slavernij 2 Flashcards

1
Q

belangrijk aspect afschaffing slavernij

A

angst dat slaven zich tegen hun slavenhouders zouden keren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1807

A

abolition of slave trade act: door steeds grotere groep abolitionisten kwam dit tot stand -> hiermee wordt handel in slaven binnen engelse kolonien verboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1818

A

brits-nederlands verdrag ter wering van de slavenhandel: NL en VK pakken slavenhandel aan door samen te werken bij het berechten van handelsschepen die illegaal slaven vervoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

1814

A

koning willem I verbiedt trans-atlantische slavenhandel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

1833

A

slavery abolition act: slaven onder de 6 jr zijn vrij en alle andere slaven komen geleidelijk vrij nadat hun gedwongen werk wordt omgezet tot verplichte stage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1860

A

in nederlands-indie wordt slavernij afgeschaft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

1863

A

emancipatiewet: nederland schaft slavernij af voor suriname en nederlandse antillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wie spelen een directe rol bij aanpak mensenhandel

A

nationaal rapporteur
overheid
hulpverlening
politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verhouding orgaanhandel, arbeidsuitbuiting, seksuele uitbuiting

A

20%, 30%, 50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

top 5 winstgevende vormen criminaliteit

A
vervalsing
drugshandel
illegale houtkap
mensenhandel
illegale mijnbouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly