Eerstegraads prijsdiscriminatie: Dit is het hoogste niveau. Hier is er sprake van het feit dat elke klant een apart een zo hoog mogelijk prijs aangerekend wordt. Dit is gebaseerd op het feit wat de individuele persoon ervoor over heeft.

64
Q

Wat zijn de drie remedies van een hackable city?

A
  1. Zichtbaarheid verhogen van smart city-inititiatieven => policy readiness aanpakken
  2. Het versterken van leiderschap en horizontale structuren
  3. Iedereen erbij betrekken => Het allerbelangrijkste remedie
65
Q

Wat zijn de drie oorzaken van een hackable city?

A

Drie oorzaken:
1. Het ontbreken van voldoende kennis en goede standaarden

  1. De complexiteit van smart city-systemen met veel componenten, verschillende verantwoordelijke organisaties en bedrijven
  2. De moeilijkheid van het patchen (het updaten en herstellen van softwarefouten) van slimme stadssystemen, die vaak jaren- of decennialang moeten meegaan.
66
Q

Noem vier termen met smart? En geef voorbeelden

A
  1. Smart energy -> zonne-energie (smart energy hot water)
  2. Smart public space -> sensoren voor lantaarnpalen
  3. Smart mobility -> zelfrijdende auto’s
  4. Smart building -> the Edge, Amsterdam (the crystal building, London)
67
Q

Wat zijn de positieve en negatieve gevolgen van pakketbezorging?

A
  • Bezorgschaamte onder consumenten
  • Duurzamer verpakken & bezorgen
  • Aanpakken van het retourbeleid
  • Personalisering & flexibiliteit
  • Verzendkosten komen weer terug
68
Q

Wat zijn de 5 duurzaamheidstrends voor duurzaam rijden?

A
  1. De keuze is reuze
  2. Lagere kosten
  3. Laadpalen schieten als paddenstoelen uit de grond.
  4. Elektrische auto’s leasen
  5. Deelbare elektrisch auto’s
69
Q

Uit welke vijf delen bestaat de piramide van Maslow?

A

De piramide van Maslow:

  1. Zelfrealisatie
  2. Erkenning en waardering
  3. Behoefte aan sociaal contact
  4. Veiligheid en zekerheid
  5. Lichamelijke behoeften

Van boven naar beneden

70
Q

Uit welke 3 s-woorden bestaat het s-model en bij welke succesrecept hoort het?

A

Succesrecept:
Installeer een CTO met een stapsgewijze aanpak

Het s-model bestaat uit:

  1. Specifiek
  2. Schaalbaar
  3. Systematisch
71
Q

Begrip:

Hackable city

A

Bij een hackable city is er een verhaal dat gaat over het feit dat het een goedbedoelende beweging voor hackers, programmeurs en burgers is om de stad te ‘herprogrammeren’.

72
Q

Wat zijn de drie oorzaken voor het feit dat een smart city lastig is om concreet om te zetten?

A
  1. Het idee dat er met slimme steden electoraal niets te winnen valt
  2. De angst om afgerekend te worden op zaken die men niet in de hand heeft
  3. Een manifest gebrek aan technologische kennis in onze steden
73
Q

Wat zijn de drie soorten readiness?

A
  1. Technology readiness
  2. Market readiness
  3. Policy readiness
74
Q

Wat zijn de twee dilemma’s bij een smart city?

A
  1. Timing

2. Black boxes

75
Q

Wat zijn de drie arena’s waarin ‘the battle of te streets’ wordt uitgevochten?

A
  1. De strijd om de infrastructuur
  2. De strijd om de data
  3. De strijd om de publieke ruimte, zowel fysiek als virtueel
76
Q

Begrip:

Privacy by design

A

Privacy by design betekent dat we in een smart city verder moeten gaan met architecturale ingrepen die vooral gericht zijn op de technologische en juridische ingrepen. Deze ingrepen moeten ervoor zorgen dat het machtsevenwicht in het privacy ruilproces opnieuw hersteld wordt ten voordelen van de gebruiker.

De twee pistes die hieraan gekoppeld zijn, zijn een virtuele data-safe voor persoonlijke data en de logica van een slimme stad moet ‘leesbaar’ gemaakt worden

77
Q

Begrip:

Filterbubbel

A

Een filterbubbel kan het beste vergeleken worden met een zeepbel die helemaal gepersonaliseerd is.

78
Q

Wat zijn de vier doelstellingen die worden gehanteerd in Beijing bij een inclusieve en duurzame stad?

A
  • Burgerparticipatie
  • Stadsvernieuwing
  • Samenbrengen van data
  • Een digitale expositie
79
Q

Wat zegt Kunal Kumar, directeur van smart cities mission, over smart cities?

A

Volgens Kumar bestaat de slimme stad eigenlijk niet. Een slimme stad is een stad die zich constant aan het ontwikkelen is door te werken aan de principes van een slimme stad

80
Q

Wat zijn de vier foundation priciples?

A
  1. Inclusie
  2. Innovatie
  3. Duurzaamheid
  4. De burger staat centraal
81
Q

Begrip:

Open governance

A

Open governance is het idee dat via nieuwe technologieën andere vormen van interactie mogelijk zijn, waardoor individuen kunnen samenwerken aan de ontwikkeling van een besturingssysteem.

82
Q

Begrip:

Digital twin

A

Bij digital twin is er als het ware een virtuele weergave van de fysieke objecten.

83
Q

Waaruit bestaat multiple helix?

A
  1. Kennisinstellingen
  2. Overheid
  3. Bedrijven
  4. Burgers
  5. Belangenorganisaties
84
Q

Wat zijn de drie stadslagen?

A
  1. Fysieke stad
  2. Digitale verbindingslaag
  3. Mensen
85
Q

Welke twee punten zitten er verbonden aan een parametrische stad?

A
  1. Adaptief -> beweegbaar

2. Vanuit de gebruikers en omgeving -> Digitale verbindingslaag

86
Q

Waar bestaat de FAIR-principes uit?

A
  1. Findable
  2. Accesable
  3. Interoperable
  4. Re-usable