Signaalwoorden Flashcards
Eigenlijk, in feite
Eigentlich
Zelfs niet, geen
Nicht einmal
Niet alleen…. maar ook
Nicht nur…. sondern auch
Zeker, beslist
Allerdings
Terecht
Mit Recht
Alles welbeschouwd
Alles genau besehen / genommen
Kortom
Kurz
Conclusie, resultaat
Das Fazit
Samenvattend
Zusammenfassend
Het is mogelijk dat
Mag sein dass
Daaruit blijkt
Daraus ergibt sich
Welnu
Nun
Zo… dat
So… dass
Ook
Auch
Eveneens, ook
Ebenfalls
Niet alleen…., maar ook
Nicht nur…., sondern auch
Op grond daarvan
Aufgrund davon
Omdat, daar
Da, weil
Dat will zeggen
Das heißt
Want
Denn
Dan ook
Denn auch
Doordat
Indem
Namelijk
Nämlich
Vooral omdat
Zumal da
Echter, wel(iswaar)
Allerdings
Nu eens…. dan weer
Bald… bald
Wat betreft
Bezüglich
Enerzijds.. anderzijds
Einerseits… andererseits
Of… of
Entweder… oder
Met betrekking tot
In Bezug auf
Alleen maar, slechts
Nur
Trouwens, overigens
Übrigens
Wat betreft
Was betrifft
Tegelijkertijd
Zugleich
Weliswaar… Maar
Zwar… aber
Maar
Aber
In plaats van
(an) statt
Daarentegen
Dagegen
Toch, echter, evenwel
Dennoch, doch, jedoch
Integendeel
Im Gegenteil
In plaats daarvan
Stattdessen
Ondanks
Trotz
Toch, desondanks, niettemin
Trotzdem
Terwijl
Während
Ook al, hoewel
Wenn auch
Alsof
Als ob
Evenals
Genauso wie
Eveneens
Gleichfalls
Zoals
So wie, wie
Als, indien
Falls, wenn
Mits
Vorausgesetzt dass