Signaalwoorden -> alineaverbanden H3 Flashcards
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord:
daar staat tegenover
Tegenstellend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord:
aangezien
Redengevend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord:
indien
Voorwaardelijk verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord:
door middel van
Doel-middel
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord:
daardoor
Oorzakelijk verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord:
te danken aan
Oorzakelijk verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord:
ten gevolge van
Oorzakelijk verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord:
en
Opsommend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord:
met andere woorden
samenvattend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord:
… doet denken aan
Vergelijkend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord:
dus
concluderend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: kortom
samenvattend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: dat wil zeggen
uitleggend (of toelichtend) verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: eenzelfde geval
Vergelijkend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: evenals
Vergelijkend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: als gevolg van
Oorzakelijk verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: mits
Voorwaardelijk verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: tevens
Opsommend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: later
Chronologisch verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: terwijl
Tegenstellend verband of chronologisch verband (let op context!)
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: verder
Opsommend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: vanwege
Redengevend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: hierom
redengevend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: daartoe
Doel-middel
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: alles bij elkaar
samenvattend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: hieruit volgt
concluderend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: dankzij
Oorzakelijk verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: met de bedoeling om
Doel-middel
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: opdat
Doel-middel
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: in het geval dat
Voorwaardelijk verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: ter toelichting kan dienen…
uitleggend (of toelichtend) verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: bovendien
Opsommend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: soortgelijk
Vergelijkend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: daarna
Opsommend verband of chronologisch verband (let op context!)
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: daarentegen
Tegenstellend verband
Bij welk alineaverband hoort het volgende signaalwoord: zo
uitleggend (of toelichtend) verband